Het bewogen leven van pater Maximiliaan Kolbe
Martelaar van naastenliefde
Begin augustus 1941 stapte in het concentratiekamp te Auschwitz plots een man uit de rijen van het algemeen avondappel, recht naar commandant Fritsch. Als vergeldingsmaatregel voor een ontsnapte gevangene had die tien mannen, waaronder een jonge vader van twee kinderen, uitgepikt om de hongerdood te sterven. De man zei tot de commandant: 'Ik ben een Pools katholiek priester. Ik wil deze man zijn plaats innemen, want hij heeft vrouw en kinderen.'
Ik ben een Pools katholiek priester. Ik wil deze man zijn plaats innemen, want hij heeft vrouw en kinderen.
Maximilaan Kolbe
Fritsch nam zijn voorstel aan. Op 14 augustus 1941 kreeg de Poolse pater Maximiliaan Maria Kolbe een dodelijke injectie toegediend, omdat twee weken hongerbunker niet volstonden hem te doden. Ongewild werd hij zo een van de beroemdste slachtoffers van Auschwitz. In 1982 verklaarde paus Johannes Paulus II hem heilig als een martelaar van naastenliefde, in aanwezigheid van Frans Gajowniczek, de man wiens leven Kolbe 41 jaar eerder door zijn zelfopofferende daad had gered.
Lees ook
Ridderschap van de Onbevlekte
Niet alleen Kolbes heldendood verdient de nodige aandacht. Tijdens zijn leven als franciscaans conventueel heeft de Pool heel wat verwezenlijkt. Zijn activiteiten waren doordrongen van zijn grote devotie tot Moeder Maria, wat ook tot uiting komt in zijn kloosternaam.
Hij stond in Rome aan de doopvont van de Militia Immaculatae, (Ridderschap der Onbevlekte), een mariale beweging die in 2017 haar 100-jarig bestaan vierde.
Het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis van Moeder Maria, uitgevaardigd in 1854, bevestigt dat zij geboren was zonder enige bezoedeling van de erfzonde. Ridderschap (militia) duidt op het strijdvaardige karakter van de beweging. Met het gebed als belangrijkste wapen wilde zij de aanvallen op de Kerk van vooral de vrijmetselarij van antwoord dienen. In België werd de Ridderschap in 1933 opgericht. 70 jaar later, met de sluiting van het conventuelenklooster te Leuven, hield de tak op te bestaan. Op mondiaal vlak telt de Ridderschap echter nog steeds meer dan 5 miljoen leden.
Patroon van de journalisten
Al snel zag Kolbe het enorme potentieel in massacommunicatie voor de verspreiding van het katholieke geloof en zijn Militia Immaculatae. Hij richtte verscheidene tijdschriften op die een ongeziene oplage kenden.
In 1927 stichtte hij in Polen een eerste Mariastad: Niepakalanow (letterlijk: stad der Onbevlekte). Op enkele jaren tijd groeide dit uit tot het grootste klooster ter wereld, met meer dan 700 kloosterlingen.
Tijdens zijn missiejaren in Japan (1930-1936) volgde een tweede Mariastad, Mugenzai No Sono (Tuin van de Onbevlekte), gebouwd op de flank van een heuvel in Nagasaki. In beide kloostercomplexen nam de drukkerij een belangrijke plaats in. De hypermoderne drukpersen in Niepokalanow kwamen er dankzij de financiële steun van rijke Polen. Het is niet verwonderlijk dat Kolbe later tot patroon van de journalisten zou worden uitgeroepen.
Schuiloord voor vluchtelingen
Na zijn terugkeer uit Azië in 1936 werd Kolbe gardiaan van Niepakalanow. Toen de Wereldoorlog steeds dichterbij kwam, legde hij zich toe op het verspreiden van anti-naziboodschappen via zijn drukkerij en radiostation. Hij ving duizenden vluchtelingen op in het klooster, waaronder veel Joden. Uiteindelijk zou hij enkele dagen na de bezetting in september 1939 gearresteerd worden.