Böhms betonnen Mariendom in Neviges blijft intrigeren
Architect Gottfried Böhm is op 23 januari honderd geworden. In 1986 kreeg hij als enige Duitser de Pritzker Architectuurprijs, die beschouwd wordt als de Nobelprijs voor Architectuur. Zijn verjaardag wordt het hele jaar in Duitsland gevierd met exposities en activiteiten. Het Deutsches Architekturmuseum in Frankfurt brengt een kleine, maar interessante expositie over de bedevaartkerk in Neviges (1963-1967). In Tertio van deze week laat Marc Dubois, emeritus docent architectuur en publicist, zijn licht schijnen over allicht Böhms bekendste ontwerp: de Wallfahrtskirche (Maria Koningin van de Vredekerk) of Mariendom (Mariadom ), de indrukwekkende betonnen bedevaartskerk in Neviges.
Maquette in plasticine
Sinds de 17de eeuw is Neviges, ten noorden van Wuppertal (Noordrijn-Westfalen), een bedevaartsoord. De Mariaverering begon in de bescheiden kerk van het franciscanenklooster. Na 1918 nam het aantal pelgrims geleidelijk toe en in de jaren 1950 ontstond de ambitie een nieuwe kerk te bouwen voor 8.000 pelgrims. In 1962-63 werd een wedstrijd uitgeschreven die door Gottfried Böhm. Mee op basis van de hoogst originele in plasticine die onder meer op de toenmalige aartsbisschop van Keulen, kardinaal Joseph Frings (1887-1978), een sterke indruk maakte.
Geen voor- of achterzijde
Niet alleen de volumetrie beviel, ook de inplanting overtuigde. In tegenstelling tot de andere voorstellen plaatste Böhm de kerk naar achteren en creëerde zo een soort straat, een licht oplopende wandelzone naar de inkom van de kerk. (…) Bij het binnentreden word je overvallen door de duisternis en duurt het even voor het menselijke oog zich aanpast om de ruimtelijke compositie te kunnen ervaren en bewonderen. Het is een grot door Böhm gemaakt om de kracht van het binnenkomende licht te ervaren. De hoogte is indrukwekkend zoals in een gotische kathedraal, en om een groot aantal personen te kunnen laten deelnemen aan de vieringen zijn er balkons aangebracht op twee verdiepingen. Zo zijn er in totaal 800 zit- en 2.200 staanplaatsen. De hoogte domineert de beleving, gericht naar het licht.
Böhm ontwierp alles zelf, van het indrukwekkende glasraam en de sacramentstoren tot het altaar.
Monolithische architectuur
De kerk van Neviges catalogeert men onder de ongelukkige naam brutalisme. Zo ook de bedevaartkapel van Kerselare in het Oost-Vlaamse Edelare uit 1966 van architect Juliaan Lampens, terwijl die kapel subtiel de site opneemt. Het heeft niets met brutaal te maken maar verwijst naar wat Le Corbusier omschreef als le béton brut, de keuze om alles in één materiaal te maken, het streven naar een monolithische en sculpturale architectuur.
Sanierung
Dat de betonconstructie technische problemen zou opleveren, was voorspelbaar. Door de afwezigheid van een dakbekleding werd de bouwfysische toestand zwaar op de proef gesteld. Ingrijpen was noodzakelijk. De kerk staat nu in de steigers voor een Sanierung – geen restauratie, want het beton is niet te herstellen. Op het dakvlak van maar liefst 2.700 vierkante meter wordt een nieuwe laag cement aangebracht met daartussen twee geweven carbonmatten. Dankzij die zeer dure behandeling met textielbeton is het mogelijk dat monument van de Duitse architectuur te redden.
- Lees de integrale tekst van de bijdrage van Marc Dubois over Gottfried Böhm in Tertio nr. 1.049 van woensdag 18 maart 2020.
- De expositie Böhm 100: der Beton-Dom von Neviges loopt tot 26 april in het Deutsches Architekturmuseum in Frankfurt. Het museum houdt omwille van het coronavirus de deuren wel tot 10 april gesloten voor het publiek. Lees meer erover op de site van het museum of de website van een eeuweling Gottfried Böhm.
- Voor een gratis proefnummer van of een abonnement op Tertio.