Honderd jaar geleden: het Verdrag van Sèvres
Op dinsdag 10 augustus 1920, dag op dag honderd jaar geleden, maakten vier vertegenwoordigers van de laatste sultan van het Ottomaanse Rijk hun opwachting in Sèvres in de zuidwestelijke banlieue van Parijs: filosoof-politicus Rıza Tevfik, grootvizier (dit is: eerste minister) Damat Ferid Pasja, Onderwijsminister Hadi Pasja en ambassadeur Resjid Halis. In naam van sultan Mehmet VI Vahideddin ondertekenden ze daar een vredesverdrag samen met allerlei vertegenwoordigers van de Geallieerden die de Eerste Wereldoorlog hadden gewonnen.
In 1923 werd het Verdrag van Sèvres vervangen door de Vrede van Lausanne.
Atatürk
Het Verdrag van Sèvres werd nooit geratificeerd noch uitgevoerd, omdat Mustafa Kemal Pasja in Ankara de voorwaarden van ervan niet aanvaardde. De nationalist was formeel nog altijd eerste minister van de sultan, maar Mustafa Kemal was in Ankara al een alternatieve staatsstructuur aan het opzetten. Hij zou er in november 1922 de Republiek Turkije uitroepen. De dynastie van de sultan, die terugging op Aboe Bakr in de zevende eeuw, leverde voortaan slechts een louter religieuze kalief, terwijl de nationale assemblée Kemal Mustafa beloonde met de titel Atatürk: Vader van alle Turken.
Het staatsmodel van Atatürk was echter uitdrukkelijk seculier en niet-religieus.
Vernedering
Het is wellicht best dat het Verdrag van Sèvres niet standhield, want het was net als hetVerdrag van Versaillesin West-Europa zo vernederend dat het alleen maar voor rancune en verdere spanning gezorgd zou hebben. Sèvres reduceerde onder meer het vroegere Ottomaanse territorium van 1.780.000 vierkante kilometer tot nauwelijks 420.000 vierkante kilometer. Wat wel interessant was aan het verdrag, is dat het uitdrukkelijk voorzag in autonome gebieden voor sommige etnisch-religieuze minderheden uit het vroegere Ottomaanse wereldrijk, zoals de Koerden en de christenen.
Na de Eerste Wereldoorlog volgde in de regio nog een oorlog tussen Griekenland en Turkije.
Gedemilitariseerde zones
De oplossing van Sèvres voor de Pontische (rond de Zwarte Zee) Grieken in het westen van het Turkse schiereiland was zo onduidelijk dat het om verdere spanning vroeg: Smyrna en omgeving bleven formeel Turks, hoewel onder Grieks bestuur; na maximaal vijf jaar kon een verkozen lokaal parlement via de Volkerenbond de definitieve aanhechting bij Griekenland vragen. Turkije behield op het Europese vasteland alleen Constantinopel, Oost-Thracië ging naar Griekenland, een rechtstreekse toegang tot de Zwarte Zee incluis. De zeestraten tussen de Egeïsche en de Zwarte Zee werden gedemilitariseerde zones.
Enorme Ottomaanse gebieden in het zuiden werden mandaatgebieden.
Autonomie
Het Verdrag van Sèvres legde de basis voor de latere opsplitsing van enorme gebieden in het Midden-Oosten als mandaatgebieden van Frankrijk enerzijds of Groot-Brittannië anderzijds: dat zijn het huidige Irak, Syrië, Libanon, Palestina, en zo meer. Maar merkwaardig: Sèvres voorzag ook in een autonoom gebied voor de Koerden in Zuid-Oost-Anatolië en in de integratie van de vilajets (Turks voor provincies) Van, Bitlis, Trebizonde en Erzurum in de onafhankelijke - christelijke - republiek Armenië, die zo dubbel zo groot werd als het huidige Armenië.
Is zo’n territoriale autonomie voor minderheden nog vandaag relevant?
Seculiere staten
Nu wil haast geen enkele verantwoordelijke van christenen, jezidi’s, mandeeërs (aanhangers van het mandeïsme, een gnostische religie) of andere minderheden in het brongebied van Eufraat en Tigris een eeuw later nog terug naar de oplossing van Sèvres: eigen autonome gebieden. Hoewel zij allemaal de voorbije jaren enorm geleden hebben onder vervolging allerhande, ondersteunen zij allemaal de ontwikkeling van sterke, zij het seculiere natiestaten, mits bescherming van alle minderheden op het grondgebied. Dat is een vrij 'westerse' visie, maar het is formeel ook wat Mustafa Kemal Atatürk voor ogen had.
Helaas is niet meer duidelijk of de huidige Turkse president, Recep Tayyib Erdoğan, ook zo denkt.