‘Hoofd van alle kerken van de stad en van de wereld’
De Aartsbasiliek van de Allerheiligste Verlosser en van de Heiligen Johannes de Doper en Johannes de Evangelist. Zo heet de Sint-Jan-van-Lateranenbasiliek in Rome voluit. Zij is niet alleen historisch, maar ook protocollair de belangrijkste kerk in het pauselijke Rome. En dus niet de Sint-Pietersbasiliek of een van de twee andere basilicae maiores – de Santa Maria Maggiore (Maria de Meerdere) en de Sint-Paulus-buiten-de-Muren – zijn de kathedraal van de bisschop van Rome. De cathedra of bisschopszetel van de paus staat wel degelijk in de Sint-Jan-van-Lateranenbasiliek.
Het kerkwijdingsfeest van Sint-Jan-van-Lateranen, vandaag 9 november, is dan ook een hoogfeest in de katholiek Kerk.
Keizer Constantijn
De kerk en het bijbehorende Lateranenpaleis – genoemd naar de aloude Romeinse adellijke familie Lateranus - werden op 9 november 324 door paus Sylvester I ingewijd. Keizer Constantijn de Grote had haar laten bouwen naar aanleiding van het Edict van Milaan van 313. Een beetje usurpatie toch, want het eerste initiatief voor een godsdienstvrijheid was van zijn voorganger Licinius uitgegaan, maar Constantijn had deze na een lange burgeroorlog verslagen. Hoe dan ook bouwde Constantijn zo meteen het oudste kerkgebouw van Rome.
Met een lengte van 100 meter en een breedte van 65 meter was het ook naar Romeinse normen een grote basiliek.
De oorspronkelijke kerk werd in 869 door een aardbeving verwoest. Het huidige kerkgebouw dateert van 1650. Paus Innocentius X had naar aanleiding van dat Jubeljaar aan de Zwitserse architect Francesco Borromini de opdracht gegeven van de talloze malen herbouwde middeleeuwse kerk een moderne kerk te maken. Borromini liet de plattegrond en structuur van de oorspronkelijke kerk intact. Het houten plafond uit de oude basiliek, dat van de paus bewaard moest blijven, zorgt voor een scherp contrast met de barokke kerkruimte.
De classicistische façade werd in 1733-36 ervoor gebouwd; de bronzen poorten zijn afkomstig van de aloude Curia Julia.
‘Moeder aller kerken’
Paus Gregorius XI (1370-1378) – de paus die van Avignon naar Rome terugkeerde – bestempelde de kerk bij pauselijke bulle als Moeder aller kerken, zoals onderaan op de sokkels van de gevel te lezen valt: Sacrosancta Lateranensis ecclesia omnium urbis et orbis ecclesiarum mater et caput (De hoogheilige kerk van Lateranen is van alle kerken in deze stad en ter wereld de moeder en het hoofd). Tijdens het Westerse Schisma was de Sint-Jan in verval geraakt, een aantal branden hadden zowel de basiliek als het paleis getroffen.
Na de terugkomst van de pausen naar Rome waren de Lateraanse gebouwen lange tijd onbruikbaar.
Sinds de twaalfde eeuw wordt op 9 november het feest van de kerkwijding van Sint-Jan-van-Lateranen gevierd. Aanvankelijk was dit feest beperkt tot de stad Rome, maar het werd uitgebreid naar de universele Kerk. Reden daarvoor was groeiende inzicht dat de bisschop van Rome, wiens ‘cathedra’ in de Sint-Jan-van-Lateranen staat, de opvolger is van de apostel Petrus en dus het hoofd van de gehele liefdesgemeenschap van Christus, zoals Ignatius van Antiochië in de vroege tweede eeuw al stelde.
De vicaris-generaal van het bisdom Rome, momenteel kardinaal Angelo De Donatis, is van rechtswege aartspriester van de Sint-Jan-van-Lateranenbasiliek.