Sopraan Griet De Geyter over muziek als balsem voor de ziel
Griet De Geyter (1981) is een klassieke sopraan, gespecialiseerd in vocale barokmuziek. Ze studeerde eerst zang en blokfluit aan het Lemmensinstituut in Leuven en zette haar zangstudie daarna voort aan de Nationale Opera Academie in Amsterdam en het Koninklijk Conservatorium Den Haag. De Geyter is een gevestigde naam in de internationale muziekscene. Vooral voor Bachuitvoeringen wordt haar kleurrijke stem alom geprezen. In september brengt ze eerste solo-cd uit: Stille Klagen. Remorse and Redemption in German Baroque, slechts een van haar talloze projecten, corona of niet.
Zang en ziel
Toen ik 17 werd, twijfelde ik: algebra of muziek? Ik hakte de knoop door: muziek, en wel meteen twee instrumenten: zang en blokfluit. Beide gingen gelijk op, tot ik in het vijfde jaar resoluut voor het bredere repertorium en emotieveld van zang koos. In de zang kwam de hele wereld naar mij toe: het oratorium, de liederen, de opera. Ik kon er mijn ziel in kwijt.
Bach en de gelovige snaar
Later legde ik mij toe op polyfonie en hedendaagse muziek. Ik zong bij Paul Van Nevel, Zefiro Torna, Bl!ndman. Daar kwamen ook Johann Sebastian Bach en Georg Friedrich Händel bij, onder andere bij Collegium Vocale. Van Philippe Herreweghe heb ik veel geleerd: hoe je Bach benadert, dat je vanuit de tekst moet vertrekken. Vandaag is 50 procent van mijn agenda Bach. Zijn muziek is onbeschrijflijk rijk. Ik beeld me in hoe die toen werd uitgevoerd. De cantates en oratoria zaten in de kerkdiensten vervat. Een Mattheüspassie moet ongelooflijk lang geduurd hebben. Tijdens de vasten werd geen enkele dienst met instrumenten opgeluisterd, alleen orgel. Hoe moeten dan op Goede Vrijdag die eerste tonen van de Mattheüspassie met strijkers en blazers hebben geklonken! Dat neem ik mee in mijn uitvoering. Vandaag trekken we die werken uit hun context door ze in concertzalen uit te voeren.
Ik ben gevoelig voor de sfeer die Bach zo juist aanvoelde, de gelovige snaar die hij met zijn composities raakte.
Ik neem de tekst als basis en zet mij daarna pas aan de muziek. Ik ben geen praktiserende gelovige meer, maar wel eindeloos dankbaar voor mijn gelovige opvoeding. Het belang voor onze cultuur kan niet worden overschat.
Sommige leerlingen kennen Jezus en het kerstverhaal nauwelijks nog. Er is mateloos veel muziek die daardoor minder toegankelijk wordt.
Mijn keuze voor de stem vergt veel discipline. Op feestjes voorafgaand aan een belangrijk concert, praat ik minder. Je bent een doorgeefluik voor je publiek, dat mag wat vergen. In crisistijden merk je hoe dicht die keuze voor de stem met je persoonlijke leven is verweven. Zingen brengt je dichter bij jezelf.
Solo-cd
En dan is er mijn langverwachte solo-cd met Il Gardellino. Ik zing er barokmuziek: een Telemanncantate die nooit eerder werd opgenomen; een werk uit de vroege barok van Dietrich Buxtehude geschikt voor mijn stem omdat ik makkelijk vibrato controleer – een restantje van mijn polyfonietijd; en de Bachcantate Mein Herze schwimmt im Blut. In die cantate smacht de gelovige naar boete en schenkt God vergeving.
Pijn en liefde liggen bij Bach dicht bij elkaar. Ook het medeleven van de gelovigen met het lijden van Jezus was in die tijd tastbaar.
Ik neem graag cd’s op: het intensieve groepswerk, het zoeken, zaken in detail afwerken. Concerten zijn momentopnames waar je maar één kans krijgt. Daar speelt het publiek een belangrijke rol. Soms krijg ik mails of omhelzen onbekende mensen mij na een concert omdat mijn vertolking voor hen veel heeft betekend.
Muziek kan balsem voor de ziel zijn. Een cd kan dat effect herhalen.