Tertio: Kerk blies warm en koud over sport
De moderne sporten waren eind 19de, begin 20ste eeuw lang niet zo volks en wijdverspreid als vandaag. In de Angelsaksische wereld werden sporten als tennis, voetbal of rugby beoefend binnen de topscholen, waar intellectuele en fysieke ontwikkeling mooi in evenwicht werden gehouden. Dat was typisch voor het ‘gespierde christendom’ zoals protestantisme en anglicanisme wel eens worden genoemd, verklaart Dries Vanysacker. Het katholicisme wordt gezien als een veeleer spirituele en intellectuele denominatie. Die perceptie heeft alles te maken met de katholieke antropologie, die zeker tot WO II dualistisch was: lichaam en ziel zijn gescheiden en het lichaam staat in dienst van de ziel. Dat leidde tot tegenstrijdige benaderingen van sport: sommigen vonden dat het lichaam als dienstmaagd goed moest worden verzorgd, anderen vreesden de cultus van het lichaam en de verwaarlozing van de ziel. Pas vanaf Vaticanum II bepaalde een holistisch mensbeeld de kerkelijke kijk op sport. Joannes Paulus II zag de mens als geïncarneerde ziel en beeld van God.
Wielrennen
Sporten binnen schoolverband was één zaak, professionele sportbeoefening een ander paar mouwen en aanvankelijk een steen des aanstoots voor de Kerk. Professionele wielrenners reden in loondienst en de Kerk had daarover geen controle, legt Vanysacker uit. Dat maakte haar wantrouwig. Wie op zondag koerste, ging immers niet naar de mis. En naarmate de sport aan populariteit won, verzaakte ook het publiek aan zijn zondagsplicht. Wielrennen werd daarom weggezet als een goddeloze activiteit die leidde tot losse zeden en ongehoorde contacten met de ‘neutrale wereld’. Na WO II nam de Kerk daarin een 360-gradenbocht. Via uiterst katholieke renners als Gino Bartali, Briek Schotte en later Eddy Merckx werd die sport voortaan omarmd. Wielrennen werd gaandeweg gezien als een katholieke sport, een perceptie die tot de jaren 1970 door de Kerk werd gestimuleerd.
Vrouw en sport
Ook vrouwensport genoot tot de jaren 1960 geen volle kerkelijke goedkeuring. Vrouwen mochten wel sport beoefenen, maar niet in competitie of in het openbaar. De Kerk liet vrouwensport alleen toe zolang die het lichaam niet schaadde met het oog op het moederschap, de belangrijkste vrouwelijke rol. Ze vreesde ook de ‘vermannelijking’ van vrouwenlichamen, een bedreiging voor het katholieke familieleven. Die visie wordt sterk geïllustreerd door een eis van aartsbisschop Jozef Van Roey. In 1927 drong hij bij de Katholieke Antwerpse Juffers Turngouw aan op een intern reglement waarbij de organisatie van gemengde turnfeesten verboden was, meisjes alleen door een vrouw werden getraind en elke overtreding streng werd bestraft. De vrouwen mochten hun sport alleen op gesloten terrein beoefenen en ook de kledijkwestie was een belangrijk punt. Vandaag verguizen we de vrouwonvriendelijke maatregelen van de Afghaanse taliban, maar nog geen eeuw geleden was dat ook de tijdgeest in onze contreien. Niet alleen de Kerk stuurde daarop aan, de hele samenleving zat in dat carcan, duidt Vanysacker. Men zag altijd in de eerste plaats de mogelijke excessen. Benito Mussolini, die aanvankelijk meisjes met wapens liet paraderen, sloot zich later aan bij het moederbeeld van de Kerk. En bij ons werden vrouwelijke sportstudenten tot de jaren 1970 naar de Brusselse Parnas gestuurd, de jongens naar het ‘Sportkot’ in Leuven.
Spirituele adviseurs
Vandaag rijst de vraag of religie nog een plaats heeft in de sport. In het sterk geseculariseerde België lijkt die vraag beantwoord, reageert Vanysacker, maar de Belgische context is niet de norm. Landen als Duitsland, Oostenrijk, Italië of Frankrijk nemen nog steeds een proost mee naar grote competities. In het VK hebben de topvoetbalploegen een geestelijk adviseur en AS Roma heeft een kerk met zondagsdienst op zijn oefenterrein. Rome bevraagt momenteel de bisschoppenconferenties. Gezien de grote mentale druk op topsporters wil de Kerk graag spirituele adviseurs aanbieden voor wie daar nood aan heeft. Dat aanbod is niet missionair, maar vraaggedreven. Historisch gezien was de relatie tussen Kerk en sport steeds een moeilijke evenwichtsoefening, maar vandaag is haar kijk op sport onverminderd positief, excessen als corruptie, doping of racisme niet te na gesproken.
- Lees het volledige interview van Sylvie Walraevens met historicus Dries Vanysacker over de niet probleemloze relatie tussen sport en Kerk dat in Tertio nr. 1.132 van morgen woensdag 20 oktober 2021 verschijnt.
- Dries Vanysacker, Katholicisme en sport in de Lage Landen (19de eeuw tot heden). Een moeilijk evenwicht, Halewijn, Antwerpen, 2021, 432 blz., 35 euro. Bestel het boek bij Halewijn.
- Het boek wordt op 6 november om 15 uur voorgesteld in de Vesperzaal van de abdij van Tongerlo, Abdijstraat 40, Tongerlo. Inschrijven kan via E halewijn.uitgaven@kerknet.be
- Voor een gratis proefnummer van of een abonnement op Tertio.