Waarom alleen zijn ook vruchtbaar kan zijn - Pieter-Paul Lembrechts
Eenzaamheid is niet hetzelfde als alleen-zijn. Je kunt je eenzaam voelen te midden van een grote groep mensen. Omgekeerd is iemand die alleen is, daarom nog niet eenzaam. Het Engels onderscheidt loneliness (wat ik hier ‘eenzaamheid’ noem) en solitude (‘alleen-zijn’).
Eenzaamheid is een negatieve toestand. Je voelt je geïsoleerd, ver van andere mensen. Je verlangt wel met hen in relatie te treden, maar slaagt daar niet in. Alleen-zijn daarentegen is rijk en vruchtbaar. Het draagt een diepere wezensvervulling in zich. Sommige mensen zoeken bewust het alleen-zijn op. Boven de poort van de trappistenabdij van Westvleteren stond vroeger het opschrift: Beata solitudo, sola beatitudo (‘Gelukzalig alleen-zijn, enige gelukzaligheid’).
Ignatius van Loyola raadt het alleen-zijn aan voor het doen van de Geestelijke Oefeningen: ‘In de regel trekt men er meer voordeel uit naarmate men zich meer afzondert van alle vrienden en kennissen en van alle aardse zorgen’ (Aantekening 20). Deze afzondering, zo schrijft hij, heeft onder meer drie voordelen.
Gemakkelijker luisteren naar God
Het eerste is wat moeilijk voor een groot deel van onze tijdgenoten: ‘Wie zich van vele vrienden en kennissen en ook van veel niet goed geordende bezigheden afzondert om God onze Heer te dienen en te loven, maakt zich niet weinig verdienstelijk tegenover de goddelijke Majesteit.’ Je drukke bezigheden voor een tijd achterlaten om God te zoeken is waardevol op zich. Het laat zien dat God belangrijk voor je is, belangrijker dan al het andere.
Ten tweede schept het alleen-zijn een ruimte waarin je beter kunt luisteren naar God en naar je innerlijke bewegingen. De aandacht is minder verdeeld. Dat zal met name helpen bij het maken van keuzes. De Geestelijke Oefeningen zijn gericht op het maken van een keuze waarin het evangelie een beslissende rol speelt. Door te luisteren naar het Woord van God en naar de weerklank die dat in je vindt, wordt duidelijker welke de goede keuze is. Dat gaat beter naarmate er minder afleiding is.
Ten derde, zegt Ignatius, komt de mens in stille afzondering gemakkelijker tot God. En hoe dichter je bij God komt, hoe meer genadegaven je kunt ontvangen. In het Verhaal van de pelgrim vertelt Ignatius dat hij zich na zijn nachtwake in Montserrat in alle vroegte op weg begaf ‘opdat niemand hem zou herkennen’ (§ 18). Ook nam hij niet de hoofdweg naar Barcelona, maar maakte hij een omweg langs het dorp Manresa. Daar, in de stilte en het alleen-zijn, voltrokken zich grote veranderingen in hem. Daar begon hij ook de aantekeningen te maken die later de Geestelijke Oefeningen zouden worden.
Terug naar de wereld
Alleen-zijn is echter geen eindpunt. Het is niet: ik en mijn alleen-zijn. Het echte alleen-zijn is open op de wereld. De Geestelijke Oefeningen sturen degene die ze doet terug naar de mensen. Je trekt je terug uit de wereld met zijn opdringerigheid en zijn verstrooiingen, niet om die wereld te vergeten, maar om hem terug te vinden, maar nu als een ruimte waarin God aan het werk is, en om je in die werkzaamheid in te schakelen.
Met dank aan Ignis, het webmagazine van de jezuïeten over geloof, spiritualiteit en samenleving