Armeense genocide blijft brandend actueel
Op 24 april 1915 werden in Istanbul, onder bevel van Mehmet Talat Paşa – het lid van het driemanschap dat Turkije leidde nadat hun Jonge Turken de laatste Ottomaanse sultan hadden afgezet – zowat 250 leden van de Armeense elite opgepakt en zonder enige vorm van proces gedeporteerd en later vermoord. Deze dag wordt nog altijd herdacht door de Armeniërs als het begin van de Armeense genocide – Medz Yeghern of Grote Misdaad – die aan 1 miljoen tot anderhalf miljoen Armeniërs het leven kostte. De Jonge Turken joegen in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog trouwens ook 750.000 Arameeërs en een 500.000 Pontische Grieken over de kling – de ‘Pontus’ is de aloude naam van het zuidelijke kustgebied van de Zwarte Zee.
Omwille van de coronapandemie gaan de meeste herdenkingen van de genocide morgen online door.
Erkenning
In de VS is het uitkijken naar hoe president Joe Biden zijn eerste herdenking van de Armeense genocide beleeft. Tijdens de verkiezingscampagne gaf hij aan dat zwijgen neerkomt op medeplichtigheid en dat hij eenmaal president geworden een motie van het Congres zou steunen waarin de misdaden tegen de Armeniërs worden erkend als genocide. Als de VS de relaties willen verslechteren, dan is dat hun beslissing, klinkt het steevast in Ankara. Turkije ontkent niet dat veel Armeniërs indertijd zijn omgekomen, maar zegt dat van een georganiseerde volkerenmoord geen sprake was. De Turkse president Recep Tayyip Erdoǧan heeft telkens hard uitgehaald naar landen die eerder al spraken van genocide.
Maar de Armeense genocide is niet alleen verleden tijd, ze wordt nu stilletjes voortgezet.
Etnische zuiveringen
De Armeniërs zijn dit keer nog meer bedroefd dan de voorbije jaren, omdat zij in het najaar opnieuw een aanval te verwerken kregen. Eind september barstte het conflict opnieuw los om de autonome republiek Artsakh – in het Westen beter bekend als Nagorno-Karabach, een gebied dat cultureel, religieus en zeker historisch puur Armeens is, maar dat in de jaren 1920 door de Sovjets in de naburige nieuwe republiek Azerbeidzjan werd ingelijfd. De Azeri’s werden in die 44 dagen durende oorlog geholpen door Turkse strijdkrachten – voor wie het vergeten was: dat zijn strijdkrachten het militaire bondgenootschap NAVO waarvan ook ons land deel uitmaakt.
Azerbeidzjan is erin geslaagd alweer enkele gebieden waar al anderhalf millennium christenen wonen, etnisch te zuiveren.
Nikol Pasjinian
Op 10 november vorig jaar sloten Armenië en Azerbeidzjan onder impuls van de Russische president Vladimir Poetin een vredesakkoord dat ruim gebiedsverlies voor de Armeniërs met zich meebracht en waarover nu Russische vredestroepen waken. De Armeense premier Nikol Pasjinian gaf toe, omdat hij vreesde de hele Armeense enclave Artsakh in Azerbeidzjan te verliezen als de strijd tegen de Turks-Azerbeidzjaanse overmacht nog langer doorging. Het is sindsdien politiek trouwens bijzonder onrustig in de Armeense hoofdstad Jerevan. Vele Armeniërs vinden dat Pasjinian het conflict niet goed heeft aangepakt; alle Armeniërs betreuren het erg nadelige vredesakkoord van november.
Zowel op de Kaukasus als in de diaspora delen Armeniërs op sociale media voortdurend nationalistische en militaristische filmpjes.
Krijgsgevangenen
Wat vooral zorgen baart, is dat de overwinnaar van deze jongste oorlog, de Azerbeidzjaanse dictator Ilham Heydar oglu Əliyev, zich helemaal niet aan het vredesakkoord houdt en dat hij samen met zijn Turkse bondgenoot de oorlogstrom blijft roeren. Zo was er afgesproken krijgsgevangenen uit te wisselen en de Armeniërs hebben dat ook gedaan, maar er zijn nog minstens 200 soldaten uit Armenië en Artsakh en oorlogsvrijwillige waarvan niet het minste nieuws is vernomen, maar die wellicht nog in Azerbeidzjan gevangen zitten. Bakoe noemt ze steevast ‘terroristen’ en schendt door ze niet vrij te laten – zeker wat de reguliere troepen uit Armenië betreft – niet alleen het vredesakkoord maar ook alle internationale rechtsregels.
Europarlementslid en voormalig Deens Buitenlandminister Marina Kalurand probeert vruchteloos de Azeri’s op betere gedachten te krijgen.
Oorlogstrom
Vooral problematisch is dat Azerbeidzjan en Turkije zonder de minste scrupules de oorlogstrom blijven roeren. President Əliyev heeft in Bakoe een museum over zijn jongste overwinning geopend en verklaarde daarbij zonder omwegen dat de verovering van zelfs Jerevan het einddoel blijft. De anti-Armeense retoriek in Azerbeidzjan wordt door de hoogste regeringskringen en de staatsmedia voortdurend gevoed. En ook Erdoǧan doet lustig mee. Bij de viering van de overwinning in Bakoe, op 10 december jongstleden, verwees hij naar Nuri Paşa, Enver Paşa en het islamitisch leger van de Kaukasus, vertelt Nicolas Tavitian, voorzitter van het Comité van Armeniërs van België.
Het was alsof Angela Merkel Heinrich Himmler en de SS als grote voorbeelden zou aanhalen. Nicolas Tavitian