Eritrea nationaliseert opnieuw katholieke scholen
Twee jaar geleden confisqueerde het dictatoriale regime van Isaias Afwerki in Eritrea al vele katholieke gezondheidsinstellingen en een achttal scholen. Kenners van de mensenrechtensituatie in het van de buitenwereld afgesloten land voorspelden toen al dat de nationalisering en sluiting van scholen voort zouden gaan zodra het regime over voldoende mankracht beschikte om het hiaat dat ze met die confiscaties in het onderwijslandschap slaat, zelf in te vullen. De regering in Asmara doet daarvoor een beroep op leerkrachten en directies die zij in national service opleidt. De national service is de verplichte legerdienst waar iedereen in het land aan onderworpen is en die volkomen willekeurig is qua duur en inhoud. Intussen komt de voorspelling uit: de vier katholieke bisschoppen klagen aan dat er opnieuw vijf katholieke scholen genationaliseerd werden, twee andere gesloten en van de kleuter- en lagere school in de havenstad Assab in het uiterste zuiden van het land is de juridische situatie momenteel nog onduidelijk.
Nationalisatie betekent dat de overheid de school volledig overneemt; sluiting impliceert doorgaans dat de kerkleiding wel eigendomsrecht over de gebouwen behoudt.
Belgische steun
De regering in Asmara legitimeert haar ingreep met een wettekst uit 1995, die elke vorm van sociale inzet in de samenleving uitsluitend toewijst aan de overheid. Eritrea is een eenpartijstaat, waar in 1997 wel een grondwet werd opgesteld, maar die werd nooit ingevoerd. President Afwerki laat al een kwarteeuw weten aan al wie het horen wil dat hij democratische instellingen en een rechtsstaat maar niks vindt. In een zeldzaam interview met Al Jazeera in 2008 zei Afwerki dat het nog minstens twee of drie decennia of zelfs langer zou duren voor er ooit verkiezingen in Eritrea zouden worden georganiseerd. De dictator lijkt allerminst van gedacht veranderd, zeker niet nu hij dankzij het vredesakkoord met buurland Ethiopië van juni 2018 niet langer als een internationale paria wordt beschouwd, maar back in business is. De Belgische bisschoppen hebben destijds een steunbetuiging voor de Eritrees-katholieke Kerk opgesteld en aartseparch-metropoliet Menghesteab Tesfamariam kwam kardinaal Jozef De Kesel daarvoor in Brussel persoonlijk bedanken.
Maar veel politieke druk op het regime is er nooit geweest, de EU werd voor haar steun aan Asmara zelfs voor de rechter gedaagd.
Geen concurrentie
Aangezien niemand hem een strobreed in de weg lijkt te leggen, maalt dictator Afwerki niet om de sociaaleconomische situatie van de Eritreeërs noch om rechtsprincipes en net zomin om mensenrechten. Er werden weer bisschoppelijke kleuter-, lagere- en middelbare scholen genationaliseerd, terwijl de gesloten instellingen in de aartseparchie Asmara en in de eparchie Keren werden gerund door de congregatie die de negentiende-eeuwse Italiaanse heilige Daniel Comboni heeft gesticht en sinds jaar en dag in Eritrea actief is. Ook de voorzitter van de Eritrees-katholieke bisschoppenconferentie, mgr. Mengesteab Tesfamariam, is een Comboni-missionaris en de bisschoppenconferentie heeft net een Comboni-zuster tot eerste vrouwelijke secretaris-generaal aangesteld. Het is koorddansen voor die bisschoppenconferentie. Elke te heftige reactie kan represailles van het regime uitlokken. In een brief van eind mei aan de Eritrese onderwijsminster Semere Reesom leggen de bisschoppen dan ook omstandig uit dat zij met hun instellingen geen concurrentie opzetten voor de overheidsinstellingen, maar de integrale ontwikkeling van de Eritrese bevolking beogen.
Onze instellingen staan ten dienste van het hele volk, maar zij behoren wel degelijk tot de kerk en niet tot het volk, zoals de regering valselijk beweert. Katholieke bisschoppen van Eritrea