‘Godland’: overweldigende film over de plaats van religie
Lucas, een jonge lutheraanse priester, trekt halfweg de 19de eeuw vanuit Denemarken naar de oostkust van IJsland om er een geloofsgemeenschap te stichten en er een kerk te bouwen. IJsland is op dat ogenblik nog een kolonie van het grote Deense rijk. Van zijn overste heeft hij als gouden raad meegekregen dat, wil zijn missie slagen, hij zich zal moeten aanpassen aan de plaatselijke bevolking en hun gebruiken.
Zijn norse IJslandse gids, Ragnar, is een oermens die de mythologie van de streek aanhangt. Met hem zal Lucas onderweg een soort van machtsstrijd (moeten) uitvechten.
Lucas is gepassioneerd door fotografie, en dus torst hij ook een loodzware camera met glasplaten mee om onderweg de schoonheid van het landschap te fotograferen. Tijdens een onverantwoorde overtocht van een driest stromende rivier verdrinkt de tolk; voortaan is Lucas op zichzelf aangewezen. Niemand van het gezelschap spreekt nog zijn taal, het Deens. En dat dan gure weer.
Het landschap waar hij door reist, is adembenemend maar genadeloos.
Gaandeweg begint Lucas’ barre trektocht meer te gelijken op een overlevings- en een ontdekkingstocht (naar zichzelf). En op een gevecht tegen de natuur: de nietige mens oog in oog met de grootheid van het landschap.
De bevolking zit geenszins op een kerstening te wachten, waardoor de priester, eindelijk ter plekke gearriveerd en bezig met het optrekken van een houten kerk, zich voor ernstige morele dilemma’s ziet geplaatst. Bovendien wordt door alles wat hij meemaakt zijn geloof zwaar op de proef gesteld.
Lucas moet zich vaak voelen als een vis op het droge, happend naar zuurstof.
De Engelstalige titel van de film, Godland, verwijst naar een gedicht van Matthias Jochumsson - O, God of Our Land - waarop het nationale volkslied van het in 1944 onafhankelijk geworden IJsland is gebaseerd.
Godland is fictie, alles is verzonnen door de filmmaker Hlynur Palmason. Geboren in IJsland, groeide hij op in een Lutheraans gezin, verhuisde en voedde zijn kinderen dan weer op in Denemarken om daarna naar IJsland terug te keren. Een man verscheurd tussen twee culturen zeg maar.
Behalve een hypnotiserend mooie saga over taalbarrières en het botsen van culturen is Godland vooral een meditatie over vergankelijkheid en over de plaats van religie in een samenleving, waar de natuur behalve schoon ook dwingend en (be)dreigend is. God zit tenslotte in de details. Zoals dominee Lucas dat aanvoelt.
Freddy Sartor
• Godland, van 22 maart af in de bioscoop