Handtasje uit kazuifelstof: creatief met religieus textiel [expo]
„In 2020 startten we samen met vrijwilligers de inventarisatie van de inboedel van de vijf kerken van de Emmaüsparochie”, schetst Livia Snauwaert, coördinator van de Erfgoedcel Brugge. „Voor de inschatting van de erfgoed- en maatschappelijke waarde van de kerkinboedels deden we een beroep op PARCUM, het expertisecentrum voor religieuze kunst en cultuur. Uniek was dat we voor de vijf kerken, waarvan één beschermd was, met één projectteam hebben gewerkt waarin verschillende organisaties zaten, ook het bisdom Brugge en de verschillende kerkfabrieken.
Op het eind bleef echter de vraag: wat met het erfgoed dat we niet kunnen herbestemmen?
Een minderheid, onder meer stukken uit de neogotische periode, was interessant voor de collectie van Musea Brugge, andere stukken waren recent en konden liturgisch herbestemd worden naar andere parochies en de missies. Ongeveer tien procent, vooral textiel, mocht afgestoten of vernietigd worden.”
Twee voorwaarden
Dat restmateriaal werd de aanleiding voor RESTafette religieus textiel. „Alles met een lage erfgoedwaarde dat niet liturgisch hergebruikt kon worden, wilden we nieuw leven inblazen”, zegt Livia Snauwaert. „Met Handmade Brugge gingen we op zoek naar Brugse makers die met het restmateriaal iets konden doen. Het bisdom en het Centraal Kerkbestuur stonden er ook voor open op twee voorwaarden: de religieuze symbolen mochten niet in commerciële circuit terechtkomen en de makers moesten respectvol omgaan met het overige materiaal.”
Het resultaat zijn zes akoestische gordijnen voor de Sint-Michielskerk, gemaakt met een zeventigtal liturgische gewaden uit al de kerken van de Emmaüsparochie. Met het ander materiaal gingen Brugse makers vrij aan de slag. Hun creaties zijn te zien in het Sashuis.
(Lees verder onder de foto)
Upcycling van religieus textiel gaat vooral om liturgische gewaden en hun toebehoren: kazuifels, koorkappen, dalmatieken, tunieken, maar evenzeer misdienaarskleren, koorhemden, rochetten… „Het meeste materiaal komt van het befaamde Brugse atelier arte/grossé en dateert uit de 20ste eeuw, vooral van voor of vlak na het Tweede Vaticaans Concilie”, weet Livia Snauwaert. „Dat maakte de cirkel rond: het vakmanschap van weleer kon dankzij de technische ondersteuning van het atelier doorgegeven worden aan toekomstige generaties. arte/grossé heeft ook een mooi bedrijfsarchief met de originele ontwerptekeningen van al hun producties. Daardoor konden we tijdens de openingstentoonstelling op 16 juni het originele ontwerp tonen naast de originele kazuifel en de nieuwe creaties. De makers kregen bij een bedrijfsbezoek uitleg van mensen in het atelier en ontdekten onder meer borduurtechnieken die ze niet kenden. Zo werd het vakmanschap doorgegeven.”
Meer schaarste, meer handwerk
Het project past in het circulair denken. Maar dat is niet nieuw. Livia Snauwaert: „Vroeger waren materialen veel kostbaarder. Er was ook meer schaarste en veel meer handwerk nodig. Iets wat duur was en veel tijd had gekost, werd niet zomaar weggegooid. Zeker in de 18de eeuw, ten tijde van de Franse Revolutie, schonken rijke burgers kleding en gordijnen aan de Kerk om met dat restmateriaal religieuze gewaden te laten maken. Kazuifels werden gemaakt met bloemenstof van japonnen waarop met gallons een kruis werd genaaid. Er zit heel veel moois en boeiends in de expo, zowel voor gelovigen als voor liefhebbers van erfgoed en vakmanschap.”
Dat erkent ook Marc Van Damme. Hij is verantwoordelijk voor het roerend religieus erfgoed in de kerken die het bisdom Brugge sluit en doorliep met de kerkfabrieken het hele traject. „Aanvankelijk was de kerkfabriek niet zo happig om mee te stappen in het Handmade-project. Het bisdom stelde als voorwaarde dat de religieuze symbolen enkel gebruikt zouden worden voor nieuwe voorwerpen voor een kerk en dus niet voor commerciële doeleinden. Dat is gerespecteerd en het resultaat is geslaagd.”
Over de zes gordijnen voor de Sint-Michielskerk is hij minder opgetogen. „Het is natuurlijk subjectief,” nuanceert hij, „maar ik vind het resultaat weinig creatief. Het voorontwerp vond ik veel beter.” De gustibus non est disputandum.