Van ‘mag ik dat ook al niet meer zeggen?’ naar gastvrije taal
Hoe spreek je over iemands huidskleur? Hoe belangrijk is die informatie en hoe komt ze over bij je gesprekspartner? Hoeveel jaar of generaties blijft iemand 'migrant'? In de brochure Lexicon: Woorden in beweging ontdek je de gevoeligheden die maken dat mensen zich al dan niet welkom voelen in je parochie of organisatie. Ze is ook bedoeld als handleiding voor de uitwisseling en als instrument om competenties rond inclusief spreken te versterken.
Mag ik dan niets meer zeggen?
De brochure is geen woordpolitie en vanzelfsprekend is de houding waarmee je iemand benadert minstens even belangrijk als de woorden waarmee je iemand aanspreekt of voorstelt. Toch kan er heel wat winst geboekt worden door eenvoudigweg even stil te staan bij je taalgebruik.
Onze taal leeft. Woorden zijn in beweging. Sommige woorden zijn door veelvuldig gebruik in negatieve contexten bezwaard, zoals het woord ‘allochtoon’. Daarom gebruiken we liever de langere variant: iemand met een migratieachtergrond. In het begin kan een aangepast taalgebruik wat geforceerd klinken en weerstand opwekken. Dat is normaal, leren we in de brochure. De samenstellers (medewerkers van Orbit, Welzijnsschakels en Broederlijk Delen) waren zo eerlijk ook hun eigen weerstanden te benoemen in de brochure.
Blank of wit?
Een voorbeeld: zeggen we nu ‘blank’ of ‘wit’? Dit lezen we in de brochure:
‘Wit en blank worden gebruikt voor mensen die geen zwarte of donkere huidskleur hebben. Toch is er een andere gevoeligheid bij blank dan bij wit. Algemeen gezien is er in het Belgisch-Nederlands een verschuiving van blank naar wit.
- Blank is geen kleur en wordt geassocieerd met positieve betekenissen als zuiver en puur.
- Wit heeft voor sommigen een negatieve bijklank omdat het vaak gebruikt wordt in een context van actief antiracisme. Dat wit in het Frans blanc is, maakt de keuze voor wit niet eenvoudiger.
Conclusie: Wij gebruiken wit, want die term roept het minst discussie op. En als we wit of witte mensen gebruiken dan is dat doorgaans in verhalen over ervaringen van mensen rond privileges, racisme, discriminatie en kansen of drempels tot deelname aan het maatschappelijke leven.’