De Kesel in afscheidsviering: ‘Blijven luisteren naar elkaar’
In de basiliek van Koekelberg woonden honderden aanwezigen de afscheidsviering van kardinaal Jozef De Kesel als aartsbisschop bij. De kardinaal ging begin september op emeritaat, maar door zijn deelname aan de wekenlange synode in Rome kon de viering nu pas plaatsvinden.
Vooraf was er een panelgesprek waarin de kardinaal samen met hulpbisschop Koen Vanhoutte en diaken Geert De Cubber terugblikte op hun deelname aan de synode. Alle aanwezigen konden daarover ook in kleine groepjes van gedachten wisselen.
Aartsbisschop Terlinden sprak ook een dankwoord uit aan kardinaal De Kesel, die hij begin september opvolgde: ‘Uw deelname aan de synode heeft u er nog meer van overtuigd dat de weg naar een synodale Kerk, een weg van bekering is. Niet alleen van ieder van ons, maar ook van de Kerk als gemeenschap. De overgang van een klerikale naar een synodale Kerk vraagt tijd en inzet en zeker ook de bereidheid om ons te laten leiden door de Heilige Geest. (...) Wie u kent, kan getuigen dat u niet van plan was om aartsbisschop te worden, laat staan kardinaal, u had geen carrièreplan. Als u deze functies met liefde en toewijding heeft uitgeoefend, dan is dat omdat u ertoe geroepen was. Het was niet de zoektocht naar macht die u leidde, maar trouw aan de roep van de Heer.’
Lees onder de foto de homilie die de kardinaal uitsprak tijdens de viering.
‘Ik zeg u : ik ken u niet’. Dat antwoord aan de bruidsmeisjes verrast. Men verwacht in een parabel van Jezus wel iets anders: wat meer begrip en wat meer barmhartigheid. Die meisjes zitten in moeilijkheden en zien geen uitweg. En ze krijgen als antwoord: ik ken u niet. Wat betekent dat? Laat ons toch even stilstaan bij het woord ‘kennen’. Iemand kennen is niet zo vanzelfsprekend. Soms denkt men iemand te kennen, een buur, iemand op het werk, iemand die we regelmatig ontmoeten. En plots gebeurt er iets en je beseft dat je die persoon eigenlijk niet kent. Iemand kennen is inderdaad helemaal iets anders dan over iemand geïnformeerd te zijn.
Iemand kennen vraagt veel tijd, veel luisteren.
Om iemand te kennen, moet men iemand echt ontmoeten. Pas als je het leven met iemand deelt, leer je echt iemand kennen. Dat vraagt veel luisteren, veel tijd, veel geduld, veel openheid.
Was Jezus echt gekend?
Ook Jezus zelf heeft dat ervaren. Hij was een bekend iemand geworden. Men sprak over Hem en velen wilden Hem horen en zien. Maar was Hij echt gekend? Begreep men Hem? Naar het getuigenis van de evangeliën was dat niet het geval. In één van de parabelen zeggen de mensen: ‘Maar natuurlijk kent u ons: we hebben met u gegeten en gedronken en u op het marktplein gehoord.’ Maar ook daar wordt hen gezegd: ‘Ik weet niet waar jullie vandaan komen.’
Jezus kennen is geen kwestie van Hem eens gehoord en gezien te hebben. Je leert Hem alleen kennen als je verbonden met Hem leeft, zoals zijn leerlingen. Hij heeft hen niet alleen geroepen om uitgezonden te worden, maar ook om het leven met Hem te delen in een geest van echte fraterniteit onder elkaar. Het is in het luisteren naar Hem, het leven delend met Hem en met elkaar, dat ze Hem stilaan zijn gaan begrijpen.
Dat geldt ook voor de synode.
Er mogen nog zo dringende en noodzakelijke beslissingen genomen worden, als die niet de vrucht zijn van dat luisteren en delen, worden we nooit een synodale Kerk.
(Lees verder onder de foto)
Bij de aankomst van de bruidegom weigeren de meisjes wat van hun olie te geven aan hen die er te kort hebben. Ook dat wekt verwondering. Vraagt het evangelie juist niet dat we elkaar moeten helpen? Inderdaad. Maar verstandig zijn, vooruitziend en zorgen dat je geen olie te kort komt, wat betekent dat? Juist niets anders dan Jezus ontmoeten, naar Hem luisteren, leven in verbondenheid met Hem om Hem zo te leren kennen. En dat vraagt tijd. Dat arrangeer je niet op het allerlaatst in enkele minuten! Trouwens, je kunt dat ook niet doen in de plaats van iemand anders. Natuurlijk kan iemand anders met mij op weg gaan en mij daarin helpen. Maar het geloof is en blijft een persoonlijke, vrije keuze waarvoor ik ook persoonlijk verantwoordelijk ben.
De parabel zegt ook dat de bruidegom op zich laat wachten.
Dat is geen toevallig detail. Daarachter steekt de ervaring van de vroegste Kerk. Want ook zij wachtte op de komst van haar Heer. Ze leefde natuurlijk van de herinnering van alles wat Jezus gezegd en gedaan had. Hij behoort niet tot de voltooid verleden tijd. Hij komt opnieuw, zij het nu voor het laatste en in heerlijkheid. Dat was haar overtuiging. En in die verwachting leefde ze. Maar stilaan begon ze te beseffen dat Hij niet onmiddellijk komt, dat er eerst een langere geschiedenis komt. En stilaan ontdekte ze de zin van die tussentijd. Het is de tijd waarin voor olie moet gezorgd worden, waar we wijs en verstandig en vooruitziend moeten zijn. Het is de tijd waarin geluisterd wordt naar Jezus, waarin geleefd wordt in gemeenschap met Hem. Het is de tijd waarin we Hem leren kennen en leren leven volgens zijn woord.(Lees verder onder de foto)
Vrienden, dat is het waartoe het evangelie ons oproept. Je zult het op het einde niet redden met een beetje olie. Christen zijn, God liefhebben, Jezus kennen, Kerk zijn, dat vraagt veel aandacht en waakzaamheid. Het vraagt bovenal veel luisteren, luisteren naar Gods Woord, er ook samen naar luisteren en samen onderscheiden wat de Geest aan de Kerk zegt. Het is en blijft de opdracht en de bedoeling van de synode die nu haar laatste fase ingaat. Het gaat er niet om dat die of die opvattingen het al dan niet halen.
Het gaat er om dat we naar elkaar luisteren en elkaar, ook in de verscheidenheid, beter leren kennen en waarderen.
En dat op basis van dat luisteren de juiste beslissingen genomen worden om bevrijd te worden van iedere vorm van klerikalisme en om zo een meer broederlijke en synodale Kerk te worden. Want daar gaat het om, naar het woord van Jezus: ‘Gij hebt maar één Meester en gij zijt allen broeders’ (Mt 23,8).
Homilie uitgesproken op 12 november 2023 in de Basiliek van Koekelberg door
+Jozef kardinaal De Kesel
Aartsbisschop-emeritus van Mechelen-Brussel