Commentaar bijbellezing 21/4: ‘Geroepen’ - Lode Aerts
Evangelie: Johannes 10, 11-18— ‘De goede Herder geeft zijn leven voor zijn schapen’
In die tijd sprak Jezus tot zijn leerlingen: ‘Ik ben de goede Herder. De goede Herder geeft zijn leven voor zijn schapen. Maar de huurling die geen herder is en geen eigenaar van de schapen, ziet de wolf aankomen, laat de schapen in de steek en vlucht weg; de wolf rooft ze en jaagt ze uiteen. Hij is dan ook maar een huurling en heeft geen hart voor de schapen. Ik ben de goede Herder. Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij, zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen. Ik heb nog andere schapen die niet uit deze schaapstal zijn. Ook die moet Ik leiden en zij zullen naar mijn stem luisteren en het zal worden: één kudde, één herder. Hierom heeft de Vader Mij lief, omdat Ik mijn leven geef om het later weer terug te nemen. Niemand neemt het Mij af maar Ik geef het uit Mijzelf. Macht heb Ik om het te geven en macht om het terug te nemen: dat is de opdracht die Ik van mijn Vader heb ontvangen.’
Commentaar Lode Aerts: ‘Geroepen als kinderen van God’
‘De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen.’ Jezus zegt het tot vier keer toe in dit korte evangelie van roepingenzondag. De herhaling is terecht, want ze betreft de kern van de Blijde Boodschap: Jezus geeft zijn leven voor ons geheel en al, omdat Hij van Gods liefde vervuld is. Dat was de opdracht, ja de roeping die de Vader Hem gaf: ons leven delen, tot in onze diepste nood. Hier ontspringt meteen onze roeping als gedoopte. God roept elk van ons om het aanbod van zijn liefde van harte te aanvaarden.
Werkelijk, roeping is meer relationeel dan functioneel.
Roepingenzondag gaat niet in eerste instantie om het op peil houden van het kerkelijk personeelskader.
Te vaak herleiden we ‘roepingen’ tot het benodigd aantal kerkelijke vrijgestelden. Begrijpelijk, maar jammer, want we gaan dan voorbij aan het diepste geheim van ons geloof. God is liefde en Hij heeft ons Jezus gezonden als goede herder die zijn leven voor ons geeft. Hoe verlangt Hij ernaar dat wij die liefde beantwoorden! God roept heel zijn Kerk om een wederwoord te geven op zijn genegenheid, zodat de wereld kan zien dat Hij werkzaam aanwezig blijft en dat een leven met Hem je hoopvol en gelukkig maakt.
Moeten we op roepingenzondag dan niet bidden voor priesters, diakens en pastorale vrijgestelden, voor religieuzen, godgewijden en gehuwden? Natuurlijk wel, want deze roepingen zijn onmisbaar om onze roeping als gedoopten te beleven. Hoe zouden we Gods stem beantwoorden, wanneer het evangelie niet meer wordt verkondigd? Wanneer niemand nog gewijd wordt om namens Jezus voor te gaan in de eucharistie? Wanneer niemand nog de kerk leidt en voorgaat? Wanneer er geen diakens zijn met hun zelfvergeten inzet? Wanneer er geen zusters en broeders in hun religieuze gemeenschap bidden en het goede doen? Wanneer er geen gehuwden Gods verbond tonen in hun liefde tot elkaar en in hun zorg voor de kinderen?
Dankzij deze mensen kan elke gedoopte Gods liefde gaan beantwoorden.
Zijn liefde bindt ons allen tezamen als geroepenen. Johannes schreef het terecht: ‘We worden kinderen van God genoemd en we zijn het ook.’
Lode Aerts is bisschop van Brugge