‘Schuilt niet in elk van ons een farizeeër?’
Wanneer hij terugblikt op zijn rol als Jezus in De Passie in Lier in 2018, blinken zijn ogen. „Muzikaal, theatraal, amicaal was het waanzinnig. Ik groeide van het pathetische cliché van een Jezusfiguur ver boven ons verheven, naar een meer menselijke invulling die staat voor verbinding, geduld en vergiffenis.”
Zorro, piraten, coole kerels met leren laarzen, lange haren en gierende gitaren… Dat was de jeugd van Pieter Jan De Paepe (25). Het theatrale en flamboyante karakter van rock-’n-roll dreef hem richting een opleiding pop en rock, en kleurt zelfs zijn woordenschat. „Waanzinnig dat ik nu gecast word als rockende Jezus in Jesus Christ Superstar”, zegt de energieke twintiger. „Een jongensdroom wordt werkelijkheid.”
„Zolang ik me kan herinneren, was ik bezig met het schrijven van verhalen en het maken van muziek”, zegt De Paepe. „Muziek is een unieke en universele taal. Als zanger in de rockbands Rusty Spoon en Made in Purple houd ik van de combinatie van het schrijven, dat vaak een eenzaam werk is, het repeteren met de groepsleden die echte vrienden zijn, maar ook van het optreden. Live samen met het publiek een fantastische avond beleven, dat is de max.”
– Een jaar geleden maakte de coronapandemie abrupt een einde aan alle optredens. Hoe beleefde u dat?
De eerste weken waren best oké, omdat ik na een reeks draaidagen toe was aan rust. Ik had tijd om te studeren en ik gooide me op het schrijven. Na een week of vijf bleek echter dat die lockdown langer zou duren dan gedacht. Dat viel me zwaar. Ik heb een aantal keren echt diep gezeten. Ik miste het contact met mijn publiek. Ik heb live optredens en sociale interactie nodig om te kunnen relativeren. Ik liep hard met het hoofd tegen de muur, maar tegelijk leerde ik in die periode veel over mezelf. Na afloop blijken donkere tijden vaak een voedingsbodem voor nieuwe creatieve ideeën en stromingen. Corona, depressies, Black Lives Matters, de bestorming van het Capitool in Washington… Het zijn gebeurtenissen die een creatieve revolutie op gang trekken. En een revolutie zullen we nodig hebben, want voor kunst en cultuur zal er nog weinig geld over zijn.
– In juni werden de opnames van ‘Thuis’ hervat. Hoe anders is acteren in coronatijd?
Ik voelde me net een kind dat na drie weken huisarrest opnieuw naar de speeltuin mag. Voor ons, acteurs, valt het naleven van de veiligheidsmaatregelen op de set best mee, maar voor de crew is het heftig. Wij dragen een mondmasker, behalve bij de generale repetitie en de opname. Zij dragen voortdurend een mondmasker zowel als een spatscherm. Om coronaveilig te kunnen draaien, haalt de regie de trukendoos boven. Een scène met Frits De Ruyter, alias Robin, en ik samen in de auto bijvoorbeeld, werd steevast schuin gefilmd. Wanneer Frits werd gefilmd, zat ik op een blok naast de auto en andersom.
– In ‘Thuis’ speelt u de slechterik, met Jezus krijgt u de goeie rol. Wat is het moeilijkst?
Xander, mijn personage in Thuis, heeft een opmerkelijk duister karakter. Hij kan zijn gevoelens niet uiten en legt moeizaam contact. Aanvankelijk [node:field_streamers:0] had ik het er moeilijk mee om me na de opnames los te maken van mijn personage en nam ik Xander mee naar huis. Toen ik voor het slapengaan in de spiegel keek, zag ik nog het duister smeulen in mijn ogen.
Jezus spelen is echter evenmin vanzelfsprekend. In de musical is de grens dun tussen een naïeve Jezus die handelt uit liefde en solidariteit en een Jezus als irritante kerel. Het komt erop aan in de uitvoering de juiste balans te vinden. Want Jezus kan best kwaad worden om het kwaad. Voor een explosief iemand als ik is dat een hele uitdaging, maar daar houd ik van. En hoewel de musical opent met een Jezus in de fleur van zijn leven, wordt ook dat leven donker. Denk maar aan Gethsemane, samen met Judas’ Death mijn lievelingssong. Dat is niet enkel technisch moeilijk uit te voeren, maar ook inhoudelijk vreet het aan je, want die song ademt ontzettend veel woede en pijn. Daarna moet je nog sterven...
– ‘Jesus Christ Superstar’ is een rockopera uit de jaren 1970. Is de boodschap nog hip vandaag?
Jezus Christ Superstar is een van de top drie musicals aller tijden. Van nootkeuze tot woordkeuze klopt alles perfect. Wat het verhaal betreft, dat is zelfs boeiend voor een publiek dat weinig of geen gevoel meer heeft met het geloof of met de Kerk. Het gaat over iemand die de dingen anders zag dan alle anderen, over iemand die zag dat samenleven zonder brute kracht en geweld wel degelijk mogelijk is en die dat op zijn unieke manier trachtte over te brengen.
Tegelijk gaat het over Judas, die ontgoocheld is in zijn vriend en Hem de rug toekeert, maar later spijt krijgt. Het is een verhaal over haat, dat zo dicht ligt bij liefde, schuld en lijden. Voelen we ons niet allen nu en dan machteloos? Schuilt niet in elk van ons een beetje farizeeër? Hoe hard zijn we soms voor de ander? Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen…
Jezus staat voor verdraagzaamheid, elkaar graag zien, solidariteit. Wie kan daar iets op tegen hebben? Vandaag mogen we daar best wat meer oog voor hebben. We vellen zo snel oordelen, terwijl we het verhaal van de ander niet kennen. Ik pleit zelf ook schuldig. Ondertussen leer ik de ander het voordeel van de twijfel te geven. Wordt het niet dringend tijd dat we wat meer verdraagzaam zijn? Dat we wat vaker solidair zijn? Dat we denken aan de ander, zeker in deze coronatijd? Dat is de boodschap van Jesus Christ Superstar en die is actueler dan ooit.
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be Jesus Christ Superstar gaat in première op 26 maart in de Zuiderkroon in Antwerpen (Vlaamsekaai 81/83). Tickets kunt u bestellen op de website musichall.be.