‘Een heiligenverhaal is bovenal een liefdesverhaal’
„Een mond die liegt, vermoordt de ziel.” Drie keer sprenkelt scenarist Pierre De Clercq Het boek der Wijsheid uit over Santa Subito, zijn roman over Ernest die op zijn eerste communiedag ouders, zus en broer verliest. Dat noodlot zuigt hem jaren later, met een koffer vol mysterie, naar Rome. Ernest wil God de rekening presenteren.
Hij voelt zich wat onwennig. Het schrijven gaat Pierre De Clercq immers makkelijker af dan het spreken. Of, zoals zijn alter ego uit zijn eerste roman Santa Subito zegt: „Mij is de afstand van brein en mond altijd aan de te korte kant. Van hoofd naar schrijvende vingers is voor mij een betere lengtemaat.” Dat heeft hij ten overvloede bewezen met scenario’s voor films als Hasta la vista, Verlengd weekend en series als Windkracht 10, Flikken en Amigo’s.
– U situeert uw eerste roman in een religieuze achtergrond: vanwaar uw belangstelling?
Die belangstelling is altijd aanwezig geweest of gebleven. Als je in je jeugd bij je katholieke opvoeding al die fantastische verhalen uit de Bijbel meekrijgt, raak je die nooit kwijt. Ik ben daar ook dankbaar voor: zij stimuleerden de fantasie van het kind dat ik toen was. Aan de andere kant is er, voor een verhalenverteller, de potentie van een goed verhaal en de goesting om dat te vertellen. De kiem voor Santa Subito lag in een artikel over canonisaties onder Johannes Paulus II. Daarop ontspon zich in mij een verhaal met de personages van Ernest, Livio en Stefania, was er een „kaduke” heiligverklaring en moest het verhaal naar Rome en het Vaticaan gaan. Het decor zat ingebakken in het idee. Ik heb dan veel gelezen, reisde naar Rome en verzamelde materiaal om het verhaal te stofferen.
– Parallel plaatst u naast de vertelling de correspondentie tussen scenarist P. (sic) en regisseur Liv. Waarom?
Het hoofdverhaal speelt zich af in 1978, het jaar van de drie pausen, tijdens de 33 dagen van paus Johannes Paulus I. De scenarist anno nu is gevraagd om dat verhaal te adapteren tot een filmscenario. Ik heb dertig jaar gewerkt als scenarist en die boterbriefjes van de scenarist aan de regisseur liggen daarvan in het verlengde. De scenarist aan het woord laten, werkte bevrijdend. Hij kon foeteren op wat de auteur op zijn bordje had gelegd. Het werkte zelfs in de twee richtingen: in een romanhoofdstuk kon ik mij al verkneukelen op de reactie van de scenarist. Ik speelde al schrijvende met plezier beide rollen.
– Hoeveel Pierre De Clercq steekt er in de scenarist die zegt niet gelovig te zijn?
Auch. Ik ben inderdaad ooit misdienaar geweest, heb catechismusles gevolgd en ken de Tien Geboden nog altijd uit het hoofd, enfin, zo goed als. Die ervaring ligt ver achter mij. Maar ik kijk daar met een grote mildheid en een stuk nostalgie op terug. Zonder enige bitterheid of nijd. Wie weet is het hele boek zelfs één groot Akte van Geloof. Daar moet de lezer maar over oordelen.
– Heiligverklaringen [node:field_streamers:0] zijn business, zegt de figuur van Livio. Is dat kritiek op sommige kerkelijke praktijken?
Vereenzelvig de schrijver nooit met zijn personages. Zelf pleit ik helemaal onschuldig (lacht). Nu, er zijn verhalen verschenen van lekenpostulatoren die aan zalig- en heiligverklaringen een niet onaardige cent hebben verdiend. Voor zover ik in mijn research heb gevonden is de weg voor lekenpostulatoren pas vrijgemaakt door de hervormingen van de canonisatieprocedure, Divinus Perfectionis Magister, in 1983 onder paus Johannes Paulus II. Mijn verhaal speelt zich af in 1978. Je zou kunnen zeggen dat mijn Livio Spoletini zijn tijd vooruit was.
– Volgens de „eerlijke oplichter” Livio is een heiligenleven altijd een liefdesverhaal.
Dat heb ik uit Making Saints van Kenneth L. Woodward, een fantastisch boek dat zowat als mijn bijbel fungeerde, waarin hij zich de vraag stelt welk verhaal een heilige ten goede komt: zeker geen tragedie, misschien wel een komedie, met een zekere mate van suspense, maar bovenal is het volgens hem een liefdesverhaal. En dat is het ook in mijn boek. Als de jonge Ernest zich afkeert van God om wat hem is aangedaan, kiest hij in Rome resoluut voor de liefde tot zijn naasten.
– Uw boek eindigt met Ernest die aan de scenarist vertelt: ‘Het is jouw schepping, jij beslist, jij bent God’?
Het is een knipoog naar de scenarist of schrijver die ook uit het niets een wereld schept. Hier speelt nog iets anders. Jaren geleden las ik het boek van Philip Gourevitch over de Rwandese genocide, Ze maken ons allemaal dood. Hij eindigt met wat de Vlaamse zuster Griet Bosmans en 17 Rwandese schoolmeisjes is overkomen in dat gruweljaar 1994. Génocidaires overvielen vanuit Congo het internaat en bevalen Hutu- en Tutsi-meisjes apart te gaan staan. De meisjes weigerden, zeggend dat zij allemaal Rwandezen waren. Daarop zijn ze vermoord, niet nadat Griet Bosmans probeerde de meisjes te beschermen. Omwille van de tijdlijn heb ik het incident verplaatst naar Burundi 1972 en van mijn almacht als verteller gebruik gemaakt: ik heb in het boek de vermoorde meisjes die ik met naam en toenaam noem een lang en een gelukkig leven geschonken.
Santa Subito, Pierre De Clercq, Manteau, 384 blz, €24.99. www.santasubito.com