Uit volle borst
Zingen is twee keer bidden, zou Augustinus ooit hebben gezegd. Ik geloof het graag, want ik ben dol op zingen, ook in de kerk. Vooràl in de kerk.
Ik heb uiteraard mijn favorieten. Hoog in mijn Kerk Top 100 staat Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig, een kraker van Huub Oosterhuis met die leuke sprongetjes in de melodie.
Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig
en hoe onzegbaar ons nabij.
Dat, door honderden kelen, ik kan er erg door geraakt worden.
Slechts één probleempje staat mijn complete over-gave aan die samenzang in de weg: ik kan niet zingen. Ook niet een klein beetje: niet. Ook niet een beetje naast de toon: zelfs niet in de buurt. En toch kan ik het niet laten, want playbacken, dat is hetzelfde niet - vraag maar aan Madonna.
Dus brom ik wat. Ik murmel en mompel, tussen mijn tanden met toegeknepen stembanden meng ik mij in de muzikale betovering. Hoe ver ik daarin kan gaan, dat hangt af van wie mij omringt. In het beste geval word ik vocaal geruggensteund door kloeke bassen, gulden baritons en donkere alten. Dan kan ik mij helemaal laten gaan. Dan wordt mijn toonloze stem gedragen door al die andere stemmen. Ik troost me met een andere zin uit Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig:
Gij zijt zo mens´lijk in ons midden
dat Gij dit lied wel zult verstaan.
Dus ook die toonloze stem, hoop ik dan.