Contiusorgel in Leuvense vredeskerk Sint-Michiel
Katlijne Malfliet woont op nauwelijks honderd meter van de barokke Sint-Michielskerk in de Leuvense Naamsestraat en is er al langere tijd voorzitster van de kerkraad. Vrijdag ging prof Malfliet op emeritaat. De specialiste Russische politiek en Oost-Europees recht was vicerector van de KU Leuven en voorzitster van onder meer de Nationale Vrouwenraad en van Pax Christi Vlaanderen. Haar emeritaat was dus voor de meertalige geloofsgemeenschap van Sint-Michiel een uitstekende gelegenheid om net voor de emeritaatsplechtigheid bijeen te komen voor een sfeervolle vredesviering.
In Sint-Michiel vieren ook de Spaanstalige katholieken van Leuven en omstreken de liturgie.
Cantor van Leipzig
De Sint-Michielskerk gaat al enkele jaren als een vredeskerk door het leven. Het Contiusorgel dat er vrijdag werd ingezegend, heeft daarmee eigenlijk niets te maken, maar het kan voor dat concept van de vredeskerk wel uitstekende diensten leveren. Van de befaamde orgelbouwer Heinrich Andreas Contius is slechts één orgel overgebleven, dat van de Heilige Drievuldigheidskerk in Liepāja in Letland – ook bekend onder de Duitse naam Libau - dat in 1774 werd gebouwd. In een brief laat Johann Sebastiaan Bach zich alvast positief uit na het inspelen van zo’n Contiusorgel; het instrument was dan ook uiterst geschikt voor laat-achttiende-eeuwse barok.
Intussen werd de Leuvense musicologieprof David Burn titularis van het gereconstrueerde instrument.
Sint-Pieterskerk
Een groep Belgische burgers - verenigd in de Contius Foundation onder voorzitterschap van de Brusselse advocaat Jean-Pierre De Bandt - nam immers het initiatief tot het bouwen van een nieuw Contiusorgel, gekopieerd op het enige overgebleven exemplaar. De vraag waar het nieuwe orgel terecht moest komen, sleept al lang mee. De Contius Foundation wist voormalig burgemeester van Leuven Louis Tobback ervan te overtuigen het instrument in Leuven te ontvangen, maar Monumenten & Landschappen stak een stokje voor de plannen om het voor het glasraam aan de westelijke gevel van de Sint-Pieterskerk te installeren. Zo werd het plots aan de Sint-Michielskerk aangeboden.
Het doksaal en orgel van Sint-Michiel hadden de bombardementen bij de Bevrijding in 1944 niet overleefd.
Nieuw doksaal
De bouw van het nieuwe instrument gebeurt in drie fasen door orgelbouwers Flentrop Orgelbouw uit het Nederlandse Zaandam en Joris Potvlieghe uit het Vlaams-Brabantse Tollembeek. Het werk is nog lang niet voltooid, er zijn nog maar enkele registers beschikbaar. Maar om het orgel in de Sint-Michielskerk te kunnen installeren, was een gloednieuw doksaal nodig. Deze nieuwe constructie in massief eikenhout vormt een elegante boog naar het schip van de kerk en biedt niet alleen ruimte voor het imposante orgel, maar ook voor een koor. Bovendien wordt de oorspronkelijke barokklank door de houden draagvloer maximaal benaderd.
Vrijdag werd het orgel ingezegend en ingespeeld door prof David Burn, verbonden aan het departement Musicologie van de KU Leuven, en titularis van het nieuwe Contiusorgel.
Lees verder onder de foto's
Vraag ‘van’ God is ook de vraag ‘naar’ God
Mensenkind, kunnen deze beenderen weer tot leven komen? (Ez. 37,3) klonk de vraag van God zelf aan Ezechiël, waarbij universiteitspastor Jacques Haers in zijn homilie tijdens de vredesviering stilstond. Wij mogen nooit deze misschien zwakke, maar hoopvolle vraag van God smoren. Ook al zien we niet hoe het kan, ook al wanhopen we of zijn we moedeloos, deze godsvraag – die meteen ook de vraag naar God is – klinkt in ons als een vlammetje in een donkere nacht. Zij is als een geschenk dat ons toegesproken – toegefluisterd – wordt. Omwille van de kwetsbare hoop die in deze vraag inleidt, hebben mensen zoiets als deze Sint-Michielskerk gebouwd.
Daarom ook worden verhalen verteld zoals over Mozes en Jezus, daarom blijven we orgels bouwen en bespelen. Jacques Haers
Lotsverbondenheid is vrede
In gebouwen als deze prachtige barokke ruimte kunnen we onze verschillen of geschillen leren zien als vredeswegen, ging jezuïet Haers verder. Het zijn wrede weefsels die vredeweefsels worden, instrumenten die diversiteit en verscheidenheid creatief laten samenklinken. Een stil stemmetje in ons suggereert vanuit een belofte die zowel een vraag als een uitnodiging is, dat op geweld een ander antwoord mogelijk is dan geweld, en dat vrede aldus mogelijk wordt en de moeite loont. Dat we onze onmachtige handen maar uit de mouwen steken, zonder goed te weten waar onze woorden naartoe gaan en welke daden van verzoening we zullen stellen…
Zolang ons gedragen weten door een lotsverbondenheid die maar is als ze vrede is. Jacques Haers