75 jaar geleden stierven deze KAJ-oprichters in Dachau
Op 27 januari herdacht de wereld de bevrijding door Sovjet-troepen van het concentratiekamp Auschwitz op het einde van de Tweede Wereldoorlog. Daarmee waren nog niet alle kampen bevrijd. In Dachau kwamen kort voor de bevrijding 2 bekende Belgen om het leven: Fernand Tonnet en Paul Garcet, twee leden van het 'oprichterstrio' van de KAJ, die stierven in het nazi-vernietigingskamp in Dachau in januari en februari 1945.
Fernand Tonnet
Fernand Tonnet ontmoette de jonge priester Joseph Cardijn in de parochie van Onze-Lieve-Vrouw van Laken in 1912. Na de Eerste Wereldoorlog richtten ze samen met Paul Garcet een emancipatiebeweging op voor ‘Kristelijke Arbeidersjongeren’, de KAJ (JOC in het Frans).
De beweging kreeg de goedkeuring van paus Pius XI en had in 1925 al 400 teams op de been in Brussel, Wallonië en Vlaanderen. Tonnet werd tijdens het eerste nationale congres in 1925 verkozen tot nationale president en bleef een leidende rol spelen. In 1927 reisde hij naar Frankrijk om te helpen bij de lancering van de beweging in Parijs en Lille, waar hij werd verwelkomd als de eerste internationale president van de opkomende beweging. Zo speelde hij een sleutelrol bij het vormen van een hele generatie jonge leiders.
Paul Garcet
Paul Garcet kwam rond 1915 als 14-jarige in contact met Cardijn. Op het eerste KAJ-congres in 1925 werd hij gekozen tot nationale penningmeester. Kort daarna werd hij samen met Tonneten Jacques Meert werknemer voor de beweging.
Cardijn beschreef ze als het stichterstrio: ‘Fernand het hoofd, Paul het hart en Jacques de handen’.
Anderen voegden Cardijns naam toe aan de lijst als het 'vuur' of de 'ziel' van het team.
Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Duitse bezetting bleven Tonnet en Garcet hun apostolische werk voortzetten. Hoewel ze geen formeel lid van het ondergrondse verzet waren, namen ze toch veel risico's om hulp te bieden aan mensen in nood. Onvermijdelijk kwamen hun acties onder de loep.
Paul Garcet was de eerste die begin juni 1943 werd gearresteerd, omdat hij onderdak zou geboden hebben aan een parachutist van het verzet. Fernand, die Paul had gebeld om zijn hulp te vragen voor de taak, gaf zichzelf de schuld van de arrestatie. Enkele dagen later werd Fernand zelf ondervraagd door de Gestapo. Op 10 augustus keerde de geheime politie terug en werd hij opgesloten in de gevangenis van Sint-Gillis, waar ook Cardijn, Paul Garcet en andere collega's werden vastgehouden.
Van Esterwegen naar Flossenbürg en Dachau
Eind augustus 1943 werden zowel Fernand als Paul overgebracht naar het vernietigingskamp in Esterwegen in het noordwesten van Duitsland. De ontmenselijking begon: ze werden kaal geschoren, kregen een gevangenisplunje en een nummer. Allebei werden ze geclassificeerd als de gevaarlijkste gevangenen met de initialen NN: Nacht und Nebel. Alle sporen van hun bestaan moesten verdwijnen. Een onuitgesproken doodsvonnis, dat hen levend dood verklaarde.
Als dwangarbeid sorteerden ze cartridges en recycleerden materiaal voor oorlog. Ze zochten allerlei manieren om het werk te vertragen en probeerden andere gevangenen spirituele en emotionele steun te bieden.
Op 20 maart 1944 werden ze verplaatst naar het Flossenbürg bij Bayreuth. Hun gezondheid begon te tanen. Tonnet woog nog maar 51,5 kg. Eind november werd het kamp leeggemaakt en werden Garcet en Tonnet overgebracht naar Dachau, waar het kon vriezen tot -22 °C.
Met z’n 40 lagen ze op 3 kamers. De meesten waren al te zwak om te werken en brachten de dagen in bed door. Vooral Fernand Tonnet was al fel verzwakt. Pater Mauroy, die het kamp overleefde, getuigde over hem: Hij stond als leek heel dicht bij God, met een verfijnd geweten. Hij was echt toegewijd aan heiligheid. Daarvoor moest je door de buitenkant te kijken van een man die al zijn elan en dynamiek had verloren.
De maand januari van 1945 was extreem koud. Op 23 januari bezweek Paul Garcet, met Fernand aan zijn zijde. Die stierf niet veel later; tegen de ochtend van 2 februari 1945 gaf hij de geest. Minder dan 3 maand later werd Dachau bevrijd. Te laat voor de stichters van JOC-KAJ.
Cardijns eerbetoon
Cardijn is de bijdrage van Fernand Tonnet en Paul Garcet nooit vergeten. Hij steunde de oproep voor hun zaligverklaring in 1965. Het liep inmiddels tegen het einde van het Tweede Vaticaans Concilie, dat de rol van leken in de kerk had bekrachtigd.
Het was niet in de eerste plaats hun arrestatie, verblijf en martelaarschap in het kamp Dachau dat hen onderscheidde voor de heldenmoed van heiligheid, zei Cardijn destijds. Vele anderen hebben een soortgelijke sublieme heldenmoed getoond. Nee, hun hele jeugd werd gekenmerkt door het geloof en een apostolische missie, door dagelijks gebruik te maken van de meest authentieke bronnen van heiligheid en apostolaat, door een ongeëvenaarde liefdadigheid en verzaking, door goedheid, zachtmoedigheid en doorzettingsvermogen in dienst van de kleine en meest verlaten mensen.
Bij de 75e verjaardag van hun dood is het goed om de inzet en het offer van Fernand Tonnet en Paul Garcet in herinnering te brengen. Dat het Tweede Vaticaans Concilie de roeping tot heiligheid van leken onderschreef, is misschien wel het grootste eerbetoon aan deze 2 bijzondere mensen.
Met dank aan Stefan Gigacz van Cardijn Research.