10 graven en monumentale grafkapellen
#1 Grafkapel Rutten
Afkomstig van Geistingen in Kinrooi was Martin-Hubert Rutten van 1902 tot 1927 bisschop van Luik (waartoe het huidige bisdom Hasselt toen nog behoorde). De grafkapel in zijn geboortedorp maakte ooit deel uit van een kerk die in 1837 werd afgebroken. Het koor werd bewaard en verbouwd tot een achtzijdige kapel. In 1905 kreeg bisschop Rutten toestemming om ze als grafkapel in te richten voor hem en zijn broer, die kanunnik was.
Op 23 juli 1927 werd de bisschop begraven. Zijn broer volgde in 1929. Op de grafsteen staat het opschrift Resurrectionem expectant (de verrijzenis verwachtend). In het plafond is een sculptuur van een duif aangebracht, symbool van de Heilige Geest en nog afkomstig uit de oude kerk.
De grafkapel, een beschermd monument, is gelegen in de Pastorijstraat in Geistingen.
#2 Broeder Mutien Marie
Louis Joseph Wiaux (1841-1917) trad op zijn 15de in bij de Broeders van de Christelijke Scholen in Namen en kreeg toen de naam Mutien-Marie, een verwijzing naar zijn grote mariaverering. In Chimay en Brussel werd hij opgeleid tot leraar, waarna hij naar een nieuw schooltje in Malonne (Namen) werd gestuurd. Een geboren leraar was hij niet; hij knapte in de school ook klusjes op, assisteerde bij muziek- en tekenlessen en was surveillant – steevast met de rozenkrans in de hand. Daarom werd hij ook wel de broeder die altijd bidt genoemd.
Na zijn dood werd zijn graf in Malonne een bedevaartsoord met museum, dat tot van heinde en ver aantrek heeft. De Gemeenschap van het Heiligdom van Broeder Mutien Marie noteerde de voorbije jaren bezoekers uit 78 landen. De voormalige abdij bij het graf is gerestaureerd en beschermd.
#3 Frans Van De Velde
Pater oblaat Frans Van De Velde (1909-2002) werkte als missionaris in het noorden van Canada bij de Inuit, die hem aanspraken met Ataata Vinivi (een verbastering van de naam Van de Velde met de vertaling van ‘pater’ ervoor). Hij kwam op voor de rechten van de inheemse bevolking, bestudeerde hun taal en gewoonten en lag mee aan de basis van het Eskimomuseum in Churchill, een klein stadje in de provincie Manitoba.
Op hoge leeftijd keerde hij terug naar België, waar hij een veelgevraagd spreker werd. Pater Vinivi overleed in Lemberge en werd begraven in het familiegraf in Landskouter (Oosterzele).
#4 Theophiel Verbist
Theophiel Verbist (1823-1868) stichtte in 1862 de Congregatie van het Onbevlekt Hart van Maria, kortweg Scheut. Getroffen door berichten over de armoede in het Chinese binnenland, ruiltde hij in 1865 met drie bevriende priesters het vertrouwde Vlaanderen voor het ijskoude Binnen-Mongolië, een provincie in het noorden van China. Op 44-jarige leeftijd stierf hij er niet veel later aan de gevolgen van vlektyfus.
Zijn stoffelijk overschot werd op 10 mei 1931 overgebracht en op 30 maart 1932 bijgezet in de crypte van de Verbistkapel in een authentiek Chinese sarcofaag. Bezoek (met rondleiding) is enkel mogelijk na afspraak.
#5 Adolf Daens
Adolf Daens (1839-1907) trok zich als priester in Aalst het lot aan van uitgebuite en straatarme fabrieksarbeiders. Hij kwam op voor hun rechten, ook in de politiek bij zijn eigen Christene Volkspartij. Zijn politiek engagement leidde tot een breuk met de bisschop, die hem uit zijn ambt liet zetten.
In 2015, 108 jaar na zijn overlijden, kreeg Daens eerherstel van aartsbisschop Léonard. Op een plechtigheid bij diens graf klonk het: Spijtig genoeg werd priester Daens niet ondersteund door de bisschop en de aartsbisschop. Ze hebben hem niet geholpen maar veroordeeld. Vandaar dat ik hier vandaag ben als aartsbisschop om Daens in ere te herstellen. Beter laat dan nooit.
In zijn strijd voor het arme volk behield hij altijd zijn geloof en bleef hij trouw aan de leer van de Kerk. De priester voerde een goede strijd voor de arbeiders, die schandelijk werden uitgebuit. Priester Daens ligt begraven op de begraafplaats van Aalst.
#6 Pater Damiaan
Jozef De Veuster of Pater Damiaan (1840-1889) trok als missionaris naar Hawaï om leprapatiënten te verzorgen. Hij bezweek er uiteindelijk zelf aan melaatsheid. In 2005 werd hij in Vlaanderen uitgeroepen tot Grootste Belg en vier jaar later in Rome heilig verklaard.
Na zijn dood werd Damiaan eerst op Molokai begraven, maar in 1936 werd zijn stoffelijk overschot naar ons land overgebracht. Sindsdien rust hij in de crypte van de Sint-Antoniuskerk in Leuven.
#7 Jozef Dergent
Pieter-Jozef Dergent (1870-1914) uit Geel werd met drie revolverschoten geëxecuteerd door Duitse soldaten bij het begin van de Eerste Wereldoorlog. De pastoor van Gelrode (Aarschot) werd eerst gearresteerd omdat hij drie gewonden vervoerde. Na foltering en executie werd zijn lichaam in de Dender gesmeten. Dagen later werd het gevonden en kreeg de pastoor een eervolle begrafenis.
In 1920 kreeg hij op het kerkhof van Gelrode een grafmonument en in 1989 werd een levensgroot bronzen standbeeld onthuld in de naar hem vernoemde straat.
#8 Petrus Jozef Triest
Petrus Jozef Triest (1760-1836) speelde in het begin van de 19de eeuw een belangrijke maatschappelijke rol in armenzorg, sociale huisvesting, de zorg voor weeskinderen en vondelingen, voor bejaarden, bedelaars en landlopers. Vandaag is hij nog het meest bekend door de uitbouw van professionele zorg voor mensen met psychische problemen. Hij stichtte daartoe verschillende congregaties, met als meest bekende de broeders van Liefde.
Als erelid van het Sint-Baafskapittel droeg hij de titel kanunnik. Hij werd begraven op het kerkhof bij de kerk van Lovendegem maar later bijgezet op de begraafplaats van het klooster van de Zusters van Liefde te Lovendegem. Een bijzonder mooie site is voor publiek toegankelijk.
#9 Priester Poppe
Edward Poppe (1890-1924) was pas 33 bij zijn dood. Bijna onmiddellijk werd zijn grafkapel in Moerzeke een bedevaartsoord. Kardinaal Cardijn zei over hem: Wie priester Poppe ooit ontmoette, zal nooit de indruk vergeten. Hij was een echte heilige. Men voelde dat onmiddellijk aan. Hij was een God-drager en een God-gever. Hij wordt ook wel de Vlaamse pastoor van Ars genoemd. In 1999 werd priester Poppe zalig verklaard.
Op 9 september 1962 werden de stoffelijke resten van de priester overgebracht van het kerkhof achter de Sint-Martinuskerk naar de nieuw gebouwde Grafkapel Zalige Priester Poppe aan de Kasteellaan in Moerzeke. Het Priester Poppe-Comité had voor de grafkapel een ontwerp gevraagd in het teken van het leven van priester Poppe: eenvoudig, zuiver van lijn en in hedendaagse vormentaal. Het mausoleum is zeker een bezoekje waard.
#10 Jozef Cardijn
Jozef Cardijn (1882-1967) was de stichter en bezieler van de Katholieke Arbeiders Jeugd (KAJ), bijgenaamd De Kajotters. De sociale encyclieken Rerum Novarum (1891) en Quadragesimo Anno (1931), maar ook zijn bewondering voor priester Daens en contacten met arbeidersbewegingen in binnen- en buitenland, dreven hem ertoe zich in te zetten voor jonge arbeiders. Met de jeugdbeweging wilde hij hun ontvoogding en algemene ontwikkeling bevorderen. De invloed van kardinaal Cardijn op het sociale denken en handelen van de Kerk is onschatbaar.
Het graf van Jozef Cardijn ligt in een ruimte naast de tombes van de koninklijke familie in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Laken.