
Leiderschap met impact - Inspiratie en implementatie
De vorming ging door in het Diocesaan Dienstenhuis Groenhove en was een samenwerking tussen Dienst Zorgpastoraat en Zorg Educatie Centrum. Een vijftigtal directies van zorginstellingen waren aanwezig. Ilse De Deyne van de diocesane dienst zorgpastoraat leidde de dag in. De krachtlijnen waren:
- Hoe bouw je samen aan een krachtig en gemeenschappelijk verhaal met echte impact?
- Welke randvoorwaarden zijn essentieel voor een succesvolle implementatie van de visie?
- Hoe behoud en versterk je de bezieling van medewerkers binnen dit verhaal?
De economische basis van christelijke zorg
In het eerste deel van de vorming bracht Jan Smets, voormalige gouverneur van de Nationale Bank van België (2015-2019) en lid van de bestuursorganen van het AZ Sint-Lucas, de Woon- en Zorggroep Agapè en de Broeders van Liefde, alle economische elementen aan die een bestuur kunnen helpen om de missie van een organisatie te realiseren. Een conditio sine qua non was voor meneer Smets de koppeling van dit alles aan een christelijk geïnspireerde benadering.
Enkele specifieke elementen van die christelijke inspiratie in de zorgsector waren: universele toegankelijkheid van zorg vanuit de caritasgedachte, ruime aandacht voor ethiek in de werking, investeren in pastorale zorg en beheer vanuit de idee van rentmeesterschap waarbij opbrengsten steeds in de organisatie zelf geïnvesteerd worden.
Er werden ook enkele uitdagingen vermeld die het voeren van een dergelijk beleid bemoeilijken. Zo zijn er beperkte overheidsmiddelen, is er toenemende vergrijzing en een krappe arbeidsmarkt. Toch zijn er ook manieren om zich hiertegen te wapenen. Centraal staat hier een goede langetermijnstrategie, die altijd gepaard gaat met een gezonde meerjarenbegroting, maar ook samenwerkingen of fusies kunnen mogelijkheden bieden om het zorgaanbod te versterken. Politieke inmenging beperkt men best tot een minimum zodat een vrij en onafhankelijk beleid kan gevoerd worden.
Na de lezing konden de deelnemers vragen stellen. Themata die daarbij aan bod kwamen waren: intersectorale samenwerking, de meerjarenbegroting vanuit het perspectief van de onzekere financiering en eventuele andere verdienmodellen en de moeilijke ethische vraag over euthanasie bij dementie.
Lees verder onder de afbeeldingen

Panelgesprek met uitwisseling en vragenronde
Het tweede deel van de voormiddag bestond uit een panelgesprek met Kristof Vankeirsenbilck, gedelegeerd bestuurder van de Groep Zorg Heilige Familie en eveneens econoom, Laurence Degreef, directeur van wzc Annuntiaten Heverlee en mede-bezieler van Sociopolis, en Ann Lammens, coördinator van sTimul (zorg-ethisch lab) en onderzoeker en docent aan de Hogeschool VIVES. Het gesprek verliep in twee rondes: de eerste ronde ging over visie en inspiratie, de tweede ronde over hoe we medewerkers kunnen inspireren om de visie van de organisatie te blijven behartigen.
Kristof Vankeirsenbilck beet de spits af met het verhaal van het ontstaan van de Groep Zorg H. Familie, met bij aanvang vijf stichtende zusters in 1839, maar ook met alle elementen die vandaag de dag nog hoog in het vaandel gedragen worden. In de organisatie spreekt men over ‘grondhoudingen’ die een uiting geven aan het charisma van de zusters. Die klemtonen worden zowel op vlak van structuur als cultuur verankerd in de organisatie. Er wordt een vast budget voor zingeving voorzien wat ervoor zorgt dat de vijf grondhoudingen coherent en continu in de totaalzorg gewaarborgd worden. Het werken aan een gedeeld en gemeenschappelijk doel gebouwd op dit fundament zorgt voor verbinding binnen een diverse groep medewerkers.
Laurence Degreef werkt in een woonzorgcentrum met een uitgesproken diversiteit. Ruim de helft van de medewerkers vertegenwoordigen twintig verschillende landen. Het woonzorgcentrum Annuntiaten werd pas in 2008 vanuit de zustercongregatie Annuntiaten in Leuven opgericht, in eerste instantie vanuit een wens om de congregatie, die zich vooral op onderwijs richtte, tijdens het hele leven te kunnen begeleiden en ondersteunen. Vanuit die grote diversiteit wordt ons een spiegel voorgehouden, hoe staat men bijvoorbeeld in andere culturen tegenover ouderenzorg? Deze verschillende waardenkaders kunnen de eigen organisatie verrijkend bevragen. De interactie tussen verschillende visies ontstaat meestal spontaan, opbouwend maar ook soms sterk confronterend. Daarnaast zijn er ook werkgroepen waar bewust wordt stilgestaan bij terugkerende en/of fundamentele vragen. Laurence onderstreept het belang van het voor ogen houden van het eigen waardenkader wanneer er in dialoog wordt gegaan met andere waardenkaders om van daaruit te komen tot een fijne synthese, een fijne samenwerking.
Zorgverleners worden verwacht iedere bewoner of patiënt in zijn of haar totaliteit te zien en de zorg persoonsgericht op te vatten. Maar hoe gaan wij om met zorgverleners zelf? Over hen wordt vaak gesproken in termen van ‘handen aan het bed’ en niet van ‘mensen aan het bed’. Worden zorgverleners in hun totaliteit bekeken en gerespecteerd? Heel inspirerend in deze context zijn de inzichten van Joan Tronto over ‘caring democraties’. Dit kan bijvoorbeeld al heel concreet worden bij het sollicitatiegesprek: ‘wat kunnen wij voor elkaar betekenen, hoe voel jij het aan, hoe voel ik het aan, is er een match?’ Het gaat dus niet enkel over numeriek invullen van vacatures, maar ook over de juiste omstandigheden scheppen voor zorg. Zo kan ook de medeverantwoordelijkheid van familie van de zorgverlener in beeld komen. Wat kunnen en mogen wij van elkaar verwachten?
Ann Lammens sluit aan bij deze visie en vertelt vanuit haar onderzoekswerk over de randvoorwaarden waaraan moet voldaan worden om met relationele zorgethiek aan de slag te kunnen gaan. Wanneer men zich verliest in een te ver doorgedreven professionalisme en de organisatie geen ruimte meer laat voor een persoonlijke aanpak ontstaat er morele stress waarbij een medewerker iets wil doen voor de bewoner, maar het niet kan of mag omwille van de vele regeltjes. Met ruimte voor persoonlijke verhalen is er ook ruimte voor relationele zorg, zorg die vanuit menselijke relaties vertrekt. Is de ‘perfecte’ zorg ook de meest aangewezen zorg? Misschien is ‘minder perfecte’ zorg menselijker, wanneer we naar de zorg tussen twee individuen kijken. Engagement opnemen voor andere mensen vertaalt zich bijvoorbeeld ook in projecten zoals Zorgzame Buurten waarbij zorg maatschappijbreed wordt gezien.
Na het panelgesprek was er ruimte om onderling te overleggen over de onderwerpen van de sprekers. Dit mondde uit in een tweede vragenronde. Als afsluiter kon er tijdens de lunch verder worden genetwerkt.
