"De kracht en vreugde van innerlijke vrede"
In zijn brief voor het lopende werkjaar (Samen, september-oktober 2022, p. 3) riep bisschop Patrick ons op om de kracht van het gebed te (her)ontdekken. Het maakte me nieuwsgierig en ik vroeg me af of er bepaalde gebeden zijn die hij in het bijzonder een warm hart toedraagt. Tijdens een gezellige ontmoeting met koekjes en thee vertelde hij me over twee geliefde gebedsteksten en we delen ze bij deze ook graag met u.
“Ik had er veel kunnen voorleggen”, zo steekt de bisschop van wal. “Toch is er één gebedenboekje dat ik tot op de dag van vandaag erg weet te waarderen. Het was Mgr. Schruers die het me in mijn studentenjaren schonk en draagt ook de toepasselijke titel ‘Gebeden voor jonge mensen’ (De Boodschap: Gent, 1975). Twee van deze gebeden zijn me altijd bijgebleven. Ik bid ze niet dagelijks, maar ze hebben me wel gevormd in mijn visie op wat bidden in essentie is en teweeg kan brengen.”
Sören Kierkegaard: ‘Gij hebt mij ’t eerst bemind’.
Gij hebt mij ’t eerst bemind,
o God.
De hele dag,
het hele leven door
bemint Gij mij het eerst.
Als ik in de morgen ontwaak
en mijn ziel tot U wend,
zijt Gij de eerste:
Gij hebt mij ’t eerst bemind.
(…)
Als in de dag
ik mij onttrek aan de verstrooiing van het leven,
mijn ziel tot inkeer breng en denk aan U,
dan denkt Gij reeds aan mij:
Gij hebt mij ’t eerst bemind.
En ik, ondankbaar mens,
die altijd denk en spreek
alsof Gij maar één keer
het eerst mij hebt bemind.
“Ik kende deze filosoof slechts oppervlakkig, maar dankzij het gebed raakte ik geboeid in zijn werken en in de evolutie die hij had doorgemaakt om zo te kunnen bidden. Kierkegaard spreekt over Gods aanhoudende liefde die steeds voorafgaat aan elk menselijk zoeken naar verbondenheid met Hem. Tot dan toe bad ik vooral om iets te vragen. Kierkegaard leerde me om me ook zonder prangende vragen in de liefde van God te plaatsen. Zo ontdekte ik de kracht en vreugde van innerlijke vrede.”
E.H. Flor Hofmans: ‘Dat ik zo arm aan liefde ben’.
Er is slechts één ding dat ik U moet vragen,
de grote weeklacht van mijn ziel:
dat ik zo arm aan Liefde ben,
mijn Vader,
dat ik uw mensen, ach,
die Gij zo liefhebt,
gans onbedacht en koud voorbijga;
dat zij met duizend mij passeren
en ik zo ver van hen ben,
ingenomen met mijzelf;
dat gij tot mij komt
en ik U niet zie;
(…)
dat ik hun honger ken
en toch niet bid.
Heer Jezus, Gij die alles weet,
laat gans Uw beeld in mij tot leven worden:
dat ik al dat leed tot het mijne mag maken
en sterk mag wezen door Uw kracht.
Schenk mij liefde tot ik sterf.
En ook daarna.
Voor altijd.
“De woorden van deze met Mgr. Schruers bevriende missionaris in Chili zijn recht uit het leven gegrepen. Zijn gebed geeft heel mooi aan dat bidden geen eenzame bedoening is en je niet louter betrekt op jezelf. Integendeel, gebed haalt je net weg uit jezelf. Het laat je voeling krijgen met Gods liefde voor alle mensen, waardoor ook mensen waar je spontaan minder sympathie voor voelt beminnenswaardig voor je worden. Uit de woorden van Flor neem ik mee dat gebed een nieuwe solidariteit creëert. Gebed (her)ontdekken gaat op die manier hand in hand met broederlijkheid (her)ontdekken en beleven, het tweede accent dat dit jaar centraal staat in ons bisdom.”
Ondertussen heeft de bisschop de twee gebeden voor me gekopieerd en geeft hij ze mij mee ter inspiratie. Ik bedenk me dat iedereen zo iemand nodig heeft: iemand die je een gebed aanreikt en vertelt wat het met hem/haar doet, in de hoop dat het ook kan gaan leven voor jou. “Het is inderdaad belangrijk om veel meer met elkaar te spreken over onze gebedservaringen”, zo gaat de bisschop verder. “Onze wereld heeft nood aan gemeenschappen waar mensen het bidden kunnen ontdekken en beleven. Het zijn voedingsbronnen voor de onderlinge solidariteit, waar onze samenleving zoveel nood aan heeft.”
Dit artikel werd ook gepubliceerd in bisdomblad Samen 6/2022.