Vastenbrief mgr. Hoogmartens: ‘Keer terug tot de Heer’
Aan de christelijke gemeenschappen van Limburg
bij het begin van de veertigdagentijd
Dierbare broeders en zusters
Goede vrienden
Met de woorden van de profeet Joël vangt de veertigdagentijd op Aswoensdag aan: “Nu dan – spreekt de Heer – keer terug tot Mij met heel je hart, door te vasten, te treuren en te rouwen.” (Joël 2,12)
Weinigen in onze samenleving staan stil bij de eeuwenoude traditie van 40 dagen vasten. Nochtans zijn er in onze consumptiemaatschappij veel redenen om te vasten, zoals er vandaag ook vele redenen zijn om te treuren, zelfs om te rouwen.
Velen treuren om het wegvallen van het vooruitgangsoptimisme, dat vooral bij de jonge generaties opvalt. Anderen treuren om de verwoesting van het klimaat en om de oorlogsdreiging die almaar toeneemt. Nóg anderen rouwen: om burgers en soldaten die sneuvelen of om een geliefde die niet meer bij hen is… Ook de christelijke gemeenschap treurt en rouwt. Ze treurt om de pijn van slachtoffers van misbruik, die bijna onmogelijk geheeld kan worden… Ze rouwt om het wegvallen van zoveel moois in parochies en gemeenschappen en om het verschrompelen van de invloed van het evangelie als inspiratiebron voor het samenleven en voor de jongere generaties.
Er zijn dus vele redenen om te vasten, om te treuren en te rouwen… De profeet Joël gebruikt deze woorden in de 4de eeuw voor Christus, in een tijd van ballingschap en plagen allerhande.
Maar hij laat het daar niet bij. Zijn profetisch spreken keert vlug om en brengt volop hoop! Al in het tweede vers van diezelfde Aswoensdaglezing klinkt: “Keer terug tot de Heer, jullie God, want Hij is genadig en liefdevol, geduldig en trouw, en Hij heeft spijt over het onheil.” (Joël 2,13)
De veertigdagentijd is ook voor ons ‘de gunstige tijd’ om terug te keren naar God en om de zin van het leven beter te leren begrijpen. De liturgie komt ons daartoe tegemoet met niet mis te verstane teksten en tekenen. Op Aswoensdag zelf klinkt het, terwijl ons de as wordt opgelegd: “Mens, herinner je dat je stof bent en tot stof en as zult wederkeren.” De hele veertigdagentijd is één groot teken van de 40 lange jaren die het Godsvolk in de woestijn doorbracht waarin het Gods trouw heeft ervaren en leerde uitkijken naar het Beloofde Land.
In de tijd die wij nu beleven worden wij uitgenodigd om doorheen de veertigdagentijd uit te kijken naar wat er vóór ons ligt. De veertigdagentijd is de periode waar we – individueel én als christelijke gemeenschap – geroepen worden om tot verdieping te komen en te groeien in de hoop op een toekomst die uiteindelijk in Gods hand ligt.
Enkele weken geleden sprak ik met een jonge vrouw, die plots moest opgenomen worden omwille van een ernstige ziekte. Ze moet een intensieve chemobehandeling ondergaan en daarna geruime tijd recupereren. Ik zag hoe ze de situatie heel sereen en rustig opnam. “Dit is de werkelijkheid die God nu vraagt”, hoorde ik haar zeggen,
“en we gaan er samen doorheen, zoals zoveel andere mensen. Waar Gods iets vraagt, geeft Hij ook genade en kracht.”
Het mooie was dat de dokter-anesthesist haar toevertrouwde: “Ik kan het eigenlijk niet vaak zeggen, maar dit gebeuren kan ook gezien worden als een ‘geschenk’ voor uw leven.” De dokter had dit soms ervaren bij patiënten, achteraf. Hij vertrouwde het nu al toe aan de jonge vrouw, omdat hij merkte dat ze gelovig was
en leefde vanuit de christelijke gemeenschap.
De veertigdagentijd kan dus een periode zijn waarin we ons geloof verdiepen, door ons toe te leggen op een meer biddend leven, op een leven vanuit de sacramenten en in solidariteit met anderen. Vandaaruit wordt alles anders. De blik verruimt, de vrede van het hart wordt dieper. Er komt – hoe paradoxaal ook – zelfs vreugde doorheen het kruis.
Ditzelfde kan ook gebeuren op een meer collectief vlak. In de krant zag ik een foto uit Gaza: oude mannen, waarschijnlijk moslims, zittend op het puin van hun huizen met een gebedssnoer in de hand. Zij vonden kracht bij elkaar en in hun gebed.
Ook als christelijke gemeenschap worden we omwille van sommige feiten uit het verleden in de publieke opinie in vraag gesteld. We kunnen dit beleven als een collectieve bezinning. Zo kunnen we hernieuwde kracht vinden in het gebed, in de Schrift, in de sacramenten en bij elkaar. Ook dat is een vrucht van het vasten.
De veertigdagentijd is nog zoveel meer. Het is ook de tijd voor een grotere aandacht voor de mens in nood. Dit kan door een solidariteitsactie met landen uit de derde wereld. Dit kan ook door concrete zorg voor een mens die het moeilijk heeft. Concrete solidariteit opent onze ogen voor meer broederlijkheid. Ze opent ons hart voor de grote wereld en voor de Liefde van God in Jezus, het vaste anker van onze hoop.
Van harte wens ik jullie allen een zalige en vruchtbare veertigdagentijd toe. Wanneer we deze tijd intenser beleven, zullen we ook Pasen, in al zijn diepte, beter vatten.
Met genegen groeten
+ Patrick Hoogmartens
bisschop van Hasselt