Adventsbrief van twee hulpbisschoppen
Op weg gaan met Maria, zelfs in tijden van lockdown!
De herfst loopt ten einde. We starten een nieuw liturgisch jaar door het vieren van de eerste zondag in de Advent. Adventus, letterlijk het “gaan naar”. Naar Kerstmis uiteraard, het herdenken van de geboorte van Christus. Elk jaar worden we uitgenodigd deze tijd intens te beleven, momenten van rust en gebed te voorzien om zo gelovig mogelijk de komst van Jezus, de Immanuel (God met ons) te mogen ervaren. Maar dikwijks verdampen deze goede voornemens vrij vlug. Door de vermoeidheid van de voorbije maanden, van het afgelopen jaar. En vooral door de stemming rondom ons: de eindejaarsfeesten staan voor de deur: wie gaan we uitnodigen ? Wat gaan we eten? Voor wie voorzien we een geschenk? Enz. Elk jaar, laten we het toegeven, bereiken we met een beetje spijt en veel te vlug 25 december.
Mag het dit jaar eventjes anders worden ? Kunnen de verplichtingen die ons opgelegd worden door de coronacrisis ons uiteindelijk daarbij helpen? Keren we ons tot Maria. We zouden haar graag als model willen voorstellen voor onze Advent.
“Vrees niet Maria, want gij hebt genade gevonden bij God” (Lc. 1,30). Wanneer de engel aan Maria haar moederschap aankondigt, antwoordt Maria: “Hoe zal dat geschieden daar ik geen man beken?” (1,34). Maria heeft haar twee voeten op de grond. Ze reageert heel praktisch. De engel vertelt haar dan over het werk van de Heilige Geest. Wie weet wat ze uit dit geheimzinnig antwoord verstaan heeft! Ze waagt het nochtans om vertrouwen te schenken: “mij geschiede naar uw woord” (1,38). Vol van genade...
De lockdown die we kennen, doet ons dikwijls de vraag stellen: “Hoe zal dat geschieden? Hoe moet het nu verder?”
We staan voor het onbekende: er zijn veel praktische vragen die ons overweldigen. Er is veel angst, een grote vrees. Maar God stuurt ons engelen, boodschappers, om ons gerust te stellen, om ons te verzekeren dat de Heilige Geest ons begeleidt, om ons uit te nodigen te blijven vertrouwen in zijn liefde en genade.
Het evangelie beschrijft verder hoe Maria zich haast om haar nicht Elisabeth te bezoeken. Dit verhaal benadrukt heel sterk de vreugde die gedeeld wordt door de twee vrouwen en tevens door de kinderen die ze verwachten. De vreugde van Maria mondt uit in een prachtig danklied, haar Magnificat (1,46-55). En daarna een laatste zinnetje in het verhaal: Maria blijft bij haar oude en vermoeide zwangere nicht, om haar te helpen, drie maanden lang, vooraleer terug naar Nazareth te trekken (1,56).
De lockdown die we kennen nodigt ons uit tot dergelijke “visitaties”: eenvoudige maar vreugdevolle bezoeken aan elkaar. Ja, de regels beperken ons en maken het moeilijk. Maar laten we creatief zijn: de Advent is een tijd van “gaan naar”, van contacten leggen op één of andere manier, om eenvoudige vreugdes te delen en om onze naaste te dienen, vooral wie oud, eenzaam of vermoeid is. En moge ook in ons hart hetzelfde lied opwellen: Magnificat, ik zing van ganser harte voor de Heer!
Tenslotte plaatst Lucas twee keer in het tweede hoofdstuk van zijn evangelie volgend zinnetje: “Maria bewaarde al deze woorden in haar hart” (2,19 en 51). Er worden geen woorden weergegeven van Maria. Ze zwijgt liever. Ze verstaat zeker niet alles van wat haar en de wereld overkomt. Maar haar hart blijft luisteren. Ze toont geduld, welwillendheid. Het “geheugen van het hart” ligt aan de bron van haar onverbreekbare hoop. Ze neemt alles mee.
De lockdown die we kennen is een uitnodiging om het “geheugen van ons hart” te herontdekken en te ontwikkelen.
We kunnen er stil overwegen wat God en mensen ons hebben gezegd en gegeven. Dat geheugen werd te dikwijls verstopt, of zelfs verstikt, door de zo dringende dingen die ons agenda overspoelden.Onze te lange to dolijsten.
De Advent dit jaar kan een echte “adventure” worden, een avontuur. Niet zoals we die soms dromen, ver van thuis. Maar eenvoudig, met Maria, die ons voorgaat op de weg van het vertrouwen, van dienstbare contacten en van stille overweging in gebed. Op kerstnacht zullen we misschien minder talrijk samenkomen, knielend bij de kribbe. Maar Maria zal er staan te wachten op elk van ons. We zullen haar gemakkelijk herkennen: we gelijken zoveel op haar!
Wij wensen u een mooie Adventstijd en bidden samen met u en voor u.
+Jean Kockerols, hulpbisschop voor het vicariaat Brussel
+ Koen Vanhoutte, hulpbisschop voor het vicariaat Vlaams-Brabant & Mechelen