Vorming over beleid en aanpak seksueel misbruik

Het aartsbisdom Mechelen-Brussel organiseerde recentelijk drie parallelle vormingsdagen voor pastores (29 mei in Groot-Bijgaarden, 3 en 17 juni in Mechelen) met als titel 'Van taboe naar preventie. Aanpak van seksueel misbruik in pastorale relaties'. Voor de benoemde pastores was deze studiedag verplicht.
29/12/2021 - 00:00

Retrospectief: historiek van een groeiend besef

In een eerste toelichting bood monseigneur Herman Cosijns een kleine historiek van de aanpak van het probleem van seksueel misbruik door de Belgische bisschoppenconferentie in de voorbije jaren. Het was interessant om een heldere chronologie te krijgen van de aanpak van de voorbije twee decennia. Er was het ‘initieel’ besef van het probleem met de oprichting van de meldingslijn in 1997, later de oprichting van de Interdiocesane Commissie onder leiding van mevrouw Halsberghe in 1999 en vanaf 2008 onder leiding van professor Adriaenssens; na het ontslag van Roger Vangheluwe in 2010 volgde in datzelfde jaar de oprichting door de Kamer van de Bijzondere Commissie betreffende de behandeling van seksueel misbruik van pedofilie binnen een gezagsrelatie, ook en vooral in de Kerk; in 2011 stelde deze Bijzondere Commissie aan de bisschoppen en hogere oversten de uitwerking voor van een arbitrageprocedure met inbegrip van financiële tegemoetkoming voor slachtoffers van verjaarde feiten; in 2012 volgde de publicatie van het document Verborgen verdriet waarin de bisschoppen en hogere oversten onder leiding van experts uit diverse vakgebieden nadenken over de aanpak en preventie van seksueel misbruik in de Kerk; daarna volgden de oprichting van de tien opvangpunten, de oprichting van Dignity (Stichting van Openbaar Nut), de uitwerking van procedures ten aanzien van vermeende daders; in 2014 was er de oprichting van de interdiocesane commissie voor bescherming van kinderen en jongeren met als document Van taboe naar preventie

© Persdienst aartsbisdom

Prospectief: krachtlijnen voor een preventief beleid

Na deze historiek gaf mevrouw Tine Van Belle (coördinator opvangpunt bisdom Brugge) een aantal krachtlijnen die essentieel zijn voor een goed preventief beleid. Zij sprak vanuit haar directe en concrete ervaringen met slachtoffers en daders: de ervaringen van de opvangpunten leest zij als lessen uit het verleden met het oog op een preventief beleid voor de toekomst. Als eerste krachtlijn noemde zij het belang van blijvende waakzaamheid: ze bood hierbij een soort profielschets van zowel slachtoffers als daders. Als tweede krachtlijn noemde zij de permanente vorming: zij pleitte voor een groeiende aandacht voor de algemeen menselijke ontplooiing van de pastor (relationeel, spiritueel, lichamelijk, psychisch). Hiertoe is de vorming van de pastor in diens totale persoon-zijn een noodzaak. De seksualiteit raakt en conditioneert elke mens als mens en moet dus ook als wezenlijk element in deze integrale vorming opgenomen worden.

Dit werd onder meer duidelijk wanneer Tine Van Belle ter sprake bracht dat daders niet zelden gekenmerkt worden door een verwrongen spiritualiteit:

de manier waarop men omgaat met zichzelf, met zijn seksualiteit ook, raakt de manier waarop men als pastor in relatie staat met God en met mensen.

Maar ook bij slachtoffers van seksueel misbruik kan een verwrongen spiritualiteit ontstaan: het kan gebeuren dat een slachtoffer zich de vraag gaat stellen waarom God het misbruik door een kerkelijke ambtsdrager toegelaten heeft. Het misbruik heeft het slachtoffer in kwestie in een verwrongen Godsbeeld en Godsrelatie gebracht. Zijn of haar spiritualiteit is erdoor verwrongen en verwond. Het is vanzelfsprekend dat de Kerk in haar integraal beluisteren en opvangen van slachtoffers ook aandacht heeft voor de spirituele heling. De meeste slachtoffers, aldus Van Belle, weten wel een onderscheid te maken tussen de schoonheid van Gods boodschap en het perfide gedrag van sommige leden van zijn ‘grondpersoneel’. 

Diaken Koen Jacobs, coördinator van het opvangpunt voor het aartsbisdom © Persdi

Vandaag: het omgaan met meldingen en preventie

Diaken Koen Jacobs, coördinator van het opvangpunt voor het aartsbisdom, zette vervolgens uiteen hoe een klacht ingediend kan worden en hoe deze opgevolgd worden. Slachtoffers kunnen telefonisch of schriftelijk terecht bij het opvangpunt waarna ze beluisterd worden en hun verhaal nagetrokken. Dat dit niet steeds gemakkelijk is, spreekt voor zich. Het belangrijkste echter is dat slachtoffers voelen dat ze hun verhaal kwijt kunnen aan iemand die hen wil geloven en helpen. In veruit de meeste gevallen komt het tot een verzoening en de betaling van een tegemoetkoming.

Diaken Jos Van Pelt, psychotherapeut, lichtte ten slotte toe hoe men bij zichzelf tekenen kan herkennen van geestelijke vermoeidheid of zwakheid. Begeleiding door een psycholoog of psychotherapeut is dan heel nuttig.

De vicariaten zijn bereid psychologische of psychotherapeutische ondersteuning aan de pastoraal werkenden te vergoeden.