‘Aalmoezeniers zijn de barometers van het leger’
„Als katholieke aalmoezenier bij Defensie draag ik geen witte boord, maar ik leef er wel naar”, zegt Hans Van Wichelen. „Elke dag staan we paraat in militair uniform. En dat mag gerust vuil worden. Figuurlijk, maar ook letterlijk. Op oefening met de troepen leer je je schapen pas echt kennen.”
In juli 2021 werd Hans Van Wichelen (49) benoemd tot aalmoezenier in de eenheden in Brasschaat, Burcht, Tielen en Schaffen. Het was een terugkeer naar zijn eerste liefde. „Na een loopbaan in het leger na het middelbaar onderwijs ging ik aan de slag als godsdienstleerkracht, maar telkens ik met mijn twee kinderen een opendeurdag van Defensie bijwoonde, knaagde het. Als aalmoezenier kan ik beide passies combineren”, zegt de padre.
– Waarom keert u terug naar het leger als aalmoezenier?
Onder de indruk van mijn buurman in vol ornaat – majoor van het achttiende Rijdende Artillerie – droomde ik als kind al van een loopbaan bij Defensie. Ik was misdienaar en ik ben gevormd, maar dat was ook meteen de terminus van mijn geloof. Rond m’n dertigste veranderde dat. Ik verdiepte me in lectuur, architectuur, schilderkunst en ik werd geboeid door de christelijke ingrediënten. Er rijzen existentiële vragen die je automatisch doen belanden bij de vraag: bestaat er een God? Zo ja, welk godsbeeld heb ik dan? Voor mij is Jezus een authentiek voorbeeld. Iets in me, een vlammetje, werd aangewakkerd. De opleiding tot diaken sterkte me in mijn geloof. Ik ken voor en na, en kan je verzekeren dat het geloof een ongelooflijke verrijking is van mijn leven en mens-zijn.
– Is er vandaag nog nood aan een aalmoezenier in het leger?
Meer dan ooit. Aalmoezenier bij Defensie, het lijkt paradoxaal, maar is het niet. Als militair was ik zelf op missie, onder meer in Afghanistan, en ondervond ik wat een militair aalmoezenier kan teweegbrengen. Tijdens de lockdown en de coronamaatregelen van de voorbije twee jaar gingen heel wat mensen zich vragen stellen. Vaak was de fut eruit. De militairen van de medische en de logistieke diensten sprongen her en der bij. „On est en guerre”, we zijn in staat van oorlog, zei de Franse president Macron. Het was geen oorlog met wapens, maar in de ziekenhuizen vochten heel wat mensen voor hun leven. Dat had een enorme impact op de militairen die hielpen. Dan kunnen ze een beroep doen op een padre, of een army chaplain, zoals we nu vaker worden genoemd.
Voor militairen is het essentieel dat ze met hun vragen, hun problemen, hun twijfels terechtkunnen bij een vertrouwenspersoon. Wat ze me vertellen, blijft vertrouwelijk. Aalmoezeniers zijn zowat de barometers van het leger. We voelen aan hoe het gaat met het moreel van de manschappen. Daarnaast nemen we deel aan herdenkingsplechtigheden en gaan we met elke eenheid mee op oefening en vergezellen we missies. Schieten doen we niet, maar we marcheren schouder aan schouder en slapen buiten in [node:field_streamers:0] een tent. Dat kweekt een band.
– Militairen zijn vaak jonge mensen. Vragen ze nog naar een aalmoezenier?
Vaak wordt gezegd dat de jeugd niet meer bezig is met geloof. Dat moet ik ontkrachten. De twee voorgaande generaties lieten het geloof wat verdampen, maar bij jongeren ervaar ik een soort renaissance van het geloof. Jonge militairen vragen me niet om een Bijbelpassage uit te leggen, maar komen te rade met allerlei levensvragen. Wel onderken ik een zekere schroom om te praten over geloof. Zelf heb ik die niet. Je geloof bepaalt mee wie je bent en dat mag je gerust tonen.
Na een pauze van twee jaar wegens de coronamaatregelen trekken we straks opnieuw op militaire bedevaart naar Lourdes met meer dan honderd Belgische militairen. Ik was al in Lourdes, maar nog nooit op militaire bedevaart. Dan komen duizenden militairen van alle nationaliteiten samen om te verbroederen. In het licht van de oorlog in Oekraïne krijgt dat een bijzondere betekenis. Verbroedering is belangrijk voor een standvastige vrede.
– Palmzondag viert de vreugde om Jezus’ blijde intrede, zij het al getekend door het lijden van zijn kruisiging. Hoe viert u dat?
Ik wil een mooie paasviering organiseren, maar eerst dient de kapel schoongemaakt. Die is al vijf jaar niet meer open geweest en dat laat sporen na. Daarbij wil ik Christus’ passieverhaal koppelen aan de lijdensweg van zoveel Oekraïners. Op Twitter zag ik een ongelooflijk sterk beeld: een aantal Oekraïners droeg een immense crucifix uit een kerk naar buiten om het in veiligheid te brengen. Ik ben ervan overtuigd dat die oorlog velen de ogen zal openen en zal aanzetten tot nadenken over wat echt belangrijk is in het leven. We beseffen hoe fragiel we zijn. Dat doet existentiële vragen rijzen en zo kom je al snel terecht bij geloofskwesties.
Ik geloof rotsvast dat Defensie noodzakelijk is in het belang van onze democratie en vrije wereld. En in uiterste nood moet je daarvoor ten strijde trekken. Soms moet je het minder goede kiezen om het allerslechtste te voorkomen. Een mens doden, laat je echter nooit onberoerd, ook een militair niet. Aan ons als aalmoezenier om die wonde te helen.