Uit alle hoeken van de wereld
Met nieuwbenoemde kardinalen drukt paus Franciscus stempel op eigen opvolging
Volstrekt onverwachts benoemde paus Franciscus op 25 oktober negen kiesgerechtigde en vier niet-kiesgerechtigde kardinalen, waardoor het kiescollege dat ooit een nieuwe opperherder zal moeten kiezen vandaag 128 leden telt, meer dus dan de voorziene 120. Daarmee is 57 procent van alle leden door Franciscus tot kardinaal gecreëerd, waardoor de huidige paus onmiskenbaar een stempel drukt op zijn eigen opvolging.
Hoe eigenzinnig paus Franciscus’ keuze is, toont de benoeming van de voorheen schier onbekende Cornelius Sim, aartsbisschop van Brunei, in Zuidoost-Azië. „Ik kom uit de periferie van de periferie”, zei betrokkene in een reactie op zijn kardinaalscreatie. Brunei telt amper 20.000 katholieken, meestal gastarbeiders, en dat is geen vijf procent van de bevolking. Mgr. Sims bisdom telt drie parochies, waarvan er een door de bisschop zelf als pastoor wordt bediend. „Als Kerk zijn we niet zomaar kleine bubbels naast elkaar”, zei hij nog. „We vormen een wereldgemeenschap voorbij ras, kleur en sociale status.”
De nieuwbenoemde kardinaal liet meteen weten niet naar Rome te zullen reizen voor de kardinaalscreatie wegens de COVID-19-pandemie.
Blijkbaar zoekt paus Franciscus zijn kardinalen in alle hoeken van de wereld. De dertien nieuwe ‘prinsen van de Kerk’ komen uit Italië, Malta, Rwanda, de Verenigde Staten, de Filipijnen, Chili, Brunei en Mexico. De voorbije jaren benoemde Franciscus kardinalen uit landen waar nooit eerder een bisschop het rode kalotje – ook solideo, pileolus of zucchetto genoemd – mocht dragen, bijvoorbeeld uit Kaapverdië, Myanmar, Haïti of de Centraal-Afrikaanse Republiek. Ook laat Franciscus prestigieuze Italiaanse bisschopzetels als Milaan en Venetië, die in het verleden pausen leverden, links liggen. Zelfs de huidige aartsbisschop van Parijs, mgr. Michel Aupetit, werd al meermaals gepasseerd. Het kleine Italiaanse aartsbisdom Siena-Colle di Val d’Elsa-Montalcino, amper 180.000 inwoners groot, [node:field_streamers:0] krijgt nu wel een kardinaal. Ter vergelijking: het kleinste bisdom in Vlaanderen, Hasselt, telt 877.000 inwoners. De Sienese bisschop, mgr. Augusto Paolo Lojudice, was hulpbisschop in Rome en dus een directe medewerker van paus Franciscus.
Tweede vaststelling: er zijn steeds minder Italiaanse kardinalen. Eeuwenlang was het de gewoonte dat minstens de helft van het kiescollege Italiaans was. In 1939 onder Pius XI was dat 54 procent, in 2005 onder Johannes-Paulus II nog 17 procent, maar in 2013 onder Benedictus XVI steeg het aantal Italianen opnieuw tot 22 procent. Nu gaat het alweer om 17 procent.
Derde vaststelling: kardinalen zijn doorgaans op leeftijd, maar Franciscus bewerkt een verjonging van het college. Van de kiesgerechtigde kardinalen zijn nu zeven jonger dan zestig en 24 jonger dan 70. Was onder Benedictus XVI de gemiddelde leeftijd voor een kardinaalsbenoeming 74 jaar, dan is dat nu 66 jaar. Ter vergelijking: geen enkele bisschop in België is jonger dan zestig.
Een lastiger kwestie is of paus Franciscus ook op andere manieren het college kleurt dat zijn opvolger kiest. Dat is beslist het geval voor Wilton Gregory, aartsbisschop van Washington D.C., de eerste Afro-Amerikaanse kardinaal en een openlijke criticus van het beleid van uittredend president Donald Trump. De Spaans-Chileense kapucijn Celestino Aos Braco werd benoemd in Santiago de Chili om de door misbruikschandalen verdeelde Chileense Kerk te helen. In het kiescollege zetelen intussen voldoende figuren die de spirituele erfenis van de Argentijnse paus bewaren. Daar voegt zich ongetwijfeld de rector van de basiliek in Assisi bij, pater Mauro Gambetti. Hij is de eerste minderbroeder-conventueel sinds 1861 die kardinaal wordt.
Blijkbaar is paus Franciscus gehaast om te voorzien in voldoende geschikte opvolgers, menen sommige Vaticaankenners. De vraag is dan wie van die kardinalen de nieuwe paus zal worden. Misschien wel een parochiepastoor uit een land ver van hier?