Almaar internationaler
Mannelijke religieuzen in Vlaanderen gaan in toenemende mate op in grote Europese beleidsstructuren
Steeds vaker gaan religieuzen in Vlaanderen op in grotere internationale verbanden en verliezen de van oudsher Vlaamse provincies hun zelfstandigheid. Het gaat dan vooral over mannelijke religieuzen van de grote orden en congregaties, want die zijn in hun structuur nu eenmaal internationaal. Abdijen zijn meer zelfstandige verbanden.
Sinds 2005 vormen redemptoristen in Nederland, Vlaanderen, Zwitserland en het noorden van Duitsland één bestuurlijke eenheid met zo’n tweehonderd leden. Vlaamse en Nederlandse jezuïeten gingen enkele jaren geleden ook al op in één regio, bestuurd vanuit Antwerpen. Momenteel overwegen de Vlaamse kapucijnen, die nog drie kloosters tellen, of ze aansluiten bij de Ieren, of de Duitsers en de Nederlanders.
Sinds juni 2013 vormen de minderbroeders-franciscanen in Vlaanderen een afhankelijke ‘custodie’ van de Nederlandse provincie. „Eind jaren 1980 al organiseerden Vlaamse en Nederlandse franciscanen, kapucijnen en conventuelen gezamenlijk hun noviciaat en navorming,” zegt custos Daniël De Rycke. „Ook vóór 2013 waren er dus contacten en uitwisseling. De vraag tot formele samenwerking werd door Vlaanderen gesteld aan de Nederlandse provincie, omdat we onvoldoende broeders telden. Als custos heb ik deels dezelfde taken als een provinciale overste, maar dan in afspraak met het bestuur in Nederland. Met twee Vlamingen zetelen we in de provinciale raad. De sfeer is goed. Wij zijn ontlast van vertegenwoordigingen en het organiseren van vorming. Mijn taak is vooral het bezoeken van onze broeders in Vlaanderen. Op Hasselt na zijn intussen alle kloosters verkocht of herbestemd. Onze econoom verrichtte veel werk. Twee nieuwe Vlaamse broeders bevinden zich nu voor hun vorming in Nederland en Ierland, maar ook in Nederland zijn er weinig jongere krachten. Evolueren we straks naar een groter Europees verband?”
Hoe blijft het franciscaanse [node:field_streamers:0] charisma in Vlaanderen dan bewaard? „Al jaren ga ik ervan uit dat we als organisatie zullen verdwijnen,” zegt Daniël De Rycke. „Samen met de kapucijnen richtten we TAU op als lekenorganisatie en dat loopt goed.”
Onlangs beslisten ook de Belgische en Nederlandse dominicanen in de toekomst samen te gaan, nadat enkele jaren geleden Vlamingen en Walen waren gefuseerd. „De Nederlandse provincie voldoet niet langer aan onze voorwaarden om zelfstandig te blijven”, legt Bernard De Cock uit, prior van de dominicanen in Brussel. „Dat wij, Vlamingen, zes jaar geleden met de Walen samengingen, was toen een bewuste keuze die wat inging tegen het beleid. We kenden elkaar ook niet, maar onze Waalse broeders ontvingen ons grootmoedig. Volgens mij staan Vlamingen cultureel trouwens dichter bij Walen. Overigens zijn de verschillen in mentaliteit groter tussen oudere en jongere dominicanen. Nederland wordt nu dus een vicariaat van de Belgische provincie en ieder zal zijn eigen taal kunnen spreken. Dat is nu al het geval. Ik hoop alleen maar dat het Engels niet onze voertaal wordt. Zo zullen wij de provincie van de Lage Landen worden.”
Wat betekent dat concreet? Zullen Waalse of Nederlandse broeders een opdracht kunnen krijgen in Vlaanderen? „Dat lijkt me geen probleem, want onze nieuwe stichting in Antwerpen bestaat uit broeders van diverse achtergronden”, stelt De Cock. „Zelf kwam ik uit Gent in Brussel wonen en de setting, ook liturgisch, is hier wel degelijk anders. Dat is echter geen probleem. Onze gemeenschap in Brussel is uitdrukkelijk internationaal en onze wezenlijke opdracht is overal in het seculariseerde Europa immers gelijkaardig.”
De grote uitdaging in heel Europa lijkt dezelfde, maar de geschiedenis leert dat vernieuwing van het religieuze leven niet wordt gedragen door instituties, maar door koppige individuen. Zeggen de religieuzen zelf.