Hoe ik in de ban raakte van Franciscus van Assisi
Soms kruisen wegen onverwacht weer. Franciscus van Assisi liep ik voor het eerst tegen het lijf in de Roosenbergabdij in Waasmunster. Het was een ontmoeting die raakte, een levensverhaal waarvan sommige fragmenten me aangrepen door hun kwetsbare eenvoud. Zijn verhaal bleef nazinderen en bracht me twee jaar geleden tot in Assisi. Het zou niet bij dat ene bezoek blijven, maar dat wist ik toen nog niet.
Het was pater Paolo die de Heilige Franciscus weer op mijn pad bracht. Op de inspiratiedag van TAU over de ontmoeting tussen Franciscus en de sultan mocht ik een workshop over het gedachtegoed van pater Paolo voorzien. Toen de vraag kwam, twijfelde ik niet. Het is altijd een plezier om in de geest van pater Paolo mensen te ontmoeten.
Dit keer vielen enkele puzzelstukjes onverwacht nog mooier in elkaar dan ik me zelf had kunnen verbeelden. Mijn ontmoeting met TAU bleek meer dan vruchtbaar, want onlangs kreeg ik - uitgerekend op de feestdag van Franciscus - te horen dat ik bij hen als stafmedewerker aan de slag kon.
Franciscus’ droom
En zo geschiedde het. Heel onverwacht kreeg ik bij de start van mijn nieuwe opdracht opnieuw de kans om in Assisi letterlijk in Franciscus’ voetsporen te wandelen.
Zoals ik in Syrië ook al ervaarde, is niets zo krachtig dan voet aan de grond te hebben op de plekken waar stichtende verhalen plaatsvonden.
In Spoleto, op een uur rijden van Assisi, herinnerde ik me weer wat me in de Roosenbergabdij zo getroffen had in het verhaal van Franciscus. Wanneer Franciscus uitgekeken raakt op zijn wereldse leven van zaken doen en vechten voor politieke macht, begint hij rond te dolen. De opluchting van zijn vader is groot als Franciscus plots weer een nieuw doel gevonden lijkt te hebben in zijn leven: op kruistocht gaan!
Trots op de nobele missie van zijn zoon investeert zijn vader in een gloednieuwe wapenuitrusting. En Franciscus vertrekt, vanuit Assisi richting het Heilige Land. In Spoleto, slechts één dagreis te paard verder, houdt hij de eerste keer halt. Hij krijgt een droom waarin een Stem klinkt: Door mee op kruistocht te gaan, dien je niet de Heer maar wel de knecht!
En hoewel het een droom was en het onduidelijk bleef wat hij dan wel moest doen met zijn leven, neemt Franciscus de Stem ernstig. Hij wil immers de Heer dienen! Zozeer zelfs dat hij de dure wapenuitrusting van zijn vader na één dag kruistocht verkoopt op de markt van Foligno en terugkeert naar zijn geboortestreek.
Overgave, en dan de consequenties dragen
Hoe krachtig, kwetsbaar en moedig tegelijkertijd van Franciscus om zich zonder meer over te geven aan die knagende stem die zijn droom doorkruist.
En om op één dag tijd alles om te gooien, datgene waarin je ouders investeerden weg te geven. Zonder echt te weten waarheen, slaat hij een andere onbekende weg in die niemand hem was voorgegaan.
En zo gaat het nog verder. Want waar diezelfde Stem later aan Franciscus vraagt om zijn Kerk te herstellen, begint Franciscus letterlijk het kerkje van San Damiano in Assisi steen voor steen weer op te bouwen. (Daar zal zijn eerste vrouwelijke volgelinge, Clara, zich later met haar medezusters vestigen.)
Mij treft die overgave aan dat ene moment waarop je glashelder voelt en weet dat je eigenlijk een andere richting behoort op te gaan, hoe moeilijk of onzeker ook.
En dan de consequenties dragen, wat die ook mogen zijn, hoe heftig ook. Ook de eenvoud waarmee Franciscus besluit dat kleine kerkje weer op te bouwen, niet beseffende hoeveel groter zijn eigenlijke missie in dit leven zou worden. Zo gaat het toch met elk nieuw begin. De eerste stap gezet, de eerste steen verlegt en dan vertrouwen dat het wel zal komen. Wat dan ook …
(Lees verder onder de foto.)
Franciscaanse openbaringen bij een ondergaande zon
De grootste openbaring voor mij tijdens dit bezoek aan Assisi was Franciscus' kijk op armoede. Bij een ondergaande avondzon naast het beeld van de mediterende Franciscus vertelt mijn gids Tinne Grolus, die ik opvolg bij TAU, dat echte armoede volgens hem gaat om het leren ontvangen. Om als mens te beseffen dat we behoeftig zijn en dingen nodig hebben. En dan die nood ook kenbaar te durven maken aan de ander, niet wetende of hij er wel of niet aan zal voldoen.
Dat is arm zijn, arm om te kunnen ontvangen.
En die armoede moet Franciscus ook gevoeld hebben na een zware nacht waarin hij aan hopeloosheid ten prooi vallen was door zijn zware ziekte. Vanuit die pure wanhoop schrijft hij in de ochtend zijn zo bekende Zonnelied, waarbij hij God en de schepping lof toezingt. Dat deed hij vaak op momenten waarop hij niet wist wat te doen. Het lied is een bezinning op de kwetsbaarheid en de nood van de mens die beseft dat hij de hele schepping fundamenteel nodig heeft. We kunnen als mens niet leven zonder de zon, de seizoenen, het water.
Na een meer dan intense onderdompeling in het leven van Franciscus keer ik samen met mijn bevlogen en dierbaar geworden gids weer richting België. Ik ben ontroerd voor zoveel inspiratie en wijsheid die in het leven van Franciscus wortel schoten. Dat één persoon dit op zo’n intense en radicale manier in zijn leven kon vorm geven, zodat het eeuwen later nog even krachtig blijkt, vind ik wonderlijk. Een man van vlees en bloed, die afzag, tot wanhoop gedreven werd en vaak ook echt niet wist wat te doen. En dan heb ik het nog niet over zijn ontmoeting met de sultan, of over Clara...
Ik ben dankbaar slechts aan het begin te staan van dit nieuwe franciscaans geïnspireerd avontuur.