‘Wat blijft er over zonder vrouwen?’
Nu al wordt de Kerk gedragen door vrouwen, maar hoe zien zij hun toekomst?
Christa Damen is voorzitter van het Interdiocesaan Pastoraal Beraad (IPB). Annemie Dillen is theoloog aan de KU Leuven. Ria Thaens is bisschoppelijk gedelegeerde voor catechese in het bisdom Hasselt. Lieslot Mahieu is theoloog en zorgcoach in woon-zorgcentrum Home Vrijzicht in Ieper. Wat hopen en verwachten zij voor wat de rol van de vrouw in de Kerk betreft?
„De Kerk wordt bestuurd door mannen, maar gedragen door vrouwen”, stelt Annemie Dillen vast. „Neem alle vrouwen die parochieassistent, catechist of pastor zijn weg, en wat blijft er nog over? Toch verdient het werk van vrouwen nog meer erkenning. Dat betekent niet alleen dat gezien wordt dat de bijdrage die vrouwen leveren volwaardig en van hoge kwaliteit is. Het wil bijvoorbeeld ook zeggen dat vrouwen niet voortdurend worden geconfronteerd met allerlei seksistische grapjes.”
Christa Damen bevestigt dat. „Hoewel vrouwen gelijkwaardig werk leveren, merk ik dat ze zich toch nog vaker moeten verantwoorden”, zegt ze. „Omdat vrouwen geen plaats hebben in de hiërarchie worden beslissingen die zij nemen soms ook als vanzelfsprekend teruggefloten door een pastoor of diaken. Het kerkelijk recht staat daarbij niet bepaald aan onze kant, jammer genoeg.”
Dat er almaar minder priesters zijn, biedt op zich kansen voor leken, in het bijzonder voor vrouwen, om meer verantwoordelijkheid op te nemen in de pastoraal. „Toch maken we in de Kerk die klik amper”, meent Christa Damen. „We zoeken oplossingen in het naar hier halen van buitenlandse priesters. Natuurlijk zijn die mensen welkom, maar tegelijk verhindert het een grotere rol voor vrouwen, ook in de liturgie. Enkel in de uitvaartpastoraal lijkt me die rol verworven.”
„Wanneer geen priester beschikbaar is, dan mogen vrouwen plotseling van alles”, stelt ook Ria Thaens vast. „Komt er nadien weer een priester, dan wordt die verantwoordelijkheid pardoes teruggeschroefd. Die manier van werken is behoorlijk [node:field_streamers:0] ontmoedigend voor medewerkers.”
Wel maken al enkele vrouwen deel uit van bisschopsraden en bestuurs- en overlegorganen. „Al blijf ik voorlopig de enige in het bisdom Hasselt”, zegt Ria Thaens. „Ik merk ook dat bij het zoeken naar kandidaten voor een functie nog niet vanzelfsprekend ook aan vrouwen wordt gedacht. ‘Het moet allereerst een bekwaam iemand zijn’, klinkt het dan vaak. Ik ben ervan overtuigd dat wanneer je voldoende goed zoekt, je daarvoor ook vrouwen kunt vinden. Door meer vrouwen te betrekken in het beleid maak je het ook diverser. Mannen en vrouwen hebben nu eenmaal een eigen manier van kijken. ‘Zo hadden wij dat nog nooit bekeken’, klinkt het dan wel eens.”
„Vrouwen die een bestuurstaak opnemen, mogen niet geïsoleerd raken tussen allemaal mannen”, meent ook Annemie Dillen. „Ze moeten daadwerkelijk hun eigenheid kunnen binnenbrengen. Een vrouw benoemen die vervolgens alleen maar ja kan knikken, heeft geen zin. Vormen van feministische theologie, die in Vlaanderen altijd op weinig belangstelling konden rekenen, blijven daarbij nodig als een bevrijdende theologische onderbouw.”
Moet het gewijde ambt worden opengesteld voor vrouwen? En hoe realistisch is dat? „Misschien moeten we de rol van voorganger in een gemeenschap anders definiëren,” meent Christa Damen, „eerder dan alleen maar vrouwen in de hiërarchische structuur op te nemen.”
Op het vlak van het durven te bewandelen van nieuwe wegen kan de Kerk volgens Lieslot Mahieu leren van anderen. „Een crisis kan daartoe bijdragen”, zegt ze. „Dan moet je gaan kijken naar andere profielen dan degene waarmee je normaal werkt. Dat gebeurt ook in de zorg. Zo ben ik bijvoorbeeld als theoloog zorgcoach geworden. Dan moet je natuurlijk diversiteit durven toe te laten. Nieuwe samenwerkingsverbanden tussen de Kerk en diverse partnerorganisaties, bijvoorbeeld uit de zorg, kunnen dat proces misschien stimuleren.”