‘Broeder’ Jacoba en de frangipane ~ Christelijk erfgoed in taal
Wanneer Franciscus van Assisi (1182-1226) naar Rome trekt om zijn regel te laten goedkeuren door paus Innocentius III, krijgt hij bezoek van een vooraanstaande dame uit de stad, een zekere Jacoba van Settesoli. Ze wil zich dienstbaar maken in de beweging van Franciscus, maar hoe kan dat als weduwe met twee kleine kinderen? Franciscus nodigt haar uit om zich aan te sluiten bij zijn Derde Orde. Zo kan ze van huis uit verbonden zijn met zijn beweging en spiritualiteit.
En dat doet ze. Vanuit het familiefortuin laat ze een gasthuis bouwen voor melaatsen. Ze voelt zich niet te goed om hen zelf mee te onthalen.
Telkens wanneer Franciscus naar Rome reist, verblijft hij bij Jacoba van Settesoli.
Hij noemt haar ‘broeder Jacoba’ omdat ze zo’n doorzetter is (wat hij blijkbaar een mannelijk kenmerk vindt ;) ).
De maaltijden zijn bij Jacoba misschien wel even sober als bij zijn broeders, maar alleszins lekkerder. Vooral de amandelkoekjes die ze serveert op het einde van de maaltijd - of even tussendoor - vallen in de smaak!
Jacoba wordt voor Franciscus een belangrijke medestander. Zo belangrijk, dat ze erbij is op zijn sterfbed in 1226. Met haar koekjes. Ook haar zonen en een heel gevolg komen afscheid nemen van de man die kort na zijn dood heilig zal worden verklaard. Jacoba zelf leefde van 1190 tot 1273 en werd zalig verklaard. Haar feestdag valt op 8 februari.
Nog altijd vieren de minderbroeders belangrijke gelegenheden wel eens met dit zoete gebak, dat zijn naam te danken heeft aan de familienaam van Jacoba’s overleden echtgenoot, ridder Frangipani. Er zit meer in een koekje dan je denkt!