Clash in Nederlandse Tweede Kamer over christenvervolging
In de Tweede Kamer in Den Haag hebben drie partijen een gezamenlijk initiatiefnota ingediend. Met als titel: Schapen tussen de Wolven willen het CDA (Christen-Democratisch Appèl), de CU (ChristenUnie) en de SPG (Staatkundig Gereformeerde Partij) de aandacht voor de vervolging, onderdrukking of discriminatie van christenen wereldwijd in het Nederlandse buitenlandbeleid op scherp te stellen.
Het derde kabinet van Mark Rutte zit nog altijd als ontslagnemende regering in het zadel.
Christelijke partijen
Het CDA is Nederlands’ grote christendemocratische formatie. Zij ontstond in de jaren 1980 uit een fusie van de geformeerde Anti-Revolutionaire Partij (ARP), de Christen-Historische Unie (CHU) die aanleunde bij de Nederlands Hervormde Kerk en de Katholieke Volkspartij (KVP). Met Dries van Agt van 1977 tot 1982, Ruud Lubbers van 1982 tot 1994 en Jan Peter Balkenende van 2002 tot 2010 leverde zij ook vaak de minister-president. Maar sinds de verkiezingen van maart jongstleden in Nederland viel het CDA terug op nauwelijks vijftien Tweedekamerzetels. De CU ontstond toen twee onafhankelijk gebleven protestantse bewegingen in 2000 samensmolten en groeide onder de partijleiders André Rouvoet en Gert-Jan Segers uit tot een belangrijke christelijk-sociale stem in Nederland. De SPG is dan weer de enige vooroorlogse partij die nooit een afsplitsing of fusie kende, maar met haar rechts-religieus discours wist deze ‘bevindelijk-gereformeerde’ partij ook nooit meer dan de huidige drie zetels in de Tweede Kamer te behalen.
CDA en CU steunden Rutte-III; SPG nam nog nooit aan een regering deel.
Sigrid Kaag
De drie partijen – die als ‘christelijke’ partijen door het leven gaan – zitten zelden op één lijn. Zij voerden wel samen oppositie tegen de paarse kabinetten van minister-president Wim Kok tussen 1994 en 2002, en doorgaans dienen CU en SPG ook een gezamenlijke Europese kieslijst in. Maar een parlementair initiatief van de drie ‘christelijke’ partijen samen, is uitzonderlijk. De nota waarover de Buitenlandcommissie van de Tweede Kamer maandag debatteerde, lanceert zeven concrete voorstellen, waaronder het nadrukkelijk benoemen van concrete misstanden en het oprichten van een parlementaire groep voor Vrijheid van Godsdienst en Levensovertuiging. Op zich niet eens spectaculaire voorstellen, maar het debat erover in de Tweede Kamer was explosief. Dat heeft alles te maken met de protagonisten van dit politiek theater: enerzijds Gert-Jan Segers (CU), Roelof Bisschop (SPG) of Agnes Mulders (CDA), anderzijds vooral minister van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking Sigrid Kaag, die zich als lijsttrekster van de sociaal-liberale D66 (Democraten 66) in maart uitdrukkelijk opwierp als kandidaat-minister-presidente en daarbij voor de linksliberalen vijf zetels extra won.
Twee initiatiefnemers hadden geen spreekrecht: Kees van der Staaij (SPG) omdat hij niet in de Buitenlandcommissie zetelt en Martijn van Helvert (CDA) die niet herkozen werd.
Terughoudendheid
Kern van het debat in de Tweede Kamer was inderdaad dat de indieners van de initiatiefnota willen dat het kabinet zich specifieker inzet voor de grote groep vervolgde christenen, wat begint met het expliciet benoemen van het probleem. In Irak of Syrië bijvoorbeeld is het aantal christenen het jongste decennium met twee derde afgenomen. CDA, ChristenUnie en SGP proeven naar eigen zeggen bij het demissionaire kabinet een soort terughoudendheid in het benoemen van de christenvervolging. Minister Kaag beet echter van zich af. Zij stelde dat de inzet voor vrije religie en levensovertuiging al sinds 2007 een van de zes mensenrechtenprioriteiten is van het Nederlands buitenlands beleid. Zij had daarbij over het bezoek van haar voorganger Stef Blok (VVD, Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) en over haar bezoek aan het Vaticaan om het er over geloofsvervolging te hebben, alsook over haar werkbezoek aan Nigeria, waar terreurdaden de meest kwetsbaren treffen, waaronder ook christenen. U kunt zich verzekerd voelen: Nederland zal zich blijven inzetten voor het tegengaan van vervolging van christenen als onderdeel van ons beleid ter bevordering van vrijheid van religie en levensovertuiging.
Minister Sigrid Kaag denkt dat het contraproductief kan werken als het kabinet zich specifiek richt op een vervolgde groep zoals christenen.
Bits debat
Kaags antwoord voldeed duidelijk niet voor de indieners van de initiatiefnota. CU-boegbeeld Segers stelde vast dat deze specifieke aandacht er wel is bij bijvoorbeeld de Oeigoeren in China en de jezidi’s in Irak. Maar dat veranderde niets aan Kaags houding, die bleef benadrukken dat het kabinet zich veelvuldig en in het algemeen inzet voor de vrijheid van religie en levensovertuiging. En zo ontstond er een flinke discussie tussen Roelof Bisschop (SGP) en Sjoerd Sjoerdsma (D66). Bisschop – een van de belangrijkste opiniemakers in bevindelijk-gereformeerde kringen – merkte op dat andere partijen maar al te makkelijk over andere minderheden beginnen als zijn partij het over de christenvervolging heeft. Sjoerdsma repliceerde dan weer dat de SGP precies hetzelfde doet door over de christenen te beginnen telkens als D66 bijvoorbeeld opkomt voor de rechten van de LHBTI (lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender- en intersekse personen). Het was duidelijk een dovemansgesprek. Dat lijkt er nog maar eens aan te geven dat ChristenUnie niet meteen van plan is opnieuw met het liberale VVD of het linksliberale D66 in een kabinet te stappen.
340 miljoen christenen lijden onder vervolging, dat is de grootste groep vervolgden ter wereld. Agnes Mulders (CDA)