‘Dank u, God, voor het boeket bloemen’
Klein en frêle oogt ze. Toch houdt ze stand in de heftigste stormen. Veldrijdster Jolien Verschueren (29) uit Kruishoutem, ook turnjuf in de evangelische school De Ark in Marke, vecht zich niet enkel naar een overwinning, maar versloeg ook een hersentumor en kijkt gretig uit naar haar eerste cross sindsdien op 8 september in Eeklo. Met de steun van God. Zijn wil geschiede.
Ze is een competitiebeestje. Als ze aan de start verschijnt, is het om de bloemen te pakken. „In het circuit ben ik gekend om mijn vechters-mentaliteit”, zegt Jolien Verschueren. „Bijtende kou, ploeteren door de modder... Hoe lastiger, hoe meer ik tot mijn recht kom. Voortdurend wil ik mijn grenzen verleggen. Ik moest wel leren doorzetten, want vroeger miste ik vaak mijn start en dan moest ik van ver terugvechten.” Na haar ziekte is het niet anders.
– Twee maanden na het wereldkampioenschap, in april 2018, werd bij u een hersentumor verwijderd. Hoe hard komt zo’n diagnose aan voor u als mens en als sporter?
Het begon met een banale valpartij. Aanvankelijk dachten de artsen dat ik een hersenschudding had, maar het bleek een kwaadaardige hersentumor. Op het moment van zo’n tijding valt de grond onder je voeten weg. Je stelt je veel vragen. Zal ik nog kunnen crossen? Wat zullen de gevolgen zijn? Je kunt niets voorspellen, maar toch had ik nooit het gevoel dat het slecht zou aflopen. Ik wist dat ik er niet alleen voor stond. Dankzij mijn geloof, de steun van mijn familie en fans kan ik dat aan.
Ik heb me nooit afgevraagd: waarom ik? Ik heb me steeds vol vertrouwen tot God gewend. Zijn wil geschiede. En ja, zeven weken bestraling, twee hersenoperaties, een chemokuur en nog eens twaalf chemosessies later, ben ik soms nog ongerust en twijfel ik. Nooit zal ik zeker zijn dat de tumor niet terugkeert.
– Wat houdt u recht in zulke moeilijke momenten?
Dan vind ik steun in mijn gebed. Eender waar kun je bidden. Tijdens een cross door de bossen of op verplaatsing in de bergen in Oostenrijk geniet ik van de natuur, Gods schepping, en ben ik telkens opnieuw verwonderd hoe mooi Hij dat alles geschapen heeft. Voor mij als evangelisch christen is God als een vader met wie ik alles mag delen. Ik kan met Hem praten zoals ik met mijn papa praat. Ik weet dat Hij me nabij is. Dat geeft me de kracht die ik nodig heb om door te zetten.
Redelijk snel kreeg ik de toestemming van mijn oncoloog om opnieuw te sporten, omdat ik ook daaruit kracht en moed put. De artsen waarschuwden me wel dat ik mogelijk het topniveau niet meer zou halen. En ja, ik bots meer dan eens op heel wat frustraties, maar als ik het niet probeer, zal ik later altijd spijt hebben dat ik mijn kansen niet heb gewaagd.
Ik probeer steeds overal het beste in te zien. Blijven kniezen in een hoekje helpt je niet vooruit. Mijn ouders vertrouwden me toe dat ze steun putten uit mijn optimisme om dit alles zelf te verwerken. Dat is ook mijn raad aan al wie het moeilijk heeft: kijk naar wat je nog wel [node:field_streamers:0] kunt, geef nooit op en zoek steeds naar lichtpuntjes, want die zijn er. Dat geloof ik vast.
– Vandaag is het niet vanzelfsprekend om gelovig in het leven te staan en dat uit te dragen. Hoe gaat u daarmee om?
God heeft het beste met me voor. Ik kan mijn leven in zijn handen leggen. Dat geloof wil ik uitdragen in de sportwereld. Crossen geeft me daartoe trouwens de gelegenheid. God heeft duidelijk nog plannen met mij. Mocht ik dat niet voelen, dan zou ik er niet alles voor doen om terug aan de start te staan. Hij wil dat ik getuig van mijn geloof.
Ik praat daar openlijk over. Waarom niet? Voor mij is geloven iets vanzelfsprekends. Ik ervaar dat mensen dat appreciëren en me opzoeken omdat ik over geloof durf te praten. Wekelijks ga ik naar de evangelische kerk in Kortrijk, maar in het crossseizoen is dat niet altijd mogelijk. Dan zoek ik preken online, lees ik christelijke boeken en probeer ik zo voldoende geestelijk voedsel binnen te krijgen.
– In de cross gaat het maar om één plek en dat is de eerste. Wat als u niet wint?
Ook al win ik niet, ik hoop dat ik nog plezier kan putten uit het crossen. Dat ik op 8 september opnieuw een rugnummer kan opspelden, is al een overwinning op zich. En voorts wordt het opnieuw als in mijn eerste koers: vechten om niet gedubbeld te worden...
Bovenal wil ik genieten. Het zal leuk zijn er weer bij te horen, mijn tegenstanders terug te zien, van wie sommigen ware vrienden zijn, en mijn fans opnieuw te ontmoeten. Ik was lange tijd afwezig uit het circuit en toch zijn ze me niet vergeten. Dat doet deugd.
Sommigen laten me weten dat ze moed en kracht putten uit mijn getuigenis. Ik hecht eraan tijd te maken voor mijn fans. Ze komen soms van ver om me te zien. Toch heb ik het er moeilijk mee wanneer ze me beschouwen als hun idool, want dat ben ik niet. Het gaat niet om mij. De eer komt God toe. Van Hem kreeg ik mijn talent om te fietsen. Onlangs hoorde ik een mooi citaat van de Amerikaanse Bijbellerares Joyce Meyer: „Als je een compliment krijgt, aanvaard het dan als een bloem, en wanneer je ’s avonds bidt, dank God dan voor het volledige boeket.”
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be