Dennis Vanden Auweele in Tertio: ‘Raak me niet aan’
Noli me tangere – raak me niet aan. Ik heb die woorden nooit geheel begrepen’, bekent DennisVanden Auweele, filosoof en auteur van Bekentenissen van een afvallige atheïst, in een opiniebijdrage in Tertio van deze week. De afstand bewaren, zelfs bevelen, is dat christelijk? De woorden staan in het Johannesevangelie, komen uit de mond van Christus zelve en zijn gericht aan Maria Magdalena (Joh 20, 17). Zij kwam om zijn lichaam te balsemen, maar Hij was uit de doden verrezen. En zij mocht Hem niet raken, geen lijfelijke bevestiging krijgen dat Hij terug onder de levenden was. Nog krasser: niet veel later krijgt Thomas, de ongelovige twijfelaar, wel de kans om vleselijk vast te stellen dat Christus is weergekeerd (Joh 20, 27).
Tussen Pasen en Pinksteren
Tijden van corona, social distancing en quarantaine maken duidelijk hoe moeilijk het is de afstand te bewaren, elkaar niet aan te raken, bij elkaar niet thuis te komen. Waarom mocht Maria Magdalena bij Christus niet thuiskomen? Omdat hier volgens Vanden Auweele iets essentieels aan de orde is. In tijden van crisis keren we terug op ons wezen. De tijd tussen Pasen en Pinksteren is er een tussen afstand en nabijheid. Op Pasen ervaart men de afwezigheid van Christus - zijn verrijzenis was maar bekend bij enkelen - en op Pinksteren viert men de luide verkondiging van de aanwezigheid van Christus. We vergeten dat soms in onze ijver om met Pasen de verrijzenis van Christus te vieren.
Met uitzondering van enkele ingewijden bleef de verrijzenis een goed bewaard geheim. Tot Pinksteren. Die periode is er dus een van suspensie, spanning en onzekerheid.
Spanning
Ik ben het ‘Noli me tangere’ beginnen te beschouwen als het bewaren van die spanning: het geheim kennen, maar niet luidkeels verkondigen. De mensheid blijft voor nog een tijd, misschien een eeuwigheid, in het ongewisse. Die onwetendheid kan ondraaglijk zijn. Hoe vaak hoorde ik deze jongste weken een journalist niet vragen: en hoe lang zal deze crisis nog blijven duren? The suspense is killing me, zegt men in het Engels.
Die spanning zit wezenlijk in het christendom. Niet aanraken tegenover innig vasthouden – daar vinden we het geloof.
Het geloof houdt een afstand van het weten. Het is die wezenlijke spanning die zo pijnlijk duidelijk wordt in het noli me tangere.
Vertrouwen
Het enige wat die spanning draaglijk maakt, is het vertrouwen, intiem vertrouwen doorheen de tergende onwetendheid. Wanneer mensen mij vroegen hoe ik kon geloven in een goede Vader doorheen de gruwel van een coronacrisis, dan was mijn antwoord steeds hetzelfde: ik kan alleen maar geloven in en door deze crisis. God stevig (be)grijpen is niet voor de mens weggelegd. Noli me tangere.
Geloof is niet het gedrag van een investeringsbankier die op de meest waarschijnlijke uitkomst zijn geld inzet. Geloof is het vertrouwen van een zangvogel net voor het krieken van de morgen.
In een crisis als deze voelen we ons tussen Goede Vrijdag en Pinksteren: we rouwen om een dood en hopen op een luide verkondiging van het herwonnen leven. Zonder vertrouwen in het nieuwe leven zou deze spanning ondraaglijk zijn. ‘Dum spiro, spero’ – zolang ik adem blijf ik hopen. ‘Dum spero, vivo’ – zolang ik hoop, blijf ik leven. ‘Dum vivo, amo’ – zolang ik leef, blijf ik liefhebben.