Erkende religies als partners
Vlaamse regering gaat opnieuw geloofsgemeenschappen erkennen
De Vlaamse overheid gaat opnieuw geloofsgemeenschappen erkennen. Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers (Open Vld) diende daartoe een voorontwerp van decreet in, waarin de erkenningsregels worden aangescherpt: wie ageert tegen ons maatschappijmodel verliest zijn erkenning. Wie erkend wordt, heeft recht op subsidiëring, zoals de kerkfabrieken. „We bieden opnieuw rechtszekerheid, want we zien lokale geloofsgemeenschappen als onze partners”, zegt Bart Somers. „Daarvoor zijn er nu heldere erkenningsvoorwaarden, die het onder meer verbieden afhankelijk te zijn van buitenlandse financiering.”
De minister beklemtoont dat het niet enkel moskeeën betreft, maar evenzeer christelijke gemeenschappen. „Momenteel zitten er tientallen lokale geloofsgemeenschappen in de wachtkamer”, zegt Somers. „Het gaat over islamitische, protestants-evangelische, orthodoxe en anglicaanse confessies. Het nieuwe erkenningsdecreet treedt uiterlijk 1 september 2021 in werking. De bestaande erkende lokale geloofsgemeenschappen krijgen dan een jaar de tijd om zich te conformeren. Nieuwe erkenningsaanvragen moeten een vierjarig traject doorlopen.”
Een geloofsgemeenschap moet financieel leefbaar zijn en transparantie tonen. Ze moet ook minstens tweehonderd leden tellen en ze moet duurzame contacten onderhouden met het lokale bestuur. Er is een verbod op buitenlandse financiering en bezoldiging van bedienaren, die moeten voldoen aan de inburgeringsplicht. Een Vlaamse informatie- en screeningsdienst bewaakt de voorwaarden tot erkenning. De dienst heeft inzagerecht, recht om materiaal in beslag te nemen en om identiteitscontroles uit te voeren. Die dienst wisselt ook informatie uit met de Veiligheid van de Staat, de politie en de lokale besturen.
Kerkjurist Rik Torfs schreef in 2017 over het thema een rapport, dat door de minister maximaal wordt gevolgd. „Het is beter gemeenschappen vooraf heldere voorwaarden te stellen dan achteraf te sanctioneren”, zegt Torfs. „[node:field_streamers:0] Het aantal gelovigen is alvast een helder criterium, maar dat gold vroeger al. Dat de overheid inburgering eist, lijkt me geen aanslag op de godsdienstvrijheid. Het probleem van buitenlandse financiering gaat vooral over landen als Saudi-Arabië en Turkije, dus over de islam. Bij de christelijke Kerken stelt dat probleem zich niet. De hiërarchische structuur van de katholieke Kerk blijft min of meer het model voor alle andere religies. Dat was in de negentiende eeuw al een probleem voor protestanten en later een moeilijkheid om tot de oprichting van de Executief van de Moslims van België te komen.”
Vlaanderen telt 1.712 erkende geloofsgemeenschappen, waarvan 1.607 rooms-katholieke. De protestants-evangelische Kerken tellen er 49, de islam 27, de orthodoxie 16. Acht evangelische Kerken zitten in de wachtkamer. „Intern gebruiken de evangelische Kerken een minimumaantal van 250 leden om erkenning te vragen”, zegt John van der Dussen, voorzitter van de Antwerpse Raad van Kerken en secretaris van de Federale Synode. „Wij dienen dan ook slechts goede dossiers in. De voorwaarden zijn niet overdreven streng, maar rechtvaardig. Ze bieden rechtszekerheid. Voorheen was het enigszins een loterij en moesten gemeenschappen doorgaans vier jaar wachten. Nu kennen we de wachttermijn vooraf.”
De filosofie luidt dat een erkende plaatselijke gemeenschap te verkiezen valt boven een geloofsgemeenschap waarmee geen enkel officieel contact bestaat. „Consequent zou geweest zijn de erkenning door te trekken naar kleinere groepen”, zegt Van der Dussen. „Niet de grote, maar net de kleine moskeeën vormen een gevaar voor radicalisering. Alle religies kennen instroom uit het buitenland en tussen gelovigen met buitenlandse wortels moeten we een onderscheid maken. Onze pasteurs wonen hier al dertig jaar. Het religieuze landschap in Vlaanderen is sterk veranderd en de oude wetgeving hinkte achterop. Het is dus goed dat minister Somers zijn verantwoordelijkheid neemt.”