Expo 58, de eerste keer dat ook het Vaticaan een paviljoen had
Deze week is het precies 60 jaar geleden dat koning Boudewijn het lintje doorknipte dat Expo 58 opende. Hoe memorabel die wereldtentoonstelling in Brussel was, dat weten we intussen, maar wist je dat Expo 58 ook de eerste was waar het Vaticaan een eigen paviljoen had?
De zone van het Vaticaan lag tussen het Amerikaanse en Russische paviljoen — symbolisch in het Chroesjtsjov-tijdperk.
‘Civitas Dei’ heette het paviljoen, ‘stad van God’.
Zo zag het er ook uit: een kleine stad achter hoge muren. In dat stadje waren er drie tentoonstellingshallen, een auditorium met filmzaal, een restaurant en een eigen kerk. De Christi-Gloriosikerk bood plaats aan 2.500 gelovigen.
De originele schetsen van het paviljoen waren het werk van architect Roger Bastin, oud-minister Paul Heymans was aangeduid als commissaris-generaal.
10 missen per dag
Civitas Dei kwam er dankzij de samenwerking van de katholieke kerken in 72 landen. Ze leverden ook materiaal voor de tentoonstelling De Mens, zijn Geluk en God, een concept van de Vlaamse scheutist Jan Joos.
Meer dan 12 miljoen mensen bezochten het Vaticaanse paviljoen, daarbij uiteraard heel wat scholen en verenigingen. Op weekdagen droegen priesters driemaal daags de mis op in de Christi-Gloriosikerk, op zondagen zelfs 10 keer.
Hoogtepunt waren de Internationale Katholieke Dagen, rond Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart.
Na de Expo werden de paviljoenen afgebroken - onderdelen werden hergebruikt over het hele land. De sacramentskapel van Civitas Dei bijvoorbeeld werd gerecupereerd in een nieuwe kerk in Ottignies, die in 1964 werd ingezegend.
Bron: KADOC, Nieuwsbrief 7/8, 2008