Als God wordt misbruikt
Misbruik in religieuze vrouwencongregaties is bijzonder aandachtspunt
Begin vorige maand ontmoette paus Franciscus de deelnemers aan de plenaire vergadering van de Congregatie voor de Instituten van Godgewijd Leven en van de Gemeenschappen van Apostolisch Leven. Hij dankte hen voor hun dienstwerk. Volgens paus Franciscus bestaat dat in onderscheiding en begeleiding, die allereerst nodig zijn bij jonge religieuze gemeenschappen met charismatische stichters. Daarbij verwees hij opnieuw naar de noodzaak scherp in de gaten te houden hoe in zo’n gemeenschappen het gezag wordt uitgeoefend en erop toe te zien dat die uitoefening geen aanleiding geeft tot machtsmisbruik.
Misbruik en wantoestanden in (nieuwe) religieuze gemeenschappen zijn bij paus Franciscus al lang een aandachtspunt. De laatste jaren kwam echter ook in het bijzonder het misbruik van vrouwelijke religieuzen onder de aandacht. Zo publiceerde de Italiaanse journalist Salvatore Cernuzio, die werkt voor het Vaticaan, onlangs het boek Il velo del silenzio (De sluier van stilte), waarin hij elf vrouwen laat getuigen over het misbruik dat ze ervoeren in het klooster. Bij één vrouw gaat het over seksueel misbruik door een priester, waarvan zij van haar oversten de schuld kreeg. De andere zaken gaan over machtsmisbruik en psychologisch of emotioneel misbruik, bijvoorbeeld door vernedering en het ontzeggen van medische of psychologische hulp, zelfs van hygiënische producten tijdens de menstruatie.
Cernuzio’s boek werd mee geïnspireerd door een artikel dat de Italiaanse jezuïet Giovanni Cucci, psycholoog aan de pauselijke gregoriaanse universiteit in Rome, in juli 2020 publiceerde in het invloedrijke jezuïetentijdschrift La Civiltà Cattolica om het psychologische en fysieke misbruik in religieuze congregaties voor vrouwen aan te klagen.
„De dynamiek van het religieuze leven van vrouwen [node:field_streamers:0] blijkt in vele opzichten te verschillen van die van mannen. De opleiding en de talrijke pastorale mogelijkheden van degenen die de wijding ontvangen, stellen mannelijke religieuzen in staat te leven met meer openheid en autonomie”, schrijft Cucci. Hij wijst ook erop dat allereerst vrouwelijke religieuzen en novicen die naar een regio worden gezonden waar de ze de taal niet machtig zijn, kwetsbaar zijn voor machtsmisbruik door hun oversten.
In 2018 en 2019 klaagde ook de internationale unie van generaal-oversten, de UISG, al situaties van (seksueel) misbruik aan. De Maltese zuster Carmen Sammut, die de UISG leidde, zei toen dat oversten zich meer op hun gemak moesten voelen om te praten over misbruik, opdat leden van hun congregaties hen sneller zouden wijzen op dergelijke situaties. De UISG wees daarbij de zwijgcultuur aan als een belangrijke factor. Ook een correct begrip van de gelofte van gehoorzaamheid werd nodig geacht. Daartoe zou aangepaste vorming worden aangeboden. Op zijn beurt erkende paus Franciscus het probleem en beloofde meer actie.
Dat het probleem nog niet van de baan is, blijkt uit een recente bijdrage van het Amerikaanse katholieke medium Crux over getuigenissen van voormalige leden van de Peruaanse Siervas del Plan de Dios, een groep van lekenvrouwen die, naast nog twee andere gemeenschappen, in 1998 werd opgericht door Luis Fernando Figari. Die werd al in 2017 gesanctioneerd door Rome na beschuldigingen van lichamelijk en psychisch misbruik. Volgens Crux zouden de wantoestanden nog hebben voortgeduurd na paus Franciscus’ pogingen het religieuze leven te hervormen.
In haar voorwoord bij Cernuzio’s boek wijst zuster Nathalie Becquart, ondersecretaris van de bisschoppensynode, intussen een meer synodale Kerk aan als uitweg uit het probleem.