‘Het heilig hart staat voor mild leven en zachtheid’
Vijftien jaar geleden bracht zangeres Mira (Bertels) haar eerste langspeler uit. Al snel groeide het liedje In de fleur uit tot een Vlaamse klassieker. De vijfde plaat van de Vlaamse chansonnière draagt de ongebruikelijke titel heilig hart en het is Nederlandstalige pop van de bovenste plank. Wat zijn de diepere lagen van de songs die vooral lijken te gaan over de druk een perfect leven te leiden?
Op de cover van haar jongste album zit de zangeres in een kroeg, verkleed als Maria. Het klankpalet van de nieuwe liedjes is gelaagd en vaak ongrijpbaar, mede dankzij de samenwerking met muzikanten en producer. We ontmoeten Mira echter in de stilte en de rust van de Heilig Hartkerk in Antwerpen-Noord. „Uiteraard snak ik naar publiek, zeker nu”, zegt ze. Een zangeres wil zingen om te leven. En omgekeerd.
– Vijftien jaar al staat u op de planken met Nederlandstalige chansons. Zit er een rode draad in uw werk?
In mijn liedjes gaat het vaak over twijfel, angst en nostalgie als een verlangen naar een tijd waarin we zorgelozer waren. Liedteksten schrijven is voor mij iets therapeutisch. Als ik het moeilijk heb met iets, probeer ik daar muzikaal een antwoord op te bedenken. Muzikaal zoek ik steevast soberheid. De muziek is functioneel, want de tekst staat centraal. In de arrangementen gebruik ik dan ook graag klassieke instrumenten zoals strijkers. Zelf speel ik piano. De klankkleur moet samenvallen met de tekst. In mij nieuwste plaat is dat goed geslaagd, vind ik. Mijn eerste album was vrij theatraal en een potpourri van stijlen. Als muzikant groei je echter. Mijn vijf albums tonen een logische opeenvolging.
– Voelt u zich de stem van een generatie die nog kind was in 1989?
Mijn publiek bestaat inderdaad uit dertigers en veertigers die zich herkennen in mijn werk. Het lied In de fleur vertolkte de gevoelens van iemand die omstreeks het jaar 2000 achttien was. We groeiden op in voorspoed. Er waren wel wat vraagstukken, maar niet zulke precaire als die zich nu stellen. We hadden hoop en alles was mogelijk. Aan het einde van mijn middelbaar lagen alle wegen open. Ik hield van muziek en schreef me in aan Studio Herman Teirlinck. Toen ik slaagde voor het toelatingsexamen, kon ik dat niet laten liggen. Tegelijk waren er die twijfels over het kunstenaarschap, over me te settelen. Jongeren van nu hebben, denk ik, niet langer de luxe om tijd te nemen. Twijfel is een van mijn thema’s, maar twijfel mag je niet verlammen.
– U zingt steevast in het Nederlands. Is dat een bewuste keuze?
Ik noem mijn werk graag pop-kleinkunst. Er zijn nummers in het Algemeen Beschaafd, soms met wat meer Antwerpse uitdrukkingen. Als twaalfjarige schreef ik mijn eerste liedjes in het Engels aan de piano. Ik zag de wereld voor me opengaan als Engelstalige zangeres. Bij Studio Herman Teirlinck werd ik echter uitgedaagd het Nederlands te gebruiken, omdat het mijn moedertaal is. Schoorvoetend begon ik eraan. Het Engels is weliswaar [node:field_streamers:0] muzikaler, maar mijn Nederlandse woordenschat bleek groter. Ik keer nooit meer terug naar het Engels. In het Nederlands vond ik mijn eigen stem en stijl.
– Wie of wat is het ‘heilig hart’ uit de titelsong van uw jongste cd?
Ik werd vrijzinnig opgevoed en mijn uitgangspunt is dat ik weet dat ik niets weet. ‘Heilig hart’ is op zich al een wonderlijke alliteratie, maar ook de symboliek is zo mooi. Ik ben geen christen, maar ik heb wel iets aan die symbolen en beelden, zoals Jezus die ons zijn hart toont. Het heilig hart staat voor mild leven en zachtheid. Het gaat over leven zonder oordeel, ook over jezelf, kortom over leven met je hart. Ik lees er een oproep in om ook niet te snel boos te zijn op jezelf. Wat voor christenen gebed is, is voor mij meditatie, inzoomen op wat er gebeurt in je leven. Zo word je trouwens milder. Veel woede en frustratie in de samenleving komen voort uit het niet in balans zijn met jezelf.
– Op de cover van uw nieuwe album zit u als Maria in een verlaten kroeg. Welke betekenis heeft zij voor u?
Al een hele tijd wilde ik een Maria zijn. Maria vind ik een mooie en inspirerende figuur. Ze is een baken van troost, moeder van alle mensen, moeder van alle moeders. Als vrouw is ze ook alomtegenwoordig. Bovendien vind ik haar als symbolische figuur ontroerend. Zelf moeder zijnde, worstel ik tegelijk met de erfenis van de perfectie die voor ons onbereikbaar is. Aan de figuur van Maria zit immers ook iets smetteloos. Ik vind haar mooi als vrouw van vlees en bloed, maar vaak wordt ze afbeeld als een miraculeuze vrouw of als een dienstmaagd. Als vrouw word je ook vandaag nog geacht dienstbaar te zijn. Mijn eigen moeder worstelde fel met zelfontplooiing. Als vrouwelijke muzikant krijg ik wel eens de vraag waar mijn kinderen zijn, terwijk mannelijke collega’s dat nooit wordt gevraagd. Ik heb er ook moeite mee wanneer schuld en boete naar boven komen. In onze samenleving zit het beladen zijn met schuld toch wel diep ingebakken, het lijkt wel doorgegeven van generatie op generatie, alsof aan het leven punten worden toegekend. We zijn echter geen mirakelmensen. Dat van mensen eisen, neen, daarin geloof ik niet.
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be