‘Hemelvaart? Een teken van Gods vertrouwen in de mens’
Het pauselijke zomerverblijf Castel Gandolfo, nabij Rome, herbergt een van de oudste nog actieve astronomische observatoria ter wereld. Het gaat terug tot 1582 en de gregoriaanse hervorming van de kalender. Vandaag stuurt de Amerikaanse jezuïet Guy Consolmagno er een team van twaalf priesters en broeders aan.
Reeds als student overwoog Guy Consolmagno (68) jezuïet te worden. Priester worden was echter zijn ding niet, besefte hij, en dus volgde een loopbaan in de planeetkunde. In 1989 bracht het leven hem alsnog bij de Sociëteit van Jezus, als broeder. Algauw werd hij naar het observatorium in Rome gestuurd. Met humor en helderheid bereikt brother Guy een breed publiek. De vaardige wetenschapscommunicator kreeg er in 2014 de Carl Sagan Medal voor.
– De onvermijdelijke beginvraag: waarom heeft het Vaticaan vandaag nog nood aan een eigen sterrenwacht?
Allereerst toont de Kerk op die manier dat ze geen vijand van de wetenschap is, maar net een bondgenoot in de zoektocht naar waarheid. Op hun beurt worden katholieken er zo ook aan herinnerd dat God wel degelijk kan worden gevonden in zijn schepping, zoals we al kunnen lezen bij de apostel Paulus. Bovendien is het meer dan ooit van belang dat we mensen helpen om tot een juist begrip te komen van wat wetenschap wel en niet is, en wel en niet doet. Dankzij ons verstand en ons technologisch vernuft zijn we in staat de wereld ten goede of ten kwade te veranderen. Dat vermogen werd ons door God toevertrouwd, om zorg te dragen voor de schepping. Daarbij hebben we echter een moreel kompas nodig. Ons geloof reikt ons dat aan. In elk geval moeten we als gelovigen beseffen dat wetenschap een deel van onze erfenis is. Wetenschap is te kostbaar om enkel aan ongelovigen over te laten.
– U bent een jezuïet die voltijds bezig is met wetenschap. Maakt dat een verschil met gewoon voltijds wetenschapper te zijn?
Jazeker, op diverse manieren. Voor ik intrad, deed ik al zowat vijftien jaar ervaring op als wetenschapper. Als Vaticaanse wetenschapper hoef ik me geen zorgen te maken over het verkrijgen van fondsen en heb ik alle vrijheid om het onderzoek te doen dat ik wil doen en waarvan ik weet dat mijn collega’s het ook graag zouden doen, maar er geen geld voor kunnen loskrijgen. Neem nu mijn onderzoek naar de natuurkundige eigenschappen van meteorieten. Ik wist al lang dat we die data goed zouden kunnen gebruiken in de wetenschap, maar niemand wilde een onderzoeksproject van vijftien jaar financieren. Behalve de Kerk. Het duurde vijftien jaar, maar nu maakt iedereen dankbaar gebruik van de resultaten. Kortom, ons onderzoek is helemaal geïntegreerd in dat van de wetenschappelijke gemeenschap, maar vult het tegelijk op een bijzondere manier aan. Veel belangrijker is dat ik mezelf niet meer hoef te bewijzen als wetenschapper. Ik doe dit gewoon omwille van de vreugde die ik [node:field_streamers:0] reeds als kind voelde en die me ertoe aanzette wetenschapper te worden. Die kinderlijke vreugde ligt aan de grondslag van mijn zoektocht naar waarheid.
– Wat leert de sterrenkunde u over God?
Uit het feit zelf dat er wetmatigheden in de natuur zijn, leid ik af dat God uitermate betrouwbaar is. Hij past die wetmatigheden niet gauw even aan om je experimenten te doen slagen, omdat Hij je een toffe kerel vindt. Hij speelt het spel volstrekt eerlijk. Dat is wat beangstigend soms, maar ook prachtig. God houdt ook van schoonheid. Vaak blijkt de juiste oplossing voor een wetenschappelijk probleem immers de meest elegante. En dikwijls ook de leukste. Ik kijk niet door de telescoop om de plaats van God te vinden tussen de sterren. Gods sporen zijn te vinden in de schoonheid, in de genieting en in de vreugde die je als onderzoeker ervaart.
Het belangrijkste is dat dat alles uiteindelijk een daad van liefde is. God schept er behagen in dat wij ons best doen om de puzzels van de natuur op te lossen. Toen ik als kind eens kaartspeelde met mijn moeder, besefte ik plots dat ze volwassen was en me probleemloos kon verslaan. Winnen was dus niet wat haar motiveerde om met me te kaarten, wel tijd met me doorbrengen uit liefde. Dat is wat ik als gelovige wetenschapper ervaar. Als God oneindig groot is, waarom zou Hij dan geen aandacht en tijd kunnen besteden aan elk van ons? Ja, de sterrenkunde is voedsel voor mijn ziel. Ik ervoer dat ook in Kenia, toen mensen in armoede kwamen kijken door mijn telescoop om de maan te zien. Een mens leeft niet van brood alleen, las ik ergens.
– Wat betekent Hemelvaart voor u?
Hemelvaart is als de eerst schooldag, wanneer je ouders je loslaten bij de poort, of het ogenblik waarop je professor zegt: „Proficiat met het behalen van je doctoraat, nu is het aan jou om je loopbaan uit te bouwen.” Wij moeten vertrouwen in God, jawel, maar op Hemelvaart toont Hij op wonderbaarlijke wijze dat Hij vertrouwt op ons om zijn aanwezigheid in het universum te zijn, om een teken van heiligheid en liefde te zijn. Wat een blijk van liefde is dat toch.
Meer op www.vaticanobservatory.org