Historicus: ‘Kerk heeft geen directe schuld aan kolonisatie’
Na meer dan twee jaar werk kreeg de Bijzondere Commissie Koloniaal Verleden (kortweg Congocommissie) geen meerderheid bij elkaar over de aanbevelingen van haar voorzitter Wouter De Vriendt (Groen). Er komt dan ook geen eenmalige financiële compensatie als genoegdoening voor wat België in Congo, Rwanda en Burundi veroorzaakte. Historicus Mathieu Zana Etambala diende als expert van de commissie en stelt dat de stem van de Congolezen zelf te weinig werd gehoord, maar is mild voor de katholieke Kerk.
Hoe reageert u op het mislukken van de Congocommissie?
Etambala: ‘Ook al waren er bij aanvang vele kritische stemmen, toch geloofde ik in het project. Ik werd sceptisch na het bezoek van koning Filip in juni vorig jaar, toen hij zijn “diepste spijt” betuigde voor de wandaden uit het koloniale verleden. Echte excuses kwamen er niet. Ik vroeg mij toen af waarom de vorst niet op de parlementaire commissie wachtte. Het gras werd onder de voeten van de commissie weggemaaid. De uitspraken van de koning waren gedekt door de regering.
Was er hier sprake van sabotage?
De liberale partijen en CD&V waren duidelijk vanaf het begin tegen een financiële regeling.’
Had de vorst dan moeten zwijgen?
‘Ik vond dat koning Filip beter zijn bezoek aan Congo had uitgesteld. Hij heeft er de hand geschud van een president van wie iedereen weet dat hij aan de macht kwam na oneerlijke verkiezingen in 2018. Het zegt genoeg dat de Belgische regering een dergelijk bezoek toestond. En er werd opgeroepen om “een bladzijde om te draaien”. Neen, we zijn nu pas bezig alles grondig uit te spitten en te onderzoeken. Er was ook geen parlementair debat. Onder vorige regeringsleiders zou dit heel anders zijn aangepakt.
Hoe kijkt de geschiedenis nu naar het Belgische kolonialisme in Centraal-Afrika?
‘De historische waarheden zijn duidelijk. Het regime van Congo Vrijstaat (1885-1908) was heel repressief. De onderdrukking van het kimbanguisme (religieuze beweging gesticht door Simon Kimbangu, nvdr) vanaf 1921, het neerslaan van de Pende-revolte in 1931 of van de opstand in Leopoldstad in 1959 tonen het brutale karakter van de Belgische kolonisering.
Het zijn bloedige bladzijden en dat Congo er vandaag zo slecht aan toe is, heeft ook daar mee te maken.
Kan men dat echt niet erkennen?
Moet de Belgische staat dan een schadevergoeding betalen?
‘Tijdens de Grote Oorlog hielpen de Congolezen de Belgen de Duitsers te verslaan op Afrikaanse bodem en nadien kwamen Rwanda en Burundi in Belgische handen. België kreeg daardoor internationaal prestige. Gedurende de Tweede Wereldoorlog verkocht België allerlei Congolese grondstoffen aan de geallieerden en vooral uranium uit Katanga aan de Amerikanen om er atoombommen mee te maken. België kwam daardoor zonder één frank schuld uit dit conflict. Moet Congo België dankbaar zijn? Tachtig jaar lang werd alle economische, politieke en religieuze dynamiek gefnuikt. Dat is niet zomaar te herstellen, de schade is groot.’
In 1908 nam België de Onafhankelijke Congostaat over van Leopold II. Was dat dan geen breuk?
‘Toen België Congo overnam, bewees het land dat het kon koloniseren. Leopold had geen onderwijs- en gezondheidsprojecten voor de Congolezen. Pas in 1910 verrees de eerste school in het Uelegebied, helemaal in het noorden. Koning Albert I dwong na zijn reis door Congo in 1909 het ministerie van Koloniën om de strijd tegen de verschrikkelijke pandemie van de slaapziekte aan te binden. Ja, dat was een breuk.’
En de missie, die startte toch onder Leopold II?
‘Men stelt nu een fonds voor waar ook de Kerk aan zou moeten bijdragen. Maar als er één organisatie is die dat niet zou moeten doen, dan is het de katholieke Kerk. In 1960 waren er meer Congolese priesters dan ambtenaren.
Leopold wilde de Belgische bisschoppen de missionering van Congo toevertrouwen, maar Rome wou dat niet.
Toen in 1906 de jezuïet Arthur Vermeersch een boek La Question Congolaise publiceerde waarin het regime van Leopold II werd gehekeld, verdedigden de Belgische missionarissen de vorst. Maar Rome koos de kant van Vermeersch. De Congolese Kerk werd gered door het Vaticaan.’
Op welke wijze?
‘De Romeinse Propaganda Fide bemoeide zich daadwerkelijk met de missie in Congo. In 1919 dwong zij de Belgische paters om inlandse priesters te vormen, omdat de Kerk enkel met hen kon overleven. Het Congolese grondgebied was ondertussen verdeeld onder Belgische paters, ook norbertijnen en trappisten, in apostolische prefecturen en vicariaten, waaruit later bisdommen ontstonden. Rome hield nauwgezet toezicht. Een missiebisschop werd tot ontslag gedwongen nadat bij een visitatie bleek dat paters kinderen hadden verwekt. Hij had zijn missionarissen niet onder controle. Bij de rellen na de onafhankelijkheid stond de pauselijke nuntius op het vliegveld en stuurde de vluchtende paters terug naar hun parochies. Ze mochten hun kudde niet in de steek laten. De Kerk als instituut heeft dus geen directe schuld aan de kolonisatie.’