Van ‘Hosanna!’ tot ‘Kruisigen!’
Waarom maken we van mensen zo snel idolen en waarom laten we die idolen vervolgens al even snel weer vallen? Is dat omdat groepen, zoals denkers in het spoor van René Girard zullen zeggen, steeds weer nood hebben aan zondebokken? Hoe kun je als samenleving die dynamiek indijken? Welke houding neem je bovendien als individu aan wanneer blijkt dat je uit de gratie bent gevallen? Is het louter een kwestie van lijden, of dienen er zich ook kansen aan tot verdieping?