Jelle Creemers: ‘Kerk mag profetische stem niet verliezen’
Vrijheid van religie onder druk. Dat is het thema van de studiedag die de christelijke denktank Logia op 28 februari 2022 organiseert. Een van de gastsprekers is Jelle Creemers, hoogleraar aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in Leuven. Hij doet onderzoek naar de wetgeving inzake erkende erediensten en naar haar implicaties voor geloofsgemeenschappen. Creemers gaat specifiek in op het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen, dat sinds 16 november 2021 van kracht is. Het beoogt een kader te schetsen voor de erkenning van en het toezicht op lokale geloofsgemeenschappen. Maar de vraag is nog maar hoe het zal uitwerken.
Het huidige decreet heeft volgens de memorie van toelichting tot doel ‘het kaf van het koren te scheiden’, legt Creemers uit. Hoogtepunt is evenwel de oprichting van een controleorgaan dat jaarlijks een budget van 3 miljoen euro krijgt om erkende geloofsgemeenschappen te controleren, informatie te verzamelen en screenings uit te voeren. Dat is buitenproportioneel. Vlaanderen telt nog geen 1.700 erkende geloofsgemeenschappen, die voor bijna 95 procent uit katholieke parochies bestaan. Er zijn 47 protestantse gemeenschappen, 27 erkende moskeeën en opgeteld minder dan 30 orthodoxe, anglicaanse en joodse gemeenschappen – de georganiseerde vrijzinnigheid is opvallend genoeg niet meegenomen in het decreet. Waarom vindt de Vlaamse overheid het nodig zoveel geld te investeren in de controle van die geloofsgemeenschappen?
Het decreet is bovenal gebaseerd op een zekere angst voor de invloed en de ontwikkeling van een extremistische islam.
Vier jaar wachttijd
De bedoeling van het decreet is randvoorwaarden te scheppen voor de erkenning van nieuwe geloofsgemeenschappen. Maar elke aanvraag brengt naast papierwerk veel onzekerheid met zich mee. Nadat het dossier is ingediend, moet een geloofsgemeenschap 4 jaar lang leven alsof ze erkend is, verklaart Creemers. In die tijd heeft ze geen recht op overheidssteun. Daarna volgt een evaluatie. Het idee van zo’n wachttermijn is op zich goed, want in die tijd kan de geloofsgemeenschap laten zien dat ze inderdaad een betrouwbare partner is. Maar je heb geen garantie op erkenning, zelfs al houd je je nog zo goed aan alle regels. Wordt de aanvraag afgewezen, dan kan de geloofsgemeenschap wel bezwaar maken tegen de beslissing.
De nieuwe maatregelen roepen een prangende vraag op: moeten religieuze organisaties nog wel naar erkenning streven?
Er zijn inderdaad geloofsgemeenschappen die vinden dat ze hun eigen plan moeten trekken, antwoordt Creemers. Dat is ook het Amerikaanse systeem. Dat legt sterk de nadruk op de scheiding van Kerk en Staat, maar vooral om de geloofsgemeenschappen te beschermen tegen te veel staatsinmenging. In Europa is het net andersom: de scheiding van Kerk en Staat dient in het publieke discours om te voorkomen dat geloofsgemeenschappen zich te veel mengen in maatschappelijke of politieke zaken. Dat is historisch zo gegroeid. Het Belgische model houdt ook in dat de overheid een verantwoordelijkheid aanvaardt om samenbindende elementen die van waarde zijn voor mens en maatschappij, te subsidiëren. Sport, cultuur en musea vallen daaronder, maar ook religie. Het is niet verkeerd als geloofsgemeenschappen van die regeling gebruikmaken. Maar door de huidige regelgeving worden die ‘samenbindende’ geloofsgemeenschappen zeer streng aangepakt. En dat is vreemd.
Erkenning of heksenjacht
De grote vraag blijft bovenal hoe het decreet zal worden geïnterpreteerd. Het kan twee kanten op, zegt Creemers. Enerzijds kan het leiden tot nieuwe, positieve erkenningen van geloofsgemeenschappen, die daardoor beter hun plekje kunnen innemen in de maatschappij. Anderzijds kan het leiden tot een heksenjacht op religieuze instellingen. Creemers betreurt bovenal dat het nieuwe decreet blijk geeft van een sterk wantrouwen jegens het religieuze. In Nederland werd een aantal jaren geleden onderzoek gedaan naar het sociale kapitaal van geloofsgemeenschappen. Daaruit blijkt dat de inzet van vrijwilligers vanuit religieuze instellingen voor de maatschappij overweldigend is. In Nederland leidde dat tot een herwaardering van geloofsgemeenschappen, maar in Vlaanderen is dat perspectief quasi onbestaand. Geloofsgemeenschappen moeten zich uiteraard goed gedragen en het is goed als er kritiek op komt als dat niet zo is. Maar het huidige klimaat van wantrouwen is onevenwichtig. Een geloofsgemeenschap moet ook kritisch kunnen spreken naar de overheid toe en naar de maatschappij. Dat kan betekenen dat ze vragen stelt bij bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen of zelfs bij de grondwet.
Het decreet mag er niet toe leiden dat de kerk haar profetische stem verliest.
- Lees de integrale tekst van het interview dat Kelly Keasberry met Jelle Creemers maakte voor Tertio nr. 1.149 dat morgen woensdag 16 februari 2022 verschijnt.
- Jelle Creemers leidt aan de ETF Leuven her onderzoeksinstituut ISFORB, dat zich richt op de wisselwerking tussen matschappelijke eontwikkelingen, mensenrechtendiscoursen en religie/geloof. Hij spreekt op de Logia-studiedag 'Vrijheid van religie onder druk' van 26 februari. Meer info en inschrijven.
- Voor een gratis proefnummer van of een abonnement op Tertio.