Hoe komt ‘Jezus-Eik’ aan zijn naam?
De geschiedenis van Jezus-Eik is onlosmakelijk verbonden met het Zoniënwoud. Het grondgebied lag oorspronkelijk volledig in het Zoniënwoud, nu ligt het gehucht aan de oostrand van het bos en is het een prima uitvalsbasis voor een boswandeling.
Aan de zoom van het bos stond ooit een grote eik, die meermaals door de bliksem was getroffen. Omdat er een tijdlang een kruisbeeld aan hing, sprak men in de 17de eeuw van de Jezukens-Eik.
Na enkele genezingen die aan de bijzondere plek werden toegeschreven, werd de plek een bedevaartsoord, onder toezicht van de Abdij van Park in Heverlee. In 1642 werd aan de voet van de eik van de eerste keer een mis opgedragen voor bedevaarders. Er werd ook een houten kapel gebouwd, die stelselmatig werd uitgebreid en verstevigd.
Volwaardige eik
In 1650 werd de eerste steen gelegd van een volwaardige kerk. Dat gebeurde onder impuls van Leopold Willem van Oostenrijk (1614-1662), de vrome landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden die vaak kwam bidden aan de eik. De werken aan de Onze-Lieve-Vrouwkerk zouden dertig jaar duren. De Franse naam voor Jezus-Eik, Notre-Dame-au-Bois, ontleent er nog steeds haar naam aan.
50 jaar geleden werd de kerk grondig gerestaureerd, maar tijdens de werken stortte de neogotische gevel en de toren in, op 23 januari 1969. De restauratiewerken werden bijgestuurd en op basis van oude tekeningen werd de nieuwe gevel opgetrokken. Zo kreeg de kerk in 1973 zijn barokke gevel terug.
In 2007 werd de kerk binnenin uitgebreid gerenoveerd.
Voor wie (de kerk van) Jezus-Eik wil bezoeken: neem in Brussel de E411 richting Namen en volg de eerste afslag.
• Bron: brochure Het devote erfgoed van Jezus-Eik, gemeente Overijse