Koning Boudewijn, de abortuswet en de mini-koningskwestie [boek]
Dertig jaar geleden, op 31 juli 1993, overleed koning Boudewijn tijdens een vakantie in Spanje. Het pas verschenen boek Land zonder koning onthult alle achtergronden achter de zogeheten mini-koningskwestie uit 1990, de weigering van koning Boudewijn om het wetsvoorstel tot depenalisering van abortus te bekrachtigen en de daarop volgende juridische kunstgreep om de ministerraad de wet te laten ondertekenen nadat vastgesteld werd dat de vorst in de onmogelijkheid verkeerde te regeren. Auteurs zijn rechtshistoricus Jan Velaers en André Alen, hoogleraar staatsrecht, die als secretaris van de ministerraad de bedenker was van de oplossing. Het boek schetst de lange weg (20 jaar) naar de abortuswet, de geloofsachtergronden van de vorst bij zijn gewetensbezwaren, het verloop van de gebeurtenissen en de reacties.
Centraal in de crisis stond de gewetenskeuze van koning Boudewijn vanuit zijn geloof.
Velaers en Alen besteden maar enkele bladzijden aan dit aspect, maar het is overduidelijk dat de keuze de wet niet te ondertekenen een soevereine beslissing van Boudewijn was, waar de kardinaal of de paus hem niet van af konden brengen.
In een gesprek met journalisten Jan Becaus en Christian Laporte verklaarde kardinaal Danneels later dat hij inderdaad meerdere keren met de koning over de abortuswet sprak, maar dat het zijn hoogst persoonlijke beslissing was.
Geestelijke dagboeken
Kardinaal Suenens, die vanaf de late jaren 1950 een vertrouweling was, publiceerde in 1995 een boek over het geloofsgeheim van de vorst, waarin hij citeert uit de geestelijke dagboeken die hem na het overlijden werden bezorgd. Dat boek werd niet echt gewaardeerd en werd gezien als een inbreuk op het diepste privéleven van de vorst, maar het geeft ons wel een unieke kijk op Boudewijns persoonlijkheid.
De beste synthese van Boudewijns geloofsweg werd gegeven door de historici Emmanuel Gerard en Mark Van den Wijngaert in Boudewijn. Koning met een missie (2018).
We onthouden:
- Boudewijn is sinds zijn jonge jaren een diep gelovige katholiek. In zijn dagboek maakt hij allusie op een religieuze ervaring toen hij achttien was, in 1948. Hij verbleef toen in het Zwitserse Pregny, omdat zijn vader Leopold door de koningskwestie niet kon terugkeren naar België. Het gezin doet een beroep op de Belgische dominicaan François-Marie Braun (1893-1980), professor exegese in Fribourg. Boudewijn is op hem gesteld en na de troonsbestijging wordt Braun hofaalmoezenier.
- Een cruciale gebeurtenis is de ontmoeting begin 1960 met de Ierse Veronica O’Brien, door de bemiddeling van toen nog hulpbisschop (later kardinaal) Leo Suenens. Tot zijn overlijden zijn zij onafscheidelijke geestelijke gezellen. De communicatie gebeurt uiterst discreet en onder schuilnamen: Suenens heet Michel, O’Brien Grace. Zij speelde ook een rol bij de verloving van de koning met de Spaanse Fabiola Mora y Aragón. Dat is een ondertussen mythisch verhaal, maar volgens Gerard en Van den Wijngaert is O’Brien niet uitgestuurd om een vrouw voor de timide koning te zoeken, maar om zich ervan te vergewissen dat Fabiola, die de koning al eerder had ontmoet, wel degelijk een gelovige vrouw zou zijn.
- Gebed is voor Boudewijn een essentieel onderdeel van zijn leven. Volgens kardinaal Suenens bidt de koning meestal ’s ochtends, uitzonderlijk ook ’s nachts. Hij aanvaardt Suenens’ voorstel om de benedictijn Philippe Verhaegen (1910-2002) als zijn nieuwe privé-aalmoezenier aan te trekken. De benedictijn is een nazaat van de invloedrijke vrijmetselaar Théodore Verhagen uit de negentiende eeuw, en een promotor van de charismatische vernieuwing. In de geest van deze beweging vormt zich een gebedsgroep rond de koning met enkele priesters en vrienden.
Het geloof van de koning kwam maar uitdrukkelijk op het voorplan bij zijn weigering om de abortuswet te ondertekenen.
Liberale abortuswet
De weigering de abortuswet te ondertekenen kon zware gevolgen hebben. De regering zocht een uitweg en verklaarde de koning ‘niet in de mogelijkheid te regeren’. Op het einde van de rit zat men toch met (toen) een van de meest liberale abortuswetten, maar de aandachtige lezer van Velaers’ boek beseft dat het ook helemaal anders had kunnen lopen. Wellicht was het een van de laatste grote levensbeschouwelijke clashes in de politiek. Nadien werden andere moreel gevoelige wetten (zoals over euthanasie) zonder veel problemen genomen.
Aanvankelijk waren de toppolitici evenwel van plan om structurele hervormingen in de grondwet door te voeren om gelijkaardige incidenten te vermijden. Maar ze bleven uit. Uiteindelijk bekrachtigde Albert II, die in 1993 zijn broer opvolgde, in mei 2002 zonder problemen de euthanasiewet. Het koningschap maakte na 1993 een evolutie door.
De auteurs stellen vast dat - paradoxaal genoeg - de mini-koningskwestie eigenlijk aantoonde dat de koning geen echte rol speelt bij het ondertekenen van wetten. Integendeel, de abortuswet werd zelfs vlugger van kracht dan andere wetten.
De bekrachtiging van een wet is een louter symbolische daad geworden.
Was dan alles een maat voor niets? Het boek drukt de oorspronkelijke documenten uit 1990 af.
• Land zonder koning - Boudewijn, de abortuswet en de mini-koningskwestie, Jan Velaers en André Alen, Lannoo, 296 blz., 29,99 euro