Leeft Jezus onder jongeren?
Paus Franciscus roept jongeren op te getuigen van hun geloof en parochies te inspireren
Christus vivit (Christus leeft), zo luidt de Latijnse titel van de aansporing die paus Franciscus publiceerde ter afronding van de synode Jongeren, het geloof en het onderscheiden van de eigen roeping, die vorig jaar plaatsvond. Het document herneemt de synodethema’s, maar de paus legt daarbij eigen accenten. Christus vivit is een optimistische tekst met oproepen aan de kerkgemeenschap om jongeren een plaats te blijven geven en aan jongeren om zich te engageren. Jongeren houden de Kerk jong, benadrukt de paus.
Bovenal is de aansporing gericht aan de jongeren zelf. Dus legde Kerk & leven de geadresseerden enkele citaten uit het document voor. Twaalf jongeren van de jongerenwerking van het West-Vlaamse Heuvelland verbleven tijdens de paasvakantie enkele dagen in het klooster in het Antwerpse Meersel-Dreef en zij wilden graag praten over de pauselijke tekst.
„Jongeren vinden weinig in het gebruikelijke kerkelijke programma dat aansluit bij hun verlangens.” Dat is geen uitspraak van jongeren, maar van de paus. De groep beaamt dat. „We herkennen ons vaak niet in preken,” klinkt het, „maar we willen wel het evangelie begrijpen. In Heuvelland gebruiken we daarom interactieve elementen, overgenomen van de Wereldjongerendagen. Dat spreekt aan.”
Alhoewel de paus stelt dat jongeren zelf de uitvoerders van jongerenpastoraal moeten zijn, vindt de groep dat er toch een volwassene nodig is als initiatiefnemer en ruggensteun. Jongeren beslissen, en daarin is de paus realistisch, wel zelf welke vormen aanslaan. Begeleider René Decrock: „Met onze werking willen we jongeren een thuis bieden, een plek waar ze mogen zijn wie ze zijn. Het speelse moet er altijd bij zijn, maar het evangelie en de figuur van Franciscus evenzeer. Belangrijk is de motivatie van de leiding.” Het pauselijke document roept ook op de parochies uit te dagen en te engageren. „Ik denk dat we dat doen”, zegt Zoë Valcke. „We blijven niet op ons eilandje.”
De paus roept jongeren op missionarissen te [node:field_streamers:0] zijn en bij andere jongeren te getuigen van het geloof. Dat is niet vanzelfsprekend, vindt de groep, al zegt de helft van de deelnemers dat ze zonder schroom vertellen waarvoor ze als gelovige staan. „De Kerk wordt misschien gewantrouwd, maar heus niet gehaat”, zegt een jongere. „We verbergen dan ook niet dat we bij die groep horen.”
Christus vivit bevat ook concrete aanwijzingen voor de jeugdpastoraal. Een deel van het zevende hoofdstuk bijvoorbeeld kun je lezen als een pleidooi voor de jeugdbeweging, ook al valt dat woord niet. Norbertijn Werner Fierens is verbondsaalmoezenier bij Scouts en Gidsen Vlaanderen. „Chiro en scouts werken praktisch los van de parochies, KSA en KAJ zijn een tikje meer kerkgebonden. Er is zeker een gebrek aan mankracht om de jeugdbewegingen te volgen, maar evenzeer een gebrek aan belangstelling vanwege de Kerk. Zelf ben ik een van de laatste aalmoezeniers en toch is spirituele vorming deel van onze pedagogie. We spreken over zingeving, het onderwerp is dus niet dood. Er zijn nog steeds groepen die eucharistie vieren, maar er zijn ook andere mogelijkheden. In Scouting Vlaanderen is daartoe een werkgroep actief.”
Werner Fierens ziet groeikansen. „Vooral in een ongebonden spiritueel aanbod blijven jongeren geïnteresseerd. Daar is echter pastorale inzet voor nodig. Onderschat bovendien niet hoe weinig banden jongeren hebben met pastoraal. Getuigen van het christelijke leven doet hen niets meer. Daar begrijpen jongeren nog weinig van.”
Paus Franciscus waarschuwt zelf ervoor jongeren te overdonderen met een strak geheel van christelijke regels en richtlijnen, en roept op jongeren vertrouwen te schenken. „Dat is de manier waarop jeugdbewegingen werken”, beaamt Fierens. „Onze jongeren zijn gedreven door waarden, maar een strakke visie spreekt hen niet aan. Trouwens, het instituut Kerk is voor hen niet geloofwaardig. De paus heeft honderd procent gelijk. Jongeren zijn jongeren, maar dat hadden we best twintig jaar eerder mogen horen.”
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be