Maria en Jezus hebben ook een naam in gebaren
Eucharistievieringen met bijstand van een tolk gebarentaal zijn schaars en weinig gekend in Vlaanderen
Tijdens de coronalockdown trad in de wekelijkse eucharistieviering van de Nederlandse omroep KRO een tolk gebarentaal aan. Dat was voor vele kijkers, ook in Vlaanderen, een nieuwe ervaring. Gebarentaal is een taal, net als Nederlands of Frans, zodat je spreekt van een tolk gebarentaal. In België worden soms regeringsmededelingen getolkt, maar de televisiemis niet. Dat is geen onbelangrijk detail, want de Nederlandse Gebarentaal (NGT) is een andere taal dat de Vlaamse Gebarentaal (VGT), die een andere oorsprong kent.
Ter gelegenheid van de jongste beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VRT adviseerde belangenorganisatie Doof Vlaanderen de Vlaamse regering en het Vlaams Parlement meer media te voorzien van VGT, naast het bestaande aanbod. Een van de aanbevelingen is het toegankelijk maken van bestaande programma’s in VGT, dus ook de televisiemissen via de openbare omroep.
Toegankelijkheid houdt ook in dat slechthorenden en doven kunnen meevieren in de kerk, maar parochies met ervaring zijn er weinig, zo blijkt. In het bisdom Brugge besloten de hospitaalridders van de Orde van Sint-Jan van Jeruzalem in 2016 een doventolk te sponsoren voor enkele hoogmissen in de Brugse Sint-Salvatorskathedraal op feestdagen zoals Kerstmis, Pasen en Allerheiligen. Francis Serruys van de kerkfabriek van de kathedraal: „Het tolken van misvieringen is een zich langzaam ontvouwend succesverhaal, want het is niet eenvoudig om de doelgroep te contacteren, maar via sociale media lukt het.”
Voor de praktische uitwerking doet de Orde van Sint-Jan een beroep op Eva Gossye, expert VGT en deeltijds tolk. „Op alle momenten van het leven worden we ingeroepen”, vertelt ze. „Dat kan zijn voor vergaderingen op het werk, een doktersbezoek, oudercontact, maar ook familiefeesten. Een eucharistieviering moet je gedegen voorbereiden. Het belangrijkste is de lezingen vooraf goed te doorgronden en mee te zijn. In principe tolk ik de hele mis, behalve de liederen. Dat is dan ook niet zo eenvoudig.”
Dove mensen behoren in de samenleving tot de groep personen met een beperking. Tegelijk behoren ze tot een minderheidsgroep met een eigen taal, de Vlaamse Gebarentaal, en een eigen cultuur. Op dat cultuurgemeenschappelijke aspect kwam de voorbije decennia meer nadruk liggen. Voor velen is VGT zonder meer hun moedertaal. Gebruikers leren het van hun ouders of op school.
„Maria en Jezus hebben een eigen naamgebaar, waardoor je dus niet moet spellen”, zegt Eva Gossye. „Voor moeilijke begrippen in de mis, zoals ontferming, zoek ik een gebaar dat er het best bij aansluit. Voor een tolk is de mis telkens een uitdaging. Zoals elke taal moet je het leren, stap voor stap. Zondagsmissen worden in Vlaanderen weinig getolkt, wel begrafenisdiensten of doopfeesten. Dovenscholen kennen de weg naar tolken al goed, voor parochies is het vaak nog uitzoeken hoe het praktisch moet.”
En hoe reageren de kerkgangers? „De eerste paar minuten word ik verbouwereerd aangekeken”, zegt Gossye. „Vrij snel herken ik de leden van de dovengemeenschap, want zij verstaan me natuurlijk. Steevast zijn er ook nieuwsgierige reacties van de anderen. Hoe vertaal je dit of dat? Het is een belevenis.”
Tolken VGT vindt u op de website www.cabvlaanderen.be. Dove mensen kunnen hun voorkeur- tolken kenbaar maken.