Als Martha uit het evangelie
‘Dialoogmonnik’ Jens Petzold stichtte klooster in Iraaks Koerdistan
Pater Jens Petzold is een grensganger. Hij groeide op in een atheïstische Duitse familie die naar Zwitserland was uitgeweken. Als rugzaktoerist op weg naar Azië belandde hij in Syrië in het woestijnklooster Mar Musa van de in 2013 door Islamitische Staat ontvoerde jezuïet Paolo Dall’Oglio, een pionier van de vriendschappelijke relatie met de islam. Petzold besloot er te blijven. In 1996 ontving hij het doopsel volgens de Syrische ritus en trad hij in als monnik. Na tot katholiek priester in de Chaldeeuwse ritus te zijn gewijd, opende hij in Sulaymaniyya, in het noorden van Irak, zelf een klooster in de geest van Mar Musa.
Het pakte anders uit. In 2014 streken in Sulaymaniyya tweehonderd christelijke vluchtelingen uit de vlakte van Niniveh neer, op de vlucht voor de terreur van Islamitische Staat. Intussen keerden de meesten terug naar hun haardsteden en nu werkt pater Jens voort om van het klooster een plek van dialoog en harmonieus samenleven te maken. Even was hij in ons land, op uitnodiging van Pax Christi Vlaanderen en de franciscaanse beweging.
„In 2011 vroeg patriarch Louis Sako me de komst van christenen naar Koerdistan voor te bereiden. Hij voegde er ook aan toe dat hij niet zeker was dat het de traditionele christenen uit het gebied zouden zijn”, vertelt Petzold. „Nu ontmoet ik er Indiërs en Filipino’s die met kortetermijncontracten in de regio komen werken. Christenen waren er altijd al oecumenisch ingesteld. Chaldeeuwen, Syrisch-katholieken en orthodoxen leven er samen met elkaar. Daar komen nu evangelicale protestanten en rooms-katholieken bij. De dialoog tussen de godsdiensten daarentegen is in Irak zeer beperkt. Een Iraakse christen blijft onder christenen. In Syrië was dat anders. De geest van Mar Musa, die gericht is op de vriendschappelijke ontmoeting tussen moslims en christenen, [node:field_streamers:0] kunnen we in Sulaymaniyya slechts mondjesmaat beleven.”
De stad, pas gesticht in de achttiende eeuw, wordt beschouwd als het culturele en academische centrum van Koerdistan. Het klooster is ondergebracht in de oude parochiekerk uit 1862.
„Elke dag is er gebed en eucharistie, maar ik ben vaak alleen”, zegt pater Jens. „Ik leid het leven van een stadskluizenaar. Tegelijk maakte ik de keuze van Martha uit het evangelie, die voortdurend in de weer was voor de gasten in haar huis. We organiseren taallessen, vooral Arabisch en Engels, en heel wat culturele activiteiten zoals theater. Duitse vrijwilligers komen helpen, maar er is ook een vaste staf, voornamelijk bestaande uit moslims. Ons klooster is op de keper beschouwd een behoorlijk groot bedrijf geworden in een stad die zich snel ontwikkelt.”
Dat belet niet dat emigratie een belangrijk toekomstdoel blijft, zeker voor christenen. „Van de vijftig gezinnen die bij ons in 2014 onderdak vonden, is een derde geëmigreerd, legaal of illegaal”, zegt Jens Petzold. „Ook velen die terugkeerden naar Karakosh, de oorspronkelijk christelijke stad bij Niniveh, overwegen emigratie. Die mentaliteit is problematisch, want daardoor wordt er niet gewerkt aan een toekomst in regio. De mensen zitten er als het ware te wachten op hun koffers. Dat begrijp ik deels. De politieke situatie in Irak blijft onzeker en conflictueus, maar alvast in Koerdistan leeft meer hoop. Ondanks economische onzekerheid is het geloof in politiek en overheid er nog niet weggesmolten. Onze bisschop lanceerde een project voor zevenhonderd studenten, maar vele christelijke families trokken weg naar Jordanië en vervolgens naar Australië, waardoor hun kinderen nu een nieuwe start moeten maken. Onze missie is hen te helpen. Zo niet marginaliseren ze in de landen waar ze naartoe emigreren.”