Migrantenkerken veranderen Nederland
Samuel Lee, voorganger pinkstergemeente in de Bijlmer, is Theoloog des Vaderlands
Onder onze noorderburen leven momenteel een miljoen christelijke migranten en die veranderen er het christendom. Dat is de boodschap van Samuel Lee, uitgeroepen tot Theoloog des Vaderlands dit jaar. Lee is niet enkel een expert in migratietheologie, hij is zelf een migrant. Als tiener kwam hij uit het Midden-Oosten in Nederland wonen, bekeerde er zich tot het christendom en nam de Bijbelse naam Samuel aan. Lee is de familienaam van zijn Koreaanse echtgenote. Sinds 1994 is hij voorganger in de Jesus Christ Foundation Church, een evangelische pinkstergemeente in Amsterdam Zuidoost. Onlangs nog werd hij geridderd voor zijn inzet voor het welzijn van migranten.
„De term ‘migrantenkerk’ dekt verscheidene ladingen”, benadrukt Samuel Lee. „Tradities en cultuur verschillen ingrijpend. Zo zijn er bijvoorbeeld Ghanees-pentecostalen of hervormde Koreanen, maar ook de Syrisch-orthodoxe Kerk in Nederland bestaat uit migranten. Evangelicale en pinksterkerken groeien het snelst. Ze trekken op hun beurt migranten aan die elkaar willen opzoeken. Dat deden in de zeventiende eeuw de Franse hugenoten hier ook al.”
Lee onderscheidt twee dynamieken. Voor vele migranten is een kerkgemeenschap een opvangnetwerk en bijgevolg aantrekkelijk. Uit de landen van oorsprong komen met hen ook kerkgemeenschappen over. Ze vormen een parallel circuit naast de inheemse Kerken. Bij katholieken ligt dat wat anders. Katholieke migranten zoeken het katholicisme op als identiteit, al bestaan er ook afzonderlijke katholieke gemeenschappen.
„Migranten hebben inheemse christenen veel te bieden”, verzekert [node:field_streamers:0] Samuel Lee. „Zeker protestanten in Nederland leggen in hun geloofsbeleving vanouds veel nadruk op de ratio, het verstand, maar geloven doe je eerst met het hart. Geloof is evenzeer mystiek en ervaring, en dat tonen migranten. Migranten lezen ook de Bijbel anders. De tekst blijft hetzelfde, maar de context van de lezing verschilt. Al in de tijd van de slavernij kwam dat verschil bovendrijven. De migrant zoekt in het Bijbelse verhaal zichzelf. Abraham is dan de zendeling die naar een ander land trekt, Jozef een slachtoffer van mensenhandel, zijn broers vluchtelingen voor de droogte. Alle christenen zijn pelgrims. In de seculiere samenleving zijn we bovendien allen vreemdelingen. Daarom ook moeten we elkaar vinden over de grenzen van culturen en confessies heen.”
Lee’s werkterrein is de Bijlmermeer, de in 1966 opgetrokken Amsterdamse wijk gekenmerkt door hoogbouwflats en een veelkleurige bevolking. Vandaag zijn daar zowat 150 geregistreerde Kerken. „In onze kerkgemeenschap zijn de Ghanezen de grootste groep, gevolgd door de Nigerianen en de Filipino’s. Nederlanders zijn er weinig”, vertelt hij. „Zelf behoor ik tot geen enkele van die groepen. Andere culturen zijn voor mij geen bedreiging, maar een verrijking. Ik leerde in contacten steeds te vertrekken van de cultuur van de ander, niet van wat ik in hem of haar herken. Als pastor bouw je aan vriendschap. Voor migranten is de Kerk hun familie, meer dan een preek en gebeden. Mijn boodschap luidt: stop met polariserend te denken over migratie, laten we bruggen bouwen. De Bijbelse migranten kunnen ons daarin inspireren.”
Samuel Lee, De Bijbel in de Bijlmer. Een miljoen migrantenchristenen in Nederland, Nederlands Bijbel-genootschap, Haarlem, 12,95 euro, ISBN 978 90 8912 227 8.