‘Mijn geloof groeide van het hoofd naar het hart’
Nog tot 1 september loopt Anaïs Fayt (33) warm bij IJD Jongerenpastoraal Vlaanderen aan de zijde van uittredend directeur Annelien Boone. Dan neemt Fayt de fakkel over. Ze bruist van energie en heeft er zin in om interdiocesaan samen te werken. „Het mooie van jongerenpastoraal is dat je samen voor projecten gaat. Samenwerken betekent ook plaatsmaken voor iedereen.”
JEP!, Jokri Ontmoetingsdagen, Pluskamp, Jongerenprogramma tijdens gezinsvakantie Bethaniën. Het is maar een greep uit het zomeraanbod van IJD. Misschien is uw (klein)zoon of (klein)dochter of bent u zelf mee op kamp? Anaïs Fayt: „Het hele jaar door kent IJD Jongerenpastoraal Vlaanderen hoogtepunten. Denk maar aan de Goede Vrijdagwake, waarbij jongeren de nacht ingaan en bij het kruis verwijlen. Toch biedt de zomer extra kansen voor de jongerenpastoraal.”
– Waarom biedt de zomer de meeste kansen?
Tijdens de zomerse kampen kun je een langere periode op weg gaan met jongeren. Het gaat niet om één activiteit of een happening met honderden deelnemers, maar om een hele week samenzijn met een groepje jongeren zodat je gewoon meer kunt bereiken. Ze krijgen de tijd om open te bloeien, te ontdekken, te groeien, en na te denken over het geloof. Dan komen jongeren op dode momenten bij je zitten en ben je zonder dat je het zag aankomen betrokken in een geloofsgesprek.
– Jongerenpastoraal is geen onbekende wereld voor u. Wat neemt u mee uit uw ervaring in het bisdom Antwerpen?
Als stafmedewerker leerde ik er de realiteit van lokale groepen van dichtbij kennen. Dat wil ik graag meenemen, want daar draait het om. Jongeren vinden er in eerste lijn een plek om bezig te zijn met hun geloof en die zoektocht samen met anderen te maken. Als coördinator leerde ik luisteren en overleggen. Als Kerk vragen we parochianen almaar vaker samen te werken in pastorale eenheden of zones. Dan moeten wij als Kerk ook zelf bereid zijn samen te werken, anders zijn we niet geloofwaardig. Jongerenpastoraal staat niet op een eiland. We zijn samen Kerk.
– Welke ervaringen voeden uw geloof?
Mijn geloof bepaalde mijn keuze om filosofie en theologie te studeren. Ik gaf toen al vormselcatechese in mijn parochie in Deurne. Het uitleggen van de Bijbel en de theoretische vakken versterkten elkaar. Ik besloot les te gaan geven omdat ik iets wilde betekenen voor de samenleving. Hobby en werk lopen nog steeds door elkaar en bevruchten elkaar, want in mijn vrije tijd engageer ik me in onze pastorale eenheid Heilige Christoffel.
Tijdens een Youcatavond kwam ik IJD Jongerenpastoraal op het spoor. Tot dan was geloven iets van het hoofd. Ik was op zoek naar wijsheid en inzicht, studeerde en las. In mijn werk met jongeren groeiden niet enkel zij in hun geloof, maar ook ikzelf en werd geloven iets van mijn hart. Ik ben een biddende mens geworden.
Ook ontdekte ik hoe belangrijk gemeenschap is. Ik mocht zelf ervaren hoe je bij IJD een heuse thuis krijgt. Een van de [node:field_streamers:0] mooiste verwezenlijkingen van de jongerenpastoraal is dat het jongeren een plaats geeft waar ze leeftijdsgenoten ontmoeten, waar ze niet vreemd worden bekeken omdat ze gelovig zijn, waar ze op een natuurlijke manier kunnen praten over hun geloof, maar het er niet voortdurend over moeten hebben, en waar ze gesterkt worden om beetje bij beetje buiten die veilige context te treden en woorden te geven aan hun geloof. Ik hoop dat we als jongerenpastoraal baanbrekers kunnen zijn en kunnen tonen dat je gelovig én hip kunt zijn.
– Welke uitdagingen staan u te wachten?
Het taboe op geloof onder jongeren doorbreken. En meer naar de periferie trekken, zoals paus Franciscus vraagt. Jongerenpastoraal mag inclusiever worden. Ik wil nagaan welke drempels er zijn en hoe we die kunnen verlagen of wegnemen. In grootsteden realiseerden we dat al ten dele, daarbuiten is er nog heel wat werk, zeker voor jongeren die wegens een gebrek aan kansen overleven in plaats van leven. Ook voor hen wil IJD iets betekenen.
– Heeft de Kerk jongeren nog iets te bieden?
„Kom en zie”, zei Jezus aan zijn leerlingen en dat moeten ook wij aan jongeren zeggen. We kunnen hun een kans geven om Christus te ontmoeten en te ervaren dat ze onvoorwaardelijk geliefd zijn zoals ze zijn, zonder iets gepresteerd te hoeven hebben. Dat is een bevrijdende en bemoedigende boodschap voor jongeren die hun leven nog moeten uitzoeken. Niet enkel voor hen trouwens. Tegelijk moet de Kerk jongeren ernstig nemen en kansen durven te geven. En ja, sommigen zullen eens een stommiteit begaan, maar deden we dat niet allemaal? Als je hun niet eerst een kans geeft, ben je hen kwijt. Bovendien moet de oudere generatie zich ervoor hoeden alle heil van jongeren te verwachten. Dat is evenmin een onthalende houding. Hou rekening met hun talenten en ga daarmee op weg. Als Kerk schermen we al te vaak met de dooddoener: „We deden het altijd al zo.” Dat doorbreken door te luisteren naar jongeren zou een immense stap zijn, laat staan wat mogelijk wordt als je hen daadwerkelijk de kans geeft om iets te doen. Besef dan wel dat het anders zal zijn dan wat we gewend zijn.
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be