Missie 100 jaar geleden: 4 krachtlijnen uit ‘Maximum Illud'
#1 Tot de uiteinden van de aarde
Het geloof in de vooruitgang - ook op het vlak van de verkondiging van het evangelie - was 100 jaar geleden massief. De missiebrief Maximum Illud ademt dit optimisme sterk uit. Paus Benedictus XV spoort missionarissen aan om samen te werken over de grenzen van congregaties heen, om zoveel mogelijk mensen de verbondenheid met Christus aan te bieden.
- De eerste zorg van het hoofd van een missie moet de voortdurende uitbreiding en de volle ontwikkeling ervan zijn. Immers, heel de streek binnen wier gebied zijn missie gelegen is, in heel haar volle uitgestrektheid, is aan zijn zorg toevertrouwd. Hij moet dus zeker het eeuwig heil van absoluut alle bewoners ervan trachten te bewerken. (12)
- Maar omgekeerd, hoe afkeurenswaardig zou het gedrag zijn van een missieoverste, die het deel van Gods akker dat hem ter bewerking is aangewezen, als zijn persoonlijk eigendom zou beschouwen, en niet zou kunnen verdragen dat andere handen eraan kwamen! (13)
#2 Wars van elke vermenging met nationalisme en kolonialisme
De brief werd geschreven na het einde van de Eerste Wereldoorlog, die de paus een nutteloze slachtpartij had genoemd. De missieopdracht van de Kerk moest evangelisch herijkt worden. Paus Benedictus XV distantieert zich in felle verwoordingen van het kolonialisme en veroordeelt elke vermenging van belangen:
- Stel, een missionaris stelt zich enigermate in dienst van aardse plannen. Hij toont niet in alles apostel te willen zijn maar ook de belangen van zijn vaderland te willen bevorderen: onmiddellijk komt heel zijn werk bij de bevolking in verdenking. De bevolking zal gemakkelijk gaan menen, dat het christendom de nationale godsdienst is van dit of dat vreemde volk; dat het christendom omhelzen, gelijk staat met het zich stellen onder het protectoraat of de soevereiniteit van een vreemde mogendheid, en met de verloochening van zijn eigen vaderland. (19)
- De missionaris moet zich voortdurend herinneren dat hij vertegenwoordiger is niet van zijn eigen volk, maar van Christus, en in het licht daarvan moet zijn optreden zo zijn, dat iedereen in hem onmiddellijk de dienaar herkent van de godsdienst die alle mensen omvat, die God in geest en waarheid aanbidden, en waar geen sprake meer is van Grieken of Joden, besnedenen of onbesnedenen, barbaren, Skythen, slaven of vrijen, maar dan is Christus alles in allen. (20)
#3 Prille inculturatie: leer de taal en gewoonten
Om die opdracht waar te maken, moeten missionarissen de taal van lokale bevolkingen zo goed mogelijk leren. En zo wordt een begin gemaakt van inculturatie.
- Onder de kundigheden die een missionaris door en door moet bezitten, komt natuurlijk op de eerste plaats de taal van het volk, waarvan hij zich aan het zielenheil zal wijden. Hij mag zich niet tevreden stellen met een oppervlakkige kennis van die taal, maar hij moet ze vlot en zuiver kunnen spreken. (23)
- De Kerk van God is katholiek; bij geen enkel volk of natie is zij een vreemdeling; en zo is het ook iets vanzelfsprekends, dat alle volken priesters kunnen leveren om bij hun volksgenoten als leermeesters der goddelijke wet en als leidslieden op den weg ter zaligheid te kunnen dienen. (16)
Lees verder onder de foto.
De vorming en organisatie van een inlandse geestelijkheid wordt dan ook een speerpunt.
- Daar ligt de hoofdbron van de hoop op nieuwe Kerken. Want de inlandse priester, door zijn afkomst, geestesgaven, opvattingen en neigingen met zijn volksgenoten nauw verbonden, is op geheel bijzondere wijze de aangewezen persoon om het geloof bij hen ingang te doen vinden. Zo heeft hij dikwijls gemakkelijk toegang waar een buitenlands priester de voet niet mag zetten. (15)
#4 Iedere gedoopte is op zijn manier missionaris
In het derde en laatste hoofdstuk van Maximum Illud benadrukt paus Benedictus XV dat alle gelovigen de missie hebben om Jezus Christus bekend te maken.
- Allen dus, die naar vermogen bijdragen tot verlichting van de heidenen, vooral door hun steun voor het werk van de missionarissen, vervullen daardoor hun verplichtingen in een zaak van het grootste belang, en geven tegelijk aan God het meest welgevallige bewijs van hun dankbaarheid voor de weldaad van het geloof. (30)
Paus Franciscus gaat hierop door in zijn boodschap bij de herdenking van Maximum Illud:
- Ik hoop dat alle gemeenschappen het nodige zullen doen om verder een weg van pastorale en missionaire bekering te gaan, die de dingen niet op hun beloop laat. Louter administratie kan niet langer voldoende zijn. Laat ons alle streken van de wereld in een permanente staat van missie brengen.
- Vrees niet om een missionaire keuze te maken, die alles kan omvormen. En wel zo dat gebruiken, levensstijlen, werkroosters, taal en elke kerkelijke structuur meer de evangelisatie van de hedendaagse wereld dienen dan zichzelf.
- De structurele hervorming die voor de pastorale vernieuwing noodzakelijk is, kan slechts in die zin begrepen worden: maken dat onze gemeenschappen meer missionair worden, dat de gewone pastoraal op alle vlakken wervender en opener wordt, dat ze al wie pastoraal werkzaam is, constant naar buiten gericht houdt, en zo het positief antwoord bevordert van allen aan wie Christus zijn vriendschap aanbiedt.